6 had, achtte Obreen geen bewijs van een 'zedenloozen levenswandel', omdat dit 'de gewoonte dier dagen' was. Dat 's graven klerk Melis Stoke over zo'n schanddaad zou zwijgen lijkt overigens nogal logisch. Maar dat gefrustreerde edelen Floris V zwart wilden maken door zo'n verhaal in omloop te brengen, is uiteraard óók een mogelijkheid. J.W. Verkaik legt in zijn recente studie "De moord op graaf Floris V" (1996) in zijn verklaring van de moord alle nadruk op de politieke omstandigheden. politieke omstandigheden De historicus F.W.N. Hugenholtz ('Floris V', 1966 en 1977) had reeds geopperd dat de verkrachting waar zou kunnen zijn, dan zouden we in elk geval een motief kennen voor de moord op de graaf. Dat mannen als Gijsbrecht van Amstel en Her man van Woerden reden hadden om uit te zijn op de val van de graaf, is duidelijk. In de jaren tach tig waren zij door toedoen van de graaf beroofd van hun zelfstandig heid. Floris V had niet alleen de West-Friezen in het noorden de finitief onderworpen (1282, i287/'88), maar ook zijn macht naar het oosten uitgebreid en daar bij de goederen van Amstel en Woerden aan zijn bezit toegevoegd. De graaf zou bovendien door han dig inspelen op de mogelijkheden van het internationale handelsver keer tenslotte een financiële positie hebben opgebouwd, die vergeleken met die van andere vorsten niet slecht was. Maar of graaf Floris werkelijk als Europees vorst kon opereren is zeer de vraag. Hoewel Floris zoon Jan reeds kort na zijn geboorte 'verloofd' werd met de dochter van de Engelse ko ning Eduard I, ging de graaf in de Vlaamse oorlog op enig moment tijdelijk over van het Engelse naar het Franse kamp (1296). Uit teleurstelling over de terugtrekking van de Engelse wolstapel uit Dor drecht? Ten einde zijn tegenstan der de Vlaamse graaf onder druk te zetten? Om zijn aanspraken op de Schotse kroon kracht bij te zetten? Hoe het ook zij, dat de Engelse ko ning een rol speelde bij de gevan genneming van graaf Floris V is wel duidelijk, maar moord zal niet de bedoeling geweest zijn. Met de dood van graaf Floris V werd een periode afgesloten die de Hollandse positie had versterkt en stad en land tot groter bloei had gebracht, dankzij doelbewuste economische politiek. Hoewel de macht van de feodale adel inderdaad verminderd was en er sprake was van 'gestage vooruitgang der stedelijke burgerij- en', is het nog maar de vraag of ge sproken kan worden van Floris V als 'der keerlen God'. De West-Frie zen die door deze graaf hardhandig en definitief onderworpen werden dachten in elk geval niet in die ter men over Floris V. Maar dat is een ander verhaal. Voor een overzicht van de belangrijkste literatuur over Floris V zij verwezen naar J.W.J. Burgers, Graaf Floris V in de moderne geschiedschrijving in het tijd schrift 'Holland' no. 29 (1997) bladz. 308-318 Floris V en West-Friesland De bevolking van Holland werd tot in de 11e eeuw in de historische bronnen Friezen genoemd. Over de vroegmiddeleeuwse gezagsverhou dingen is weinig bekend. In de 9e eeuw vestigden Noormannen vor sten hun heerschappij in dit ge bied. Hieraan werd in 885 een ein de gemaakt door de moord op Godfried de Noorman, waarin graaf Gerulf een actief aandeel had. Deze stamvader van het zgn. Hollandse huis was in ieder geval graaf ten noorden van de Rijnmond (het ei genlijke Holland?) en zeer waar schijnlijk ook al in Kennemerland. Zijn zoon Dirk I immers was vol gens Melis Stoke, de 'geschied schrijver' van Floris V, stichter van de Abdij van Egmond: Hi ende vrouwe Gheve, syn wijf waren 't Egmonde begraven dat si stichtten (Rijmkroniek) De vraag blijft: lag dit zogenaamde grafelijk eigen klooster, dat eeu wenlang het geestelijk centrum van de gravendynastie zou zijn aan de periferie of in het centrum van hun machtsgebied. Als het laatste het geval was is het begrijpelijk dat Hollandse graven als Floris V hun macht in het noorden terug wilden hebben. Melis Stoke suggereert dat de gra ven hun macht over (West) Fries land wilden heroveren. Zij hadden "'t recht" daartoe. Voor ons blijft dan nog de vraag hoe ze deze gebie den dan waren kwijtgeraakt. Als ge volg van de talloze overstromingen? Of door politieke ontwikkelingen waardoor de Hollandse graven al hun aandacht nodig hadden in de zuidelijke gebieden? Bekend is dat Dirk III (993-1039) een tol te Vlaar- dingen opende en in ernstig con flict met de bisschop van Utrecht raakte. Dirk V (1061-1091) verkreeg zelfs het nog zuidelijker gelegen Zeeland in handen. Floris III (1157- 1190), Dirk VII (1190-1203) en Flo ris V verkregen steeds meer invloed in het Utrechtse, zodat Floris V ten slotte Woerden, Amstelland en het Gooi bij Holland kon voegen. Ter wijl onder Floris II het grafelijk hof verplaatst was naar Rijnsburg, ver plaatste de vader van Floris V zijn hof naar 's Gravenhage. Floris V zelf bouwde de Ridderzaal. Hoe in de 10e en 11e eeuw de ver houding tot West-Friesland was is niet duidelijk. Tot 1064 schijnen Dirk V en diens voorgangers de grafelijkheid in handen te hebben gehad, maar in dat jaar verkreeg de Utrechtse bisschop van keizer Hendrik IV de graafschappen West-Friesland en Rijnland.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2003 | | pagina 8