De eerste reis van de Willem III De belangstelling in Het Nieuwe Diep1 voor de Willem III, het nieu we en eerste schip van de pas opge richte "Stoomvaart Maatschappij Nederland", was zo onverwacht groot en het schip werd zo vaak door gasten en relaties van de maat schappij bezocht, dat zelfs kapitein Oort niet meer wist hoe hij op tijd zijn schip klaar moest krijgen voor het vertrek naar Oost-Indië. Hij had zich dan ook trots gemeld als honorair lid van het gerespec teerde Amsterdamse Zeemanscol lege Zeemans-Hoop. Op 8 mei 1871 was de Willem III in Het Nieuwe Diep aangekomen uit Glasgow waar ze speciaal voor de vaart door het Suezkanaal gebouwd was. Al op maandag 15 mei zou ze, volgens de afspraak met de rege ring, moeten vertrekken, maar elke Het eerste schip van de Stoomvaart Maatschappij Nederland was de Willem III, hier aan de kade in het Nieuwe Diep in mei 1871. Egbert Oort was de nog jonge ge zagvoerder van de Willem III, 35 jaar oud en met een grote ervaring op stoomschepen die hij had opge daan in de Indische Archipel2. Voor hem was het meer dan alleen een eer het eerste stoomschip uit Nederland naar Oost-Indië te mo gen commanderen, zijn carrière kansen waren er sterk door ver groot en als gezagvoerder op een nieuwe lijn naar de Oost verwierf hij onmiddellijk de nodige status. dag kwamen er weer belangstellen den die het nieuwe schip van boven tot onder wilden bekijken en kapi tein Oort kon onmogelijk zowel de belangrijke en nieuwsgierige rela ties van de maatschappij als de ijve rige rijksdienaars een rondleiding weigeren. Tenslotte had de kersver se rederij het voor een groot deel aan diezelfde lieden te danken dat ze nu bestond en de lang gewenste dienst via het Suezkanaal naar de Oost kon openen. Een van de gasten die een heel bij zondere belangstelling voor de Wil lem III had, was Jan Boissevain. Ook nog maar 35 jaar oud zat hij al als een van de belangrijkste leden voor de maatschappij in de raad van bestuur. Al meer dan vijftien jaar was de vaart met stoomschepen naar Indië voor hem een droom ge weest waaraan hij hard gewerkt had en nu het dan eindelijk zover was bekende hij dat dit le rêve de mon ambitionl was. Toen hij net twintig was maakte hij al uitvoerige kosten berekeningen voor een stoomvaart lijn op Indië. En met meer dan ge wone belangstelling had hij het gro te werk van Ferdinand de Lesseps aan het Suezkanaal gevolgd. Er wa ren in zijn tijd meer ondernemen de lieden met plannen voor een stoomvaartlijn op Indië. De Schotse reder en scheepsbouwer John Elder benaderde in de zomer van 1869 chef G.J. Boelen van de cargadoors firma de Vries Co in Amsterdam met een dergelijk plan. Elder zou het geld en de schepen leveren en Boelen zou voor de Nederlandse la ding gaan zorgen. Toen het Suezkanaal zijn einde na derde had Boelen persoonlijk de plannen aan prins Hendrik mogen voorleggen. De prins was onmid dellijk voor het idee ingenomen, maar zegde zijn medewerking al leen toe als de onderneming een nationaal belang zou gaan dienen. John Elder moest als buitenlander terugtreden, maar hij kreeg wel de opdracht tot de bouw van vier nieu we schepen voor de nieuwe maat schappij. In zijn plaats kwamen een aantal Nederlandse zakenlie den; natuurlijk zat daar ook Jan Boissevain bij. 40

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2003 | | pagina 14