75 ook dit werd ten stelligste ontkend. De raad van bestuur van de Stoom vaartmaatschappij Nederland stelde inmiddels een commissie van onder zoek in, bestaande uit leden van het bestuur en commissarissen, om de oorzaak van de ramp te achterhalen. Echter tijdens de eerste aandeel houdersvergadering op 30 mei 1871 te Amsterdam, onder voorzitter schap van Prins Hendrik, werd door diverse aandeelhouders be zwaar gemaakt tegen de samenstel ling van de commissie. Tegenover het grote publiek moest elke schijn van partijdigheid wor den voorkomen, zo stelde men. Het bestuur beloofde de zaak in overwe ging te nemen. Later zijn dan ook enige personen van buiten het be stuur in de commissie toegelaten. Tijdens deze vergadering werd ook besloten de getroffen passagiers de gelegenheid te geven met de eerst volgende boot af te reizen naar In- dië, of als zij dit niet konden, de halve passage terug te geven. In december 1871 kwam de com missie met haar eindrapport. Hier in werd gesteld, dat de brand niet ontstaan is door broeiing van de steenkolen, maar vermoedelijk is begonnen in de lading. Doordat de belading nogal haastig gegaan was en nog niemand, zowel bemanning als bootwerkers, bekend was met het schip, werd vermoed dat daardoor fouten waren gemaakt, wat leidde tot zelfontbranding. Toch was er intern ook kritiek op het rapport, want de directie hecht te veel meer waarde aan de moge lijkheid dat een hutbrand de oor zaak was. Hierdoor had de directie het rapport enige tijd onder zich ge houden. De kwestie kostte echter wel een der directeuren, genaamd Boelen, de kop; die was namelijk tegelijker tijd directeur en cargadoor en dus verantwoordelijk voor de belading van het schip. Men loste dit echter mooi op. Boelen nam ontslag als di recteur, maar kreeg vervolgens een tienjarig contract als cargadoor voor de S.M.N. Het wrak van de 'Willem III' is la ter verkocht. De kranten spraken van een totaal verbrand wrak, dat van voor tot achter, een verwarde massa van dooreen verwrongen ij zer vormde. Het is later in Schot land toch weer opnieuw opge bouwd en heeft nog jaren onder Engelse vlag gevaren. Tot 1876 on der de naam 'Quang Se', daarna tot 1898 onder de naam 'Glenorchy', waarna ze verkocht werd naar Ita lië, waar ze onder de naam 'Pina' voer en tenslotte in 1903 werd ge sloopt. Ondanks de vele lof die kapitein Oort werd toegezwaaid voor zijn optreden tijdens de ramp, had hij moeite om weer aan het werk te ko men. Bij de S.M.N. fungeerde hij alleen nog als invalkapitein. In 1873 was hij kapitein op de 'Prins Hen drik', toen deze in de Rode Zee aan de grond liep en zonk. Hierna was het met zijn loopbaan gedaan. Maarten Noot Passagierslijst ss 'Willem III' 18 mei 1871 N.J.H. van Heyningen. Kapt. in Bregman en dochter Schmidt auf Altenstadt en dochter fanterie, commandant der troe Derk Soesman pen. Dijkstra Wijnmalen O.F.W.J.F van Lindenfels. Luit. de Groot Wille en echtgenote Cavalerie met echtgenote, kind Gants Mej. Willink en gouvernante. Mej. Van Geuns E.KA. de Neve, Luit.2 Infanterie Harting en echtgenote Detachement suppletie troepen H. Ovink Luit.2 infanterie Henkei en zijn zoon. 125 man sterk, waaronder zes M.L. Ritsema, Off. Gezondheid Hubert onderofficieren. 3e klasse Van der Kleij ter Linden Ktz. Van der Velden Erdbrink Maks en echtgenote en kinderen Bronnen: Luit. der Mariniers de Wendt Mohr Heldersche Courant 1871 Ltz. 2 H. Kempe Van Olden Heldersche Nieuwedieper Courant Ltz. 2 Lucardie van Pabst en echtgenote 4 kin 1871 Ltz. 2 Tadema deren Pahud en echtgenote, haar M.G. de Boer, "Geschiedenis der Ltz. 2 W. Wesselink zuster en kind. Amsterdamsche Stoomvaart" (1921) Mw. Poulviquet E.P. de Groot "Varen op de Oost" Mw. Blankert met 4 kinderen en Roser en echtgenote (1994) kinderjuffrouw Twee dames Roser A.J.J. Mulder, "De eeuw van de Blume en echtgenote De heren Ruijs Nederland" (2003)

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2004 | | pagina 21