door deze wereld lopen, dat hek en
het glanzend nieuwe touw, dat
jaarlijks bij de Koninginnedag-pa-
rade rond het exercitieveld gespan
nen werd. Hier hervind ik mijn
eerste begrip van de waarheid, dat
sommige mensen buiten en ande
re binnen het hek naar de muziek
behoren te luisteren en dat het
soms glorieus, maar meestal toch
vooral beschamend is met de uit
verkorenen voor het touw langs
het wijde veld over te steken".
Standsverschil
In haar in 1957 uitgegeven bundel
essays getiteld "Spelen met de tijd"
geeft Annie Romein af op de ran
gen en standen in het marinemi
lieu. Haar vader, die het ooit tot
schout-bij-nacht zou brengen, was
eigenlijk geen "echte" officier om
dat hij zijn opleiding niet had geno
ten aan het Koninklijk Instituut aan
de Buitenhaven te Den Helder. Hij
was ooit opgeleid aan de machinis-
tenschool te Hellevoetsluis en via
de onderofficiersrangen omhoog
geklommen. De echte zeeofficieren
vonden zo'n zeilschip met hulp-
stoomvermogen eigenlijk maar
niets. Zij keken neer op de machi
nisten "die hun mooie schepen met
rook en roet verpestten". Maar er
was nog iets: "deze benedendekse
zeelui kwamen ook maatschappe
lijk uit de laagte". En wanneer zo'n
pientere kleinburgermans zoon
achter in de dertig dan óók nog
eens officier werd, moest zo ie
mand dan "sociaal als de gelijke er
kend worden van de jeugdige luite
nant ter zee? Vergeet niet dat ook
zijn vrouw uit een ander milieu
kwam
"Duizend kleine speldenprikken:
hé, 'spreekt ugeen Frans?' Een
kind dat in zo'n omgeving op
groeit verliest heel vroeg zijn jeug
dige onbevangenheid. Je wordt
overgeslagen voor een partijtje,
want jouw vader is geen echte of
ficier'....".
terug in Nieuwediep
Na een verblijf van enkele jaren in
Soerabaja (Nederlands Indië) ging
de familie Verschoor in 1910 voor
de derde keer naar Den Helder. An
nie en haar oudste zus "gingen hui
zen kijken" en rapporteerden daar
over naar Den Haag:
Er waren een overzichtelijk aantal hui
zen op de Hoofdgracht en nog een
paar straten, waarin de marineofficie
ren al naar hun overplaatsingen stui
vertje wisselden, ....maar meestal tame
lijk uitgewoond en verveloos door de
zeewind. We schreven dus eenvoudig:
'het huis waar de Janssens of Pieter-
sens in gewoond hebben is leeg, en we
huurden er tenslotte een op de Hoofd
gracht, het spiegelbeeld van dat wat we
vóór Indië bewoond hadden
De toen zestienjarige Annie Ver
schoor kwam op de R.H.B.S. te
recht. Daarover schrijft ze in haar
autobiografie heel wat minder
vriendelijk dan in haar bijdrage aan
het gedenkboek van de school uit
x938.
"De Helderse HBS was in die ja
ren (omstreeks 1910) als school
vermoedelijk op een dieptepunt
onder een directeur (Dr. D.A.
Kerkhoff, 1901-1912), die, na een
paar attaques half kinds en een
voorwerp van spot voor zijn leer
lingen, gehandhaafd bleef tot hij
aan zijn pensioen toe was. Hij
woonde tegenover de school (Mo
lenplein), met twee bejaarde zus
ters, die wij 'de lijkies' noemden,
twee zoetsappige verdorde juffrou
wen, die zorgvuldig bijhielden wie
voor de school met wie liep. Een
stel niet minder bejaarde leraren
vertoonde daarvan alle kenmer
ken, zoals ingeroeste tics, verslap
ping van geest en gezag...
Helderse zeedijk
Maar verder had ze het best naar
haar zin:
"Hoe geweldig was het weer in een
storm op de dijk te lopen" noteert
ze opgetogen in haar autobiografie.
En in het gedenkboek van de
R.H.B.S. zegt ze hierover:
Rijks Hoogere Burgerschool
98