rusting aanschaffen. Na de invoe ring van de burgervendels bleef dat zo. De weerbare, niet-gegoede ingezetenen, kregen hun wapen rusting van stadswege, of uit '"s lands magazijn". Die wapenrusting werd betaald uit de opbrengst van het zogenaamde "contribuantgeld". Deze belasting was ingevoerd op voorstel van Willem van Oranje (1580) en werd opgebracht door alle weerbare ingezetenen die niet in de schutterij dienden. In de praktijk waren dit voornamelijk de doops gezinden, die geen eed van trouw wilden zweren aan de wereldlijke overheid en wars waren van wapen- gebruik. Maar ook anderen konden zich vrijkopen. De hoogte van het contribuantgeld werd afhankelijk gesteld van het inkomen.10 De bewapening van de schutterij was geënt op die van het Staatse leger. Dat bestond in de i7e eeuw voor een derde uit piekeniers en voor twee derde uit musketiers. De piekenier was uitgerust met piek, halfharnas, morion (een soort helm) en degen, de musketier met musket of roer, furketstok, morion, genoeg kruit en lont en degen. Een probleem was het gebrek aan geoe fendheid van de schutterij. Om die reden hadden de meeste schutte rijen een drilmeester in dienst.11 De huisluiden of plattelanders waren nu ook ingelijfd bij de schut terij, moesten de eed van trouw afleggen, maar hadden weinig mili taire waarde. Ze wilden niet vech ten, wel graven, maakten zich ver dienstelijk als "ouvriers terrassiers" (grondwerkers) met het opwerpen van schansen en veldversterkingen. Zo hielden de 'echte' soldaten hun handen vrij voor de velddienst. Als de huislieden echter spade of kruiwagen moesten inwisselen tegen piek of musket, dan liep het meestal mis.12 De schutterij in Huisduinen en Den Helder Het zal de lezer duidelijk zijn dat in Den Helder en Huisdui nen nooit sprake is geweest van een schutterij in traditionele zin, maar van een burgerwacht die ook schutterij werd genoemd. Die schut terij was niet permanent onder de wapenen, maar werd in tijden van oorlog op de been gebracht op last van "Gecommitteerde Raden" te Voetvolk uit het begin van de Tachtigjarige Oor log: piekenier. Hoorn. Dat gebeurde bijvoorbeeld in 1652. In het voorjaar was de eer ste Engelse Oorlog uitgebroken en in november van dat jaar kregen de dorpsbestuurders de opdracht uit Hoorn "De schutterie op Huijsduij- nen en den Helder te monsteren en d' officieren te houden tot het wape nen vandien volgens last en ordre van haer Ed[el] Mogjenden]".1? Het eerste tastbare bewijs van het bestaan van een schutterij in beide zeedorpen dateert echter uit 1665, het beginjaar van de tweede Engelse Oorlog. Het betreft twee monster rollen, de een van de burgerij van Den Helder, de ander van die van Huisduinen. Daarover meer in de volgende aflevering. Will C. Thijssen Noten: 1 Gemeentearchief Den Helder (GAH), Archief van Regenten (AR), inv.nr.148, Militaire zaken. 2 P. Knevel, Burgers in het geweer. De schutterijen in Holland (Hilversum 1994) pp. 24, 26. 3 Ibidem, pp. 44, 45, 50, 51. 4 Ibidem, pp.220, 221, 227. 5 Ibidem, pp. 87,102,103. 6 M.G. de Boer en J. Presser, Beknopt leerboek der geschiedenis van het vaderland (Leiden 1951), Eerste Deel pp.148; P. Knevel 1994, p.104. 7 P. Knevel 1994, p.104. 8 Ibidem, pp. 92-95, 96, 98, 108. 9 Ibidem, pp.108,111,116,118,119,125, 157- 10 Ibidem, pp.177, 200. 11 Ibidem, pp.216, 219. 12 H.J. Kann, De militie en het militair bestuur gedurende het tijdvak der Unie van Utrecht 1579-1795 (Leiden 1874) p, 64; F.G.J. ten Raa en F. de Bas, Het Staatsche leger. 1568-1796 (Breda 1921), p.286; Rijksarchief in Noord-Holland (RANH), Archief Gecommitteerde Raden van de Staten van Holland en West-Friesland in het Noorderkwartier (Arch. GR) 3, inv.nr. 254, Missive d.d. 02-08-1652. 13 RANH), Arch. GR 3, inv.nr. 254, Missive d.d. 09-08-1652. to turbare acres _Jbrte aamirte amicas *Si jraret boft is afrox.rroftra Sariffa -vefat. 12

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2004 | | pagina 14