Opgravingsplattegrond van de Nuwendoorn, uit: D. P. van Wigcheren, Het Huis te Nuwendoorn (1976,1999), p. 9. Nuwendoorn heeft bovendien nog géén eeuw bestaan. Waarschijnlijk is de burcht bij een doorbraak van de West-Friese zeedijk verwoest. De burcht wordt voor het laatst ge noemd in de Grafelijkheidsrekenin gen van 1366. Dan valt er een hiaat in de nog bewaardgebleven reke ningen tot 1392. En in de rekenin gen van de daarop volgende jaren wordt de burcht geen enkele maal meer genoemd. Dat de burcht al behoorlijk te lijden had gehad na de dood van Floris V staat wel vast. Met uitzondering van Medemblik, dat een beleg van de opstandige West-Friezen doorstaan had, wer den alle dwangburchten zwaar be schadigd. Maar, met uitzondering van de totaal verwoeste burcht van Wijdenes, zijn de overige burchten zoals uit de grafelijkheidsrekenin gen blijkt, weer hersteld en is de bouw voltooid. De Nieuwburg en de Middelburg zijn pas in 1517 ver woest bij een overval van de zoge naamde Zwarte Hoop en daarna af gebroken. Maar, zoals gezegd, toen was de Nuwendoorn allang weer uit de rekeningen verdwenen. En niet alleen uit de rekeningen, inmiddels ook van de aardbodem. Men denkt aan een overstroming, want de in de zestiger jaren van de 20e eeuw opgegraven slotgrachten bleken vol- gespoeld met mariene materiaal. Bovendien ligt in de onmiddellijke nabijheid een doorbraakgat (wiel), dat door een 'vingerling' (uitlaag- dijk), 'een bocht naar buiten' her steld is. Was hier een zwakke plek omdat er een sluis lag? Ronald de Graaf in zijn uitstekende dissertatie getiteld 'Oorlog om Holland, 1000- 1:375' (:995) spreekt over een sluis en een haventje bij Schoorldam waar het materiaal vanuit de sche pen 'die over de Noordzee via het Zijpe' kwamen kon worden gelost. Maar kon het niet wat dichterbij? En hoe transporteren ze al die zwa re bouwstenen dan verder naar de bouwplaats? Want er moest heel wat gebeuren: een vóórburcht (22 bij 37 m) en een zwaar versterkte hoofdburcht (32 bij 32 m). En in die hoofdburcht dan weer een sterke poorttoren en een zeer zware hoofdtoren van 11 bij 11 meter! Er was bovendien al vóór 1270 ter hoogte van Krabbendam een dam in de Reker gelegd, haaks op de dij ken ter weerszijden van de Reker (op de westoever de Schoorlse zee dijk, op de oostoever de Rekerdijk die ter hoogte van Zijpersluis op de West-Friese zeedijk aansloot). Als de schepen met bouwmateriaal inderdaad van overzee (uit Fries land?) kwamen konden ze toch echt niet tot Schoorldam komen... En dat er een sluis was bij de Nuwen doorn weten we zeker, want de kas telein (burchtheer) Jan van Eg- mond, die van 1344-1366 in de gra felijkheidsrekeningen voorkomt, bezat de helft van een sluis bij de Nuwendoorn. Wanneer de West-Friese zeedijk is doorgebroken is niet te zeggen. Dat is zo vaak gebeurd. Zo meldt een tijdgenoot, Philips van Leiden (ge storven 1382), voor het jaar 1375 vele dijkbreuken in de 'Vriesen dijc'. En in 1387 is er sprake van dat 'die Vrij- esendijck van den grooten winde zeer gequest was'. Toen op grafelijk bevel in 1392 een commissie de West-Friese zeedijk schouwde, ver klaarde men 'dat 's Land oorbaar vorderde, dat de Zijpe (weder) ge dijkt werd'. Dat was niet voor 't eerst overigens en ook niet voor 't laatst. Maar dat is een ander verhaal. Een feit is wel dat de burcht hoe dan ook niet weer is opgebouwd, ja, zelfs tenslotte geheel verdwenen is. Want na verloop van tijd wist nie mand meer waar die burcht nou ei genlijk gelegen had. Ergens bij Ee- nigenburg, ja maar waar? Sommi gen dachten zelfs dat Eenigenburg daarom zo heette. Weer anderen geloofden wel dat Eenigenburg iets met een burcht van doen had maar niet met de Nuwendoorn. Er zou den dus twee burchten geweest zijn, vlakbij elkaar. En waarom niet? Want Nieuwburg en Middel burg lagen immers óók dichtbij el kaar?! Maar noch bij Melis Stoke, noch in de grafelijkheidsrekeningen is spra ke van een dergelijke tweeling burcht Eenigenburg. P. Noordeloos maakt duidelijk dat de naam Eenigenburg niets te ma ken heeft met een dwangburcht. Waarschijnlijk is de naam een sa menstelling van de geslachtsnaam En(n)ing(a), te omschrijven als 'Enno en de zijnen' en burg d.i. (versterkte) hoogte of (voorname) hoeve. En doore, dooren of doorn? Dat is

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2003 | | pagina 10