ADVERTENTIÊN. Te 's Hage heeft zich dezer dagen eene Commissie gevormd, met het doel om geldelijke bydragen te verzamelen voor de onderofficieren en manschappen, uitgemaakt hebbende het detachement koloniale militairen aan boord der stoomboot WILLEM III. In de gevaarlijke oogenblikken bij 't verbranden der boot hebben die militairen zulke treffende blijken van moed en krijgstucht gegeven, dat hun heldhaftig gedrag iu Engeland de algemeene bewondering heeft gewekt. Hebben die militairen bij die gelegenheid veel verloren, dat niet gerekend kan worden te behooren tot de equipementstukken, die hun door 't Rijk weder worden verstrekt, het komt der Commissie voor, dat hun gedrag erkend en beloond moet worden. Zij belast zich daarom met de ontvangst van giften, ten einde die mannen een bewijs van erkenning te geven in de schadeloosstelling voor 't geleden verlies. De ondergetcekende, door de bedoelde Commissie te 's Hage uitgenoodigd om zich ter dezer plaatse beschikbaar te stellen tot de ontvangst van giften tot dit doel, heeft zich daartoe volkomen bereid verklaard en wendt zich bij dezen tot zijne plaatsgenooten met verzoek, om de giften, die mcu zon willen afzonderen, met het oog op het aanstaand vertrek der militairen, uiterlijk vóór of op 20 dezer, bij hein wel te willen inzenden. Hij vertrouwt, dat voor dit schoone doel alle verdere aanbeveling overbodig kan worden geacht. Helder, 15 .lunij 1871. MELV1LL VAN CARNBÉE. Langestraaty koek Klokiteeg. Ook aan het Bureau dezer Courant zullen, op verzoek van den heer MELVILL, voor 't aangewezen doel giften worden aangenomen. De oproep van Melvill van Carnbée Ondanks de hulp van de sleepboten 'Camel' en 'Pelter' en de drijvende brandweer, brandde het schip op zondag de 2ie mei nog steeds. Het bleef tot zeker dinsdag 23 mei na- smeulen, waarna het de haven van Portsmouth werd binnengesleept. De 'Scorpion' zette de geredden op zaterdag 20 mei om ongeveer 10 uur in Portsmouth aan land. De loodskotter 'Mary' volgde een paar uur later. De Nederlanders hadden daar het genoegen de Nederlandse consul te ontmoeten, die zich in allerlei bochten wrong om maar geen hulp te hoeven verlenen. Het was zater dag en daarna zondag en ook was zijn zoon er niet. Geld kregen ze al helemaal niet, stel je voor dat ze het niet terug betaalden. Daar stonden ze dan, velen van hen in nachtgoed, of gedeeltelijk ge kleed en op blote voeten. Maar gelukkig ontfermde de Engel se bevolking zich over hen. De Duitse passagiers echter, waren beter af met hun consul, die onmiddellijk hulp verleende en transport naar Duitsland regelde. De militairen werden allen inge kwartierd bij het Engelse leger. Ondertussen was het bericht die za terdag van het verbranden van de 'Willem III' in Den Helder als een bom ingeslagen. De eerste berichten waren ook nog al verwarrend en het duurde een tijdje voordat er zekerheid was ver kregen dat iedereen gered was. Verder in het land was men ook zeer geschokt, niet in het minst de assuradeuren. Want het schip was verzekerd voor 800.000,en de lading voor 1.400.000,Ook was er onverzekerde regeringsla ding aan boord, bestaande uit 200.000,aan muntspecie en voor 200.000,aan opium. De overheid als drugsdealer dus. Ook de passagiers hadden al hun bezittingen verloren. De Duitse fa milie M.E.E. Rosa bijvoorbeeld, die een toko zou beginnen op Java, verloor haar gehele bezit, met een waarde van ƒ16.000,dat onver zekerd was. Op dinsdag de 23e mei vertrok Zr. Ms. stoomschip 'de Valk', onder Kltz. Jhr. A.R.A.M. Clifford Kocq van Breugel, uit Nieuwediep ter as sistentie van de 'Willem III' en om de troepen op te halen en naar Ne derland te brengen. Op zondag 28 mei keerde het schip weer in Nieuwediep terug met het detachement koloniale troepen. Het schip vertrok al snel daarna naar Portsmouth om de geredde muntspecie op te halen. De troepen werden de volgende dag, met een extra boot van de Gebr. ZurMühlen, over het Noord Hollands Kanaal, naar Amsterdam gebracht en van daaruit naar Har derwijk. Volgens de krant zagen ze er nogal sjofel uit. Deels in burger kleren, deels in oude Engelse uni formen. Blijkbaar wekte dit het me delijden van de bevolking op, want in Den Haag werd een commissie gevormd, die geld trachtte bijeen te brengen om de nood van de troepen te lenigen. Aldus een advertentie in de Helderse Nieuwedieper Courant, die ondertekend was door Melvill van Carnbée, wonende in de Lange- straat, hoek Kloksteeg. Deze was door de commissie aangezocht hen te Helder te vertegenwoordigen. Op dinsdag 13 juni 1871 verscheen in de Staatscourant het Koninklijk Besluit, waarin de koning zijn bij zondere tevredenheid betuigde aan: "de kapitein der infanterie van het le ger in Nederlands Indië, H. van Hei ningen, commandant, en aan de ove- rige officieren, onderofficieren en ver dere manschappen, uitgemaakt heb bende het detachement suppletietroe pen met bestemming naar Nederlands Indie, ingescheept geweest aan boord van het verbrande stoomschip Willem III". Ondertussen deden allerlei verha len de ronde over de oorzaak van de brand. Eerst dacht men aan het ont staan van brand in een passagiers hut vanwege de hete stoomleiding, maar oververhitte stoom is niet heet genoeg om hout te doen bran den. Weer later doken er verhalen op over brand in de kolen; maar 74

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2004 | | pagina 20