199° aanvaardde de gemeenteraad
de nota Den Helder Centraal. Het
stuk voorzag in de vernieuwing van
straten en pleinen. Het winkelge
bied diende compact te zijn. Het
moest een stadshart worden. Een
centrum ook met letterlijk te ne
men looplij nen naar historische lo
caties van de stad. Naar de zee via
de Prins Hendriklaan, naar de werf
via de Spoorstraat en naar de haven
via de Beatrixstraat.
Den Helder Centraal resulteerde in
een heuse bouwwoede. De Spoor-
en Koningstraat kregen nieuw lui
fels. Einde Spoorstraat werd gerevi
taliseerd door de bouw van een
woonwinkelcomplex (Deka). Een
soortgelijk complex verrees op een
steenworp afstand aan de Molen
straat, het Oude Pakhuijs. In de
Spoorstraat werden het Bram Len-
sen en het Bentexcomplex ge
bouwd, ook hier winkels met daar
boven woningen. De steenpuist
achter V&D werd omgetoverd in de
Kroonpassage, inclusief een appar
tementengebouw en parkeerdek.
Op het Koningsplein verrees ge
bouw De Koploper. Het kwam tot
een nieuw busstation en een nieu
we Bethelkerk met zijn markante
architectuur. Het Bernhardplein
werd opnieuw ingericht. Zo ook de
Beatrixstraat die tevens een aanslui
ting kreeg op de flaneerkade langs
de Binnenhaven. Het Julianaplein
onderging een complete metamor
fose. En, niet onbelangrijk, het
wandel- en winkelgebied werd
voorzien van nieuw plaveisel en ei
gentijds straatmeubilair.
Sfeer
De jaren negentig gaven de binnen
stad een compleet ander aanzien.
Maar schwung en sfeer wilden er
maar niet in komen. Althans, dat is
een algemeen gevoelen. Schagen is
veel gezelliger, is de algemeen ge
hoorde klacht. Niet helemaal te
recht als je in de Kroonpassage
loopt. Wel terecht als je midden op
het vernieuwde Julianaplein gaat
staan. Het was een winderige
steenwoestijn en dat is het nog
steeds.
Begrijpelijk dat keer op keer pogin
gen zijn gedaan het stadscentrum
wel de gewenste aantrekkelijkheid
te geven. Papieren pogingen wel te
verstaan. Zo kwamen er schetsen
en ideeën van particulieren op tafel.
Bijvoorbeeld die van Pieter Blank.
Hij lanceerde het Oude Diep voor
historisch bouwen aan de Prins
Hendriklaan, kwam met een groen
Julianaplein en bedacht een stad
spark achter de schouwburg. Ook
een ideeënman als Daan Groot cs
gaf voorzetten waaronder een
beeldbepalend stationsgebouw.
En toen kwam eind jaren negentig,
als uit de blauwe hemel gevallen,
het idee om een nieuw stadshuis in
het stadscentrum te bouwen. Wie-
ger Bruin zal er vanaf zijn wolk een
applausje voor gegeven hebben.
Ook aan het einde van de vorige
eeuw kwam de gemeente met een
'vlekkenplan' voor de invulling van
het gebied tussen het NS-station en
de zeedijk.
Pas op de plaats
Plannen, schetsen, ideeën, nota's,
ze volgden elkaar met een zekere
regelmaat op. En niemand die ei
genlijk een idee had hoe en welke
kant de ontwikkeling nu uit zou
gaan. Een pas op de plaats was ge
wenst en die kwam er ook. Mede
omdat het er alle schijn van had dat
de stadsvernieuwing vooral langs
de lijn van as station-Marsdiep zou
gaan lopen. Terwijl ook een bewe
ging van het centrum richting de
Oude Rijkswerf voor de hand ligt.
Dus niet noord-zuid als ontwikke
lingsrichting maar daarnaast één
die van oost naar west loopt. Een
ontwikkeling die binnenstad de sa
menhang van een hart moet geven.
Huiselijk gezegd: winkels en hore
ca in de westelijke hartkamer en
een nautisch themapark met fami-
lievermaak (Cape Holland!) in de
oostelijke. Een hart dat levendig
klopt in het grote lijf van de Stelling
van Den Helder, het enorme cul
tuurhistorische erfgoed dat de ma-
rinestad rijk is.
De ontwikkeling van de Helderse
binnenstad is echt voer voor histo
rici. Hier is dus een volmondig
'wordt vervolgd' op zijn plaats.
Ruud Claessen
In de jaren negentig werd een plan ge
lanceerd voor een nieuw en beeldbepa
lend stationsgebouw. Het was een van
de vele ideeën voor een aantrekkelijker
stadscentrum.
80