De onverwacht grote belangstelling
en de hinderlijke tegenslagen die bij
de bevoorrading van elk nieuw schip
nu eenmaal schijnen te horen waren
er niet alleen de oorzaak van dat de
Willem III niet op haar afgesproken
vertrekdag kon afvaren. Er waren
ook nog problemen met de nieuwe
machines die de Engelse ingenieurs,
tot wanhoop van hoofdmachinist
Keiler, niet op tijd goed aan de praat
wisten te krijgen. Dat prins Hendrik
ook nog even onverwacht het schip
en de troepen kwam inspecteren,
was natuurlijk een grote eer voor de
maatschappij, het schip en de troe
pen, maar voor kapitein Oort bete
kende het weer een aantal uren extra
vertraging in de vele zaken die nog
afgehandeld moesten worden terwijl
hij Zijne Koninklijke Hoogheid
moest rondleiden.
Prins Hendrik stond nog niet terug
op de kade of de eerste passagiers
kwamen hun hut opeisen. Een van
hen was Cornelia van Geuns die
haar familie in Indië ging opzoe
ken. Ze vond het schip prachtig en
stelde zich veel voor van de komen
de reis, maar ze was al snel zeer
ontstemd over die drukte aan
boord. Ze kon de haar toegewezen
Voor de ilif-nst aan Koord van In:t STOOMSCHIP
ft 11,1,1: 71 iii, Kapitein 10. OORT, naar Java
bcuteuid, worden Kcvraaird:
i k> ópper-hófmeester.
ffy o.mii r-iioemeester.
BI FFI'.Tlil.UIli\OK.\
epa'e hoi meesteres.
ee.\ botteeier.
ef..y hok.
eey bakker.
ee.y siafcteh.
Aires met franco brieven, of liefst in persoon, op
littanila; '10 Donderdag; *13 Februari
aanstaande, tioselien ld en 3 uur, ten kantore STOO.M-
Y ertertaHd, Kim cuicrs-
burgwal ddO.
De Maatschappij Nederland adverteerde regel
matig om voor haar nieuwe schip het beste per
soneel te kunnen krijgen. Personeelsadverten
ties waren in die tijd ook heel bijzonder en het
geeft aan hoeveel werk de maatschappij maakte
om de eerste reis meteen een succes te laten
worden
eerste klas hut niet eens betrekken
toen ze op maandag aankwam om
dat daar nog een Engelse ingenieur
in huisde. Ze moest zich behelpen
met een kleine hut vlak bij het ru
moerige personeel en de nog ru
moeriger machinisten, bovendien
moest ze de kleine hut met een an
dere passagier delen.
Zo werd Cornelia van Geuns de
eerste passagier op de stoomvaart
naar Indië die zich beklaagde bij de
administrateur. Maar administra
teur Smits van de Willem III ver
stond zijn vak en elke keer als Cor
nelia weer eens kwam vragen naar
haar hut wist hij haar met de tact
die bij zijn beroep hoorde gerust te
stellen. Pas na een aantal dagen
kon mejuffrouw Van Geuns einde
lijk de door haar gereserveerde hut
betrekken.
Administrateur Smits had trou
wens zo zijn eigen problemen, zijn
staf van hofmeesters en bedienden
was veel te klein en ondanks her
haalde advertenties voor personeel
die de maatschappij in de grote
kranten had geplaatst waren er niet
voldoende hofmeesters op komen
draven. Om zijn probleem op te
lossen vroeg Smits of er onder de
troepen vrijwilligers
waren die de hofmees
ters bij wilden staan.
Een van hen, de acht
tienjarige grondwerker
van Bijlevelt, meldde
zich aan en kreeg een
baantje als hulp hof
meester. Het gaf hem
de mogelijkheid door
het hele schip te dwa
len en bovendien kon
hij een aantrekkelijk
graantje meepikken
van de eerste klas eetta
fel; iets waar hij jaren
later nog zeer over te
spreken was.
Zo kon dan eindelijk
de Willem III om 12
uur 's middags, don
derdag 18 mei 1871,
drie dagen later dan
was aangekondigd, met haar 62
passagiers, 130 suppletie soldaten
en officieren voor het Nederlandsch
Indisch Leger en 83 bemannings
leden vertrekken. Het vertrek was
dan wel te laat, maar de gebeurte
nis was er zeker niet minder feeste
lijk om. Op de kade, en tot ver op
de zeedijk, stonden honderden toe
gestroomde belangstellenden. Op
het wachtschip van de marine was
de scheepskapel aangetreden en
onder de pittige muziek die afgeslo
ten werd door een plechtig Wilhel
mus, vertrok eindelijk de Willem
III langzaam Het Nieuwe Diep uit.
Op het voordek zongen de 130 mili
tairen 'mooi maar weemoedig'; "O
God verlaat mijn Nêerland niet!".
De hele ceremonie duurde maar
kort want op de rede van Texel liet
de Willem III het anker al vallen
om haar kompassen te stellen, om
acht uur later de Noordzee in te sto
men en aan haar feitelijke eerste
reis naar Indië te beginnen....
Bovenstaande tekst is letterlijk
overgenomen uit: E.P. de Groot,
Varen op de Oost, incidenten, rampen
en nostalgie op de vaart naar Indië
(Alkmaar, 1994), hoofdstuk 1: "Le
rêve de mon ambition".
Noten:
1. Tegenwoordig beter bekend als Den
Helder.
2. Bij de Nederlandsch-Indische
Stoomvaart Maatschappij, na 1891
beter bekend als de K.P.M.
3. Le rêve de mon ambition: de droom
van mijn eerzucht.
42