37 Tot zover had ik mijn verhaal ge reed toen ik op de gedachte kwam eens na te gaan of in Callantsoog wellicht wat meer informatie over het werkspoor was te verkrijgen. Via de zo zeer geprezen internet- zoekmachine 'www.google.com', kwam ik terecht bij onze zusterver eniging te Callantsoog. Deze histo rische vereniging die voor de leden het periodiek "De clock van Callens-ooghe" uit geeft is tevens oprichter van de Stichting Callinger Erfgoed. Zij is uit dien hoofde eigenaar en beheer der van de Museum(stolp)boerderij "Tante Jaantje" (Dorpsplein 33). De secretaris van de vereniging, de heer Guus Zeeman was zo bereid willig mij uit hun verenigingsblad aanvullende informatie te verschaf fen. De meeste informatie komt uit een artikel uit 1993 van de hand van de heer Leo Bromlewe. Hierna volgt daaruit een "bloemlezing". De bij dit artikel opgenomen foto's zijn ook door de heer Zeeman verstrekt. Het werkspoor had vanuit Den Hel der gezien niet Callantsoog als eindpunt maar liep nog verder door richting het Zuiden. Ter hoogte van het Zwanenwater had het wederom een afsplitsing; er ging een zuidelij ke baan naar Camperduin (eind punt Paal 26) en een oostelijke in de richting Noordhollands Kanaal (eindpunt Sint Maartensvlotbrug). Mijn fietstocht langs het werkspoor naar Callantsoog heb ik laten be ginnen bij Duinoord (Paal 3) maar het noordelijke eindpunt blijkt iets verderop richting Huisduinen, bij Paal 2 geweest te zijn. Aanvankelijk deed uitsluitend een zware met kolen gestookte locomo tief van Duitse herkomst (merk "Hanschel") dienst op de lijn. Deze locomotief kon circa 15 tot 20 kiep- of steenkarren trekken. Voor delen van het traject werd overigens ook nog gebruik gemaakt van paarden- De motorlocomotief"Montania" omstreeks 1930. De personen zijn J. Vriesman, meisje R. Bos, A. Manneveld, P. Weijen A.v.d. Werf tractie.Vanaf 1935 was ook een lich ter locomotieftype actief terwijl na de laatste wereldoorlog, omstreeks 1950 een motorlocomotief (merk "Montania") werd ingeschakeld. Het werkspoor was ook in die oor log in gebruik. De zeewering moest immers ook voor de Duitse bezet ters onderhouden worden. In hoe verre de Duitse Organization Todt, die bunkers en andere installaties in de duinen liet bouwen, er ge bruik van heeft gemaakt, is mij ech ter niet bekend. Het werkspoor vond definitief zijn einde in febru ari 1953 toen ten tijde van de Water snoodramp, storm en springvloed de spoorlijn, waar deze nabij de kust was gesitueerd, verwoestte. Sloop ervan volgde. Het transport ten behoeve van de kustbeveiliging werd voortaan verricht door vracht auto's. Het technisch onderhoud aan het materiaal werd in eigen beheer uit gevoerd door de machinisten en stokers. Dat geschiedde in de ma- chineloods die oorspronkelijk bij Paal 6 heeft gestaan, daarna ter hoogte van Paal 4 en tenslotte in de duinen stond bij Groote Keeten. Een zogenaamde karreloods stond aan de voet van de duinen aan de rand van het dorp Callantsoog. Cal lantsoog had een centrale functie in het werkspoornet. Dat zal dan ook de reden zijn geweest dat het perso neel grotendeels in Callantsoog en Groote Keeten woonde. Karl F. Walboom

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2003 | | pagina 11