De stad binnen de Linie kwam zwaar gehavend de tweede wereld oorlog uit. Grote delen van de Ka- naalweg, Hoofdgracht en West straat waren gesloopt om kanonnen onbelemmerd over het Marsdiep te kunnen laten schieten. De Spoor straat en de omgeving van het toen malige NS-station toonden als een gatenkaas van bomkraters. In het centrum lagen zo'n honderdzeven tig bedrijfspanden in puin waaron der vele winkels. Elk nadeel heb zijn voordeel zegt de wet van Johan Cruijff. Die wijsheid is ook op de marinestad van toepas sing. Want de puinhopen boden te gelijk de kans voor een nieuwe start. Een wederopbouw die moest afrekenen met de wirwar van steeg jes en straatjes die het oude dorp Den Helder en de binnenstad ge kend had. Ruimte, zakelijkheid, rechttoe rechtaan, kortom functio naliteit, vormden het credo. Een specifieke Helderse kans was het aaneensmeden van de twee stads- helften binnen de Linie die door het spooremplacement van elkaar gescheiden waren. Eind 1948 toonde het gemeentebe stuur in een expositie aan de bevol king hoe de toekomst eruit zou zien. Voor de binnenstad was er het Centrumplan van de stedenbouw kundige Wieger Bruin. Twee elementen ervan waren cruci aal. De verlegging van het kopsta- tion een paar honderd meter zuid waarts en een nieuwe verbinding (Beatrixstraat) tussen het nieuwe station en de Zuidstraat. De ver plaatsing van het station maakte het ontstaan van een één groot stadscentrum mogelijk, terwijl de nieuwe weg de binnenstad zou ont sluiten voor het toenemende auto verkeer. De verkeersader werd dwars door bestaande bebouwing aangelegd en is daarom de Helder se geschiedenis ingegaan als de Doorbraak. Tegenover het nieuw te bouwen station moest een groot en open stadsplein komen met daaromheen beeldbepalende gebouwen zoals een stadhuis. Het plein zou ener zijds een wandel- en verblijfsgebied worden. Anderzijds zou het dienst doen als het bestuurlijke en zakelij ke knooppunt van herrijzend Den Helder. Althans, zo zag Wieger Bruin de toekomst. Het nieuwe station en de Beatrix straat kwamen er. En voor het sta tion werd inderdaad een stadsplein aangelegd, het Julianaplein. Het was immens van omvang en om vatte de eerste decennia van zijn be staan ook het huidige Bernhard- plein. Maar, de gebouwen van 'sta tuur en importantie' rondom het plein kwamen er niet en zeker niet het statige stadhuis dat Bruin in ge dachten had. Aan het plein werden wel de blokkendozen gebouwd die anno 2003 nog grotendeels het beeld bepalen. Jan en alleman In hun doorwrochte boek over vijf enzeventig jaar Woningstichting Den Helder geven de auteurs P. Hovestad en J. T. Bremer een verklaring voor het niet tot leven komen van het naoorlogse stads hart. Er was geen geld in kas en er werd ook geen poging gedaan om bijvoorbeeld een afdoende financie ring te vinden. Verder stonden par- kansde I nenstad op de schop, maar een stadshart wil niet klop- 78

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2004 | | pagina 24