5
Woerden waren erg op de graaf ge
beten, maar schijnheilig als ze wa
ren, ze lieten dit niet merken. Inte
gendeel, ze nodigden Floris V uit
voor een jachtpartij in het Gooi en
bij die gelegenheid namen ze hem
gevangen. "Nu sijn U hooge spron
gen gedaan, gy zult wesen ons ge-
vaan". De graaf werd onderge
bracht op het Muider slot en men
was van plan hem vandaar weg te
voeren over zee, naar Engeland. De
Engelse koning had nog een appel
tje met hem te schillen, omdat Flo
ris V op een bondgenootschap uit
was met Frankrijk, Engelands vij
and. Dat wegvoeren bleek echter
niet zo eenvoudig, want het gewo
ne volk nam het op voor de graaf.
Muiderslot
Langs de kusten van de Zuiderzee
voeren scheepjes op en neer om te
verhinderen dat de graaf overzee
naar Engeland zou worden afge
voerd. En op het land hielden boe
ren en burgers gewapend met
dorsvlegels en hooivorken de
wacht.
Tenslotte werd de toestand voor de
edelen onhoudbaar: de graaf over
leveren wilden ze niet, in het slot
blijven durfden ze ook niet. Uitein
delijk besloten ze 's nachts heime
lijk een uitbraak te wagen en de
graaf door een achterpoortje te ont
voeren. Ze haalden Floris V uit z'n
kerker, trokken hem een boeren-
plunje aan, boeiden z'n handen op
z'n rug, stopten hem een hand
schoen in de mond en zetten hem
op een paard, zijn voeten onder het
dier vastgesjord. En zo vluchtten
de heren met de geknevelde graaf
tussen zich in het Muiderslot uit.
Bijna was het gelukt, maar in de
buurt van Naarden kregen enkele
boeren die verstopt zaten in een
ongemaaide roggenakker, de rui-
tergroep in de gaten. Helaas reed
Gerard van Velzen als verkenner
voor de groep uit. Hij ontdekte de
boeren, keerde zijn paard en rende
terug onder de kreet"Wij zijn ver
raden". Floris V meende nu kans te
zien te ontvluchten, wendde zijn
paard met de knieën en zette het
dier aan over een wetering te sprin
gen. Van Velzen, dit ziende, haalde
uit met zijn zwaard. Hij miste,
raakte alleen de op de rug geboeide
handen van de graaf.
vermoord door Van Velzen
Het paard van Floris V echter had
de sprong te kort genomen en raak
te te water. De graaf uit het water
halen, terwijl de woedende boeren
eraan kwamen zou onmogelijk
gaan. Van Velzen, woedend dat de
graaf wellicht toch verlost zou kun
nen worden, "was niet in sijn boos
herte voldaan, voordat hij in den
graave sijn lichaam 21 wonden en
steeken hadde gedaan". Daarna
vluchtte de snoodaard, de dodelijk
gewonde graaf achterlatend. De
dorpers kwamen te laat, de graaf
was niet meer te redden. Op een
haastig gemaakte draagbaar werd
zijn lijk naar Muiderslot gebracht.
Daar werd het lichaam van de graaf
gebalsemd en per schip naar Alk
maar gebracht en daar in het koor
van de Grote kerk bijgezet. Pas later
is de graaf herbegraven te Rijns
burg.
trouwe honden
Kersten mensche, hoer dit wonder
dat die hondekijn besonder
minde haren Here soe
dat si bi hem bleven...
(Melis StokeJ
Tot tranen toe geroerd waren wij,
schooljongens, over het verhaal van
de trouwe honden van de graaf, die
meegingen tot aan de laatste rust
plaats van hun meester. Zij hielden
daar de wacht en wilden zelfs niet
eten De moordenaars? Gijsbrecht
van Amstel, Herman van Woerden
en enkele anderen ontkwamen aan
de doodstraf door te vluchten naar
het buitenland, maar kwamen nim
mermeer in het vaderland terug.
Van Velzen, de grootste boosdoe
ner, die met enkele anderen naar
zijn slot Kronenburg (bij Loenen)
gevlucht was, werd na belegering en
inname van het kasteel gevangenge
nomen en ter dood gebracht.
verkrachting?
Was het toeval dat uitgerekend Van
Velzen, die volgens Melis Stoke sa
men met de graaf was opgegroeid,
Floris V had gedood. Of was zijn
diepe haat tegen de graaf ingegeven
door de verkrachting van zijn
vrouw door Floris V? In de ge
schiedschrijving dook deze be
schuldiging voor het eerst op in het
midden van de 15e eeuw, in het
'Oude Goudse Kroniekje' (circa
1440) en bij Jan van Leiden (circa
1460), waarna het verhaal via Aure-
lius 'Divisiekroniek' onderdeel
werd van het populaire historische
bewustzijn. Zo vond onze 17e
eeuwse historieschrijver P.C. Hooft
in dit verhaal de stof voor zijn to
neelstuk 'Geeraerdt van Velsen'.
Twijfels rezen pas na hernieuwde
kritische, op originele bronnen ge
baseerde geschiedschrijving in de
19e eeuw. L.Ph.C. van den Bergh
('De geslachten van Velsen en
Woerden', 1879) hield de verkrach
ting voor waar. Hij noemde Floris
V een 'dwingeland, die de rechten
des volks en de belangen des lands
meermalen aan zijn eigen belang
of aan zijn luimen ten offer bracht'.
Hij achtte de graaf heel goed tot
een verkrachting in staat, want
"Floris leefde in de grootste onge
bondenheid en echtbreuk en hij
offerde de edelste jonkvrouwen des
lands op aan zijne lusten". De his
toricus H. Obreen ('Floris, graaf
van Holland en Zeeland, heer van
Friesland', 1907) daarentegen was
vol lof over Floris' regering en be
toogde dat deze schanddaad niet te
bewijzen was. Het verlcrachtings-
verhaal komt in de oudste bronnen
niet voor, maar is afkomstig uit een
14e eeuws volkslied. Het feit dat
Floris V zeker zeven bastaarden