Het kanaal was ook van belang voor het personenvervoer. Zo konden de Nieuwediepers vier maal daags met een jaagschuit]e richting Alkmaar reizen. In 1857 werd de gasfabriek op de hoek met de Fabrieksgracht gevestigd. Voor de aanvoer van de vele kolen werd gebruik gemaakt van het kanaal. Nog weer later kwam er ter hoogte van de Ruygh- weg, aan de Bassingracht nummer 78, het storthuis van de gemeente reiniging. En ook deze dienst maakte voor het vervoer van vuilnis dankbaar gebruik van het Helders Kanaal. Bebouwing Langs het kanaal verrees lintbebou wing. Met eerst woonhuizen en daarna winkels, kerken, het wees huis, pakhuizen, twee molens, de gemeente-apotheek, bioscopen, uit gaansgelegenheden, een veewaag, een statig postkantoor en een klein politiebureautje aan het Molen plein. Achter de lintbebouwing ont wikkelden zich wijken als het stads centrum, de Visbuurt en de Van Galenbuurt. In 1865 kwam voor Den Helder de belangrijke aanslui ting met het achterland door een spoorverbinding. Hierbij werd voor het transport van vrachtvervoer de spoorlijn zo dicht mogelijk bij het Helders Kanaal gelegd; de lijn liep tot het Koningsplein. De aanleg van het spoorwegstation nabij het begin van de Spoorstraat was bepalend voor de ontwikkeling van het stads centrum. Er kwam namelijk inte resse voor woningbouw in de om geving van het station. In die perio de begint de ontwikkeling van de stad met straten tussen de Loods- gracht en de Spoorstraat, de Molen straat, Vlamingstraat en de beide Vroonstraten. Ook aan de Spoor- gracht en de Bassingracht zijn in middels straten gekomen. In 1890 zijn het stadscentrum en de Sluis- dijkbuurt voltooid en ligt de grens van de bebouwing van de Visbuurt tot aan de Jan in 't Veltstraat. Zo werd binnen een tijdsbestek van ongeveer zeventig jaar mede door de aanleg van het Helders Kanaal ruim een derde deel van het huidi ge Helderse woningbestand binnen de Linie gebouwd. Pontjes en bruggen Verschillende pontjes onderhielden de verbinding tussen beide oevers van het Helders Kanaal. Deze over vaarten werden na verloop van ja ren vervangen door bruggen. Al tij dens de aanleg van het kanaal werd over het begin, tussen de Binnen haven en de Maritiemeweg nr. i(de huidige N9), de Willemsbrug aan gelegd. Daarna kwam in 1840 de brug op de plaats van de tegen woordige Postbrug, gebouwd als draaibrug. Twee jaar later werd een vlotbrug ter hoogte van de Bier straat gelegd. Daarna kwam er een pontverbinding op de plaats van de huidige Molenbrug, en een smalle brug nabij de Nieuwstraat. In 1859 kwam de Molenbrug tot stand, ge bouwd als ophaalbrug. Toch is er nog heel lang gebruik gemaakt van pontjes. Nog in 1882 werd vergun ning verleend aan J. Bethlehem om het pontveer tegenover de Wind- steeg, dat zijn vader jaren had ge had, te mogen voortzetten. De Windsteeg is een gedeelte Zuid straat tussen Weststraat en Keizers- brug. In 1891 kwam er een eind aan het pontje van Bethlehem door de aanleg van de Keizersbrug, ge bouwd als draaibrug en in 1964 vervangen door een vaste stenen brug. De laatst gebouwde brug is de De Westgracht gezien vanaf de Keizersbrug in 1904. 45

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2003 | | pagina 19