99 "...het meeste heb ik gevonden aan de buitenkant van de dijk: schatten, waarvan niet het bezit, maar het vinden geluk is: schel pen, zeesterren en anemonen, grillig wier en bonte kwallen in het water, dat helder als een dag droom langs een haventrapje klotst, en de zee, de lucht, de ruimte, die groter en onmetelijker schenen te worden, naarmate het stadje aan de binnenkant van de dijk me meer ging benauwen. De Hélderse zeedijk - lomp en ste vig stuk mensenwerk - omvat in mijn herinneringsbeeld de natuur en op geen Alpenweide of Azuren- kust zal ik de wissling der seizoe nen intensiever kunnen proeven dan daar waar ze bloei- en bloem- loos vergingen en juist daardoor het gevoel scherpten voor hun innigste wezen, hun licht, hun atmosfeer, hun smaak; lente: tintelende zon en bolle wind en de geur van vers- geteerde netten op de dijk; herfst storm en regen boven een grauw- groene zee, waar donker en blank de bruinvissen boven uit schieten. Ook schrijft ze enthousiast over "den tekenleraar, die ons misschien geen tekenen leerde, maar wel onze ogen gebruiken, een plantkundele- raar die ons wist bij te brengen dat de natuur meer rijkdommen bezit dan de scheefgewaaide "allemaal iepen en populieren, die de schame le tooi van de Helderse straten vormden en een enkele talen-leraar die onze rumoerigheid tot zwijgen wist te brengen tegenover de schoonheid Ook over haar klasgenoot Jan Krui- singa, de later als dichter Christi- aan Terpstra bekend geworden no taris, die in het oorlogsjaar 1944 zijn dichtbundel "530 N.B." uitgaf "tot steun en opbeuring van dege nen die op die toen zo fel omstre den breedtegraad leefden". Na de R.H.B.S. reisde Annie Ver schoor nog twee jaar op en neer naar Alkmaar om zich voor be be reiden op het Staatsexamen gym nasium. Pas daarna kon ze (in 1914) Nederlands en Geschiedenis gaan studeren te Leiden. Aan die (laatste) zomer in Den Hel der bewaarde ze goede herinnerin gen: "Het was een lange warme zomer en we hunkerden naar het water dat vlak achter de dijk lag. Maar achter de dijk zwemmen, dat de den alleen straatjongens en het marinezwembad in de veroliede Binnenhaven stond ons maar een paar zuinige uurtjes in de week toe. De badkoetsjes in Huisdui nen vonden we belachelijk en duur. Dus kochten wij een stuk zware katoen, knipten er.... een tent van, ratelden hem met de oude naaimachine in elkaar en zetten het niet bepaald deskundig uitgevoerde geval onder protest van ma.... op het strand op. Maar nauwelijks twee jaar later had 'ie dereen' een tent en konden we vanuit de onze nog maar nauwe lijks gaan zwemmen, omdat ma er al haar kennissen op een thee- aan-het-strand nodigde..." Na haar studie in Leiden trouwde Anna Helena Margaretha Ver schoor in 1920 met de historicus Jan Marius Romein (1893-1962). Samen met hem schreef ze de marxistisch getinte geschiedenis boeken "De Lage Landen bij de Zee" (1934) en "Erflaters van onze beschaving" (1938-1940). Beiden speelden ook enige decennia een belangrijke rol in de communisti sche partij. In 1935 promoveerde Annie bij Albert Verwey op "De Ne- derlandsche romanschrijfster na 1880" waarvoor ze de Wijnands Franckenprijs ontving (1931). Voor haar roman over Hugo de Groot "Vaderland in de verte" (1948) werd haar de prozaprijs van de stad Am sterdam verleend. Grote bekend heid kreeg ze door haar autoiografie "Omzien in verwondering" dat te vens een hoogst persoonlijke visie geeft op haar tijd en waaruit ze naar voren komt als een scherpzinnige en kritische, maar niet altijd even aardige, wat geremde vrouw van grote eruditie, die de periode waarin ze leefde boeiend beschreef. Niet ie dereen was overigens erg enthou siast over deze biografie. Alleen de titel al van Karei van het Reve's arti kel hierover is veelzeggend: "Annie get your gun". Hij vindt dat Annie - die hij als 'tante Annie' goed gekend heeft - op de door haar verfoeide moeder lijkt: "eigenwijs, eigenge reid, jaloers, gebiologeerd door standsverschillen". Zelf heb ik mevrouw Romein slechts eenmaal ontmoet in haar (tweede) huis in Groet, bezig met haar autobiografie. Voor mij was ze, inmiddels allang grootmoeder, een vriendelijke, erudiete en scherpzinnige oude mevrouw, waar ik grote bewondering voor koester de. En dat wil ik graag zo houden. Jan T. Bremer

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2003 | | pagina 7