kelijkheid stond er toen op Torp
geen kapel meer, hoogstens twee of
drie boerderijen.
Op een veel nauwkeuriger kaart uit
1577 van Laurens Pietersz. zien we
behalve het dorp Huisduinen aan
de westzijde, de nederzetting 'die
Helder Buyrt' in de Noordduinen
aan het Marsdiep en Heilighorn te
gen de Zuidduinen. Wel staat het
'Tussenland' bij Sgroten aangege
ven (Tuselant) en zijn, heel vaag, de
Koogdijk en Nieuwlanderdijk in dit
poldergebied te herkennen.
Scheepvaartweg
Vergelijking met de kaart van Lucas
Waghenaer in zijn befaamde atlas
"Spiegel der Zeevaerdt" (1584/85)
laat zien dat de scheepvaartroute
door het Marsdiep eveneens verou
derd is (afbeelding 3). In ongeveer
een eeuw tijd hebben de getij stro
men een grote bocht in de 'M oer
waard' uitgeslepen. Grote hoeveel
heden afbraakzanden van het ei
land Huisduinen en van de "Vogel-
rand" zijn landinwaarts op 't Wie-
ringerzand gedeponeerd.
Bij de Nes (oostelijk Balgzand) is de
zandplaat 'Vogelzand' inmiddels zo
'opgehoogd', dat er enige bakens
geplaatst konden worden. Ook in
de buitendelta van het Marsdiep
zijn wijzigingen opgetreden. Het
ongeveer west-oost lopende Span
jaardsgat is in noordwestelijke rich
ting 'omgezwaaid'. Door het Lands-
diep langs de kust bij Huisduinen
is inmiddels toegang tot het zeegat
vanuit het zuidwesten mogelijk.
Aan de noordoostzijde van het ei
land Huisduinen had het Triendiep
zich in het begin van de i6e eeuw
ontwikkeld tot de getijgeul het
Nieuwediep, dat in de loop van de
tijd zich steeds meer tot een be
langrijke (vlucht) haven ontwikkel
de.
Terwijl Sgroten door het aangeven
van een vaargeul waarin de diepten
(in vademen) staan aangegeven,
een grote mate van nauwkeurig
heid suggereert weet hij duidelijk
geen raad met de ligging van de
banken voor de ingang van het zee
gat. Hij tekent ter plekke een grote
koopvaarder en een loodsbootje op
weg naar het schip, wel een waar
schuwing het Marsdiep niet zonder
meer op te varen. Ook dat was ge
bruikelijk in die tijd. Behalve titels,
opdrachten, schaalaanduidingen
e.d. bracht men gaarne allerlei de
coraties aan in vorm van schepen,
zeemonsters, engeltjes met allego
rische betekenis, zoals Aeolus, de
god van de wind. Er is wel eens ge
zegd: hoe meer versieringen, des te
minder betrouwbaar. Maar dat is
toch niet helemaal juist. En soms
had zo'n decoratie wel een beteke
nis. Het schip dat bij Sgroten ten
noorden van Wieringen is afge
beeld bij 't Wieringer Vlack zou
symbool kunnen staan voor het feit
dat uit grote zeeschepen hier vaak
een deel van de lading werd overge
_»_ksf
Ajb. 4: lichterscheepje (naar Groenewege)
laden in kleine vrachtscheepjes
(lichters). Deze lichterschipperij
met name in de i7e en i8e eeuw
was een belangrijke bron van in
komsten voor Wieringers, Texe
laars en Huisduiners, maar ook
voor lieden uit Kolhorn en Oude-
sluis (afbeelding 4).
Jan T. Bremhr
Noten
1 Sgroten wordt ook wel gespeld als
Sgrooten.
2 C. Koeman, Geschiedenis van de
kartografie van Nederland.
3 J. Westenberg, Oude kaarten en de
geschiedenis van de Kop van Noord-
Holland, 1961.
4 H. Schoorl, Zeshonderd jaar water
en land, 1973.
105