zorgd was geweest en zelfs de staatsspoor "er niet meer van wist". De veranderde omstandigheden zouden het transport naar de spoor weg zeer moeilijk maken. Het zal wel in orde zijn gekomen bij de eerstvolgende ramp: naar echt Hol landse aard. Laten wij, voor wij onze rondwandeling voortzetten, langs de werkplaatsen en wat dies meer zij die onder arsenaal stonden of daar nauw contact mee hadden, nog even teruggaan naar de reeds genoemde "Rivièra", waar tegen de muur van een magazijn zelfs een bakje staat, waar in de middagpau ze de mensen hun brood aten en nu de magazijnkat van het zonnetje geniet. In de schrijftrant van de fol ders van de vacantietrip-bureaux blijvend: Nieuwsgierig geworden naar hetgeen achter de grote groe ne dubbele boogdeuren wel zal zijn, proberen wij de klink en zodra de eerste kier ontstaat, schrikken wij van een zeer luide bel. Dat is de verklikker!, die de bewaarder moet beschermen tegen lieden die ver keerde bedoelingen hebben. Mis schien ook wel om hem wakker te maken, of tijd te hebben zijn verbo den pijpje te doven. Hoewel er gro te ramen zijn, is alles schemerig en spaarzaam elektrisch verlicht. De oude olielantaarns zijn als noodver lichting nog hier en daar aanwezig. Wij zijn in het magazijn van schrijf- en tekenbehoeften. Het heeft werkelijk iets van een boek handel uit de vorige eeuw. Er is zelfs een toonbank voor de "klan ten", die met bonnen komen en verder achter een klaphekje blijven. De geldlade ontbreekt hier, maar de koperen balansweegschaal is er wel. Het verwarmingsvraagstuk is allerprimitiefst opgelost: potkachel tje met schoorsteenpijp door het raam. In de stoere dagen van de bouw was er niet op verwarming in de magazijnen gerekend. Oud en nieuw naast elkaar, ook hier: de fel rode modernste brandblusappara- ten vallen aanstonds in het oog naast de trap waar een traptouw hangt in plaats van een leuning. Een antieke windas doet dienst voor transport naar de zolder. Brand zou hier aanstonds een ramp betekenen en dat herinnert er aan hoe eens een bewaarder in flessen stekken "trok" van zijn geraniums, die nu hier ook voor het raam staan. Een dier flessen heeft als brandglas gewerkt; natuurlijk op een zondag, zo dat er niemand was en dat werd de oorzaak van een ern stige brand. Algemeen verbod tot "tuinieren" op die wijze; maar later zijn de planten toch weer voor de ramen verschenen. Uit; A.G. Vromans (kapitein ter zee b.d.), "Arsenaal, indrukken van de Rijkswerf Willemsoord uit de jaren 1936 - 1937" (Amstelveen 1970), pp. 33-41. N.B. Het manuscript is aanwezig op het Instituut voor Maritieme Historie van de Koninklijke Marine te Den Haag. Het bevindt zich in de 'Collectie Vromans' (met dank aan de heer M.A. van Alphen). Met het oog op de leesbaarheid is in de tekst een enkele correctie/ver duidelijking aangebracht. De foto's bij het artikel maken geen deel uit van het oorspronkelijke manuscript. 54

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2003 | | pagina 28