98 was al vroeg een algemene stapel plaats voor westelijk, zuidelijk en oostelijk Azië. Daarheen kwamen de kooplieden van Java, Sumatra en de verder afgelegen delen van de Archi pel. Onder de koopwaar bevond zich zeker ook opium. De Molukken wa ren de enige plek ter wereld waar kruidnagelen, muskaatnoten en foe lie, het rode omhulsel van de mus kaatnoot, konden worden gehaald. De bezitters van de specerij entuinen verkochten aan zeevarende handela ren hun kostbare waar. Waar de grond de duurste producten oplever de en de handel de meeste winsten, zal het dure genotmiddel de eerste liefhebbers hebben gevonden. De oudste sporen van opiumgebruik in de Archipel zijn dan ook te vinden in de Molukken en de landen van de peperteelt. De eerste Europeanen in de Archipel Baanbrekers voor de Indische han del en wegwijzers van de Nederlan ders naar het Oosten waren de Por tugezen. Onder Vasco da Gama ontdekten zij in 1498 de zeeweg naar Indië. Portugal zond de ene vloot na de andere naar het Oosten en pakte het leeuwendeel van de winst. Sommige Nederlanders gin gen in dienst van de Portugezen de grote zeeweg om Afrika's zuidkaap verkennen. Onder hen was Jan Huygen van Linschoten. Hij reisde in hun dienst in 1583 en drie of vier jaren daarna. Hij beschrijft het papaversap: "Van 't Amfion, alias opium Het opium wordt gemaakt van de slaap bollen, en is de gom die eruitvloeit wanneer men de bollen kerft. De In diërs plegen vaak opium te eten Die het eten moeten het alle dagen gebruiken of zouden uitdrogen en sterven. Ze beginnen met een beetje te eten, en als ze het gewoon zijn eten ze dagelijks twintig of dertig greynen gewicht en meer Ze eten het veel om zware arbeid of on gemak niet te voelen Oprichting van de 'Vereenigde Oost-Indische Compagnie' VOC) In de jaren van de 'wilde vaart' - tussen 1595 en 1602 - kozen onge veer zestig schepen in veertien ver schillende expedities zee, voor een deel om de Kaap, de rest door de Straat van Magallanes. De Portuge zen betwistten de Nederlanders na tuurlijk het nieuwe handelsgebied, waar zij de oudste aanspraken had den. In de gevechten ter zee en te land moesten onze tegenstanders meestal het onderspit delven. De tomeloze concurrentie binnen de zeven 'Verenigde Provinciën' leid de tot versnippering van krachten en opdrijving van de prijzen. In de tropische Oost moesten Hollander en Zeeuw, eerder nog dan voor Por tugees en Aziaat, bang zijn voor el kaar. De winzucht van de Hollan ders was natuurlijk gebaat bij ver eniging van krachten. Raadpensio naris Johan van Oldebarnevelt en stadhouder prins Maurits wisten de bewindhebbers en aandeelhouders van de verschillende maatschappij en te overtuigen dat de krachten ge bundeld moesten worden. Op 20 maart 1602 werd de 'Vereenigde Oost-Indische Compagnie' opge richt. Het monogram, de dooreen gevlochten letters VOC, zou wereld beroemd worden, en werd het logo van 's werelds eerste, echte 'multi national'. In de eerste veertig jaar van haar bestaan was de VOC meer een oorlogvoerende, dan een com merciële organisatie. De Portuge zen beheersten de Straat van Ma- lakka, waardoor de Hollandse scheepvaart tussen Voor-Indië en Java en de meer oostelijke delen van de Archipel uiterst onveilig bleef. Opiumhandel Vanaf het begin werd door de Com pagnie enige handel gedreven in opium. In de Molukken werden jaarlijks tweehonderd ponden am- fioen verkocht. Batavia kreeg een dubbele functie: centrum van een beperkte uitvoer naar Europa en centrum van een, voor onbeperkte uitbreiding vatbaar, algemeen Azia tisch handelsbedrijf. Na de komst van de Compagnie in de Archipel bloeide de Indische buitenhandel aanvankelijk in het hele Oosten met verassende snelheid op. In 1678 kreeg de Compagnie het mo nopolie van de opiumhandel in een groot deel van Java. Van alle facto rijen waren de kantoren in Benga len het meest winstgevend. In 1659 begon de aanvoer vanuit Bengalen en die bedroeg dat jaar 1312 pon den. In 1677 was de opiumaanvoer in Batavia gestegen tot 12.025 pon den. Één jaar na het verkrijgen van het handelsmonopolie, ging de wet tige opiumimport met een bijna ongelofelijk grote sprong omhoog: de invoer uit Bengalen voor reke ning van de Compagnie groeide tot 67.444 ponden, ruim honderd keer zoveel als dertig jaar daarvóór. De eerste verboden op opiumgebruik Met de oprukkende macht van de Hollanders verscheen de opium als volksvermaak op Java. In de stad Batavia werden bijzondere bepalin gen van kracht. Van meesters werd verlangd dat hun talrijke bedienden zich van het gebruik van amfioen onthielden. In die tijd en lang daar na waren bijna alle bedienden in Batavia slaven. Moorden die wer den toegeschreven aan onmatig opiumgebruik waren niet zeld zaam. Daarom werd binnen het rechtsgebied van Batavia de ver koop van voor gebruik geschikte, meestal met tabak of awar-awarbla- deren vermengde, slaapgom streng verboden. Een uitzondering werd echter gemaakt voor hetgeen uit de magazijnen van de Compagnie was gekocht. Eind 1674 werd op Ambon een de creet van kracht dat het opium schuiven en de verkoop van am fioen verbood op straffe van geld-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2004 | | pagina 16