Herzogstraat, hoek
Van Galenstraat.
straat-school om 12.00 en 16.00
uur uit en de mijne om 11.30 en
15.30 uur, zodat ik hem en zijn
kornuiten niet tegen hoefde te ko
men. Ik kende onder meer ook Jan
van Balen, die op de Boerhavestraat
woonde en bevriend was met Henk
Prosper, met wie ik ook omging.
Op hen beiden ben ik een keer
kwaad geworden, wou ze te lijf
gaan, maar ze liepen weg; ze wa
ren even snel als ik, zodat het me
niet lukte een van hen te pakken te
krijgen. Ik was niet sterk, maar
wonderlijk genoeg kon ik harde
klappen uitdelen. Op de hoek van
de Krugerstraat tegenover Kriger
had je London waar mijn broer si
garetten haalde, meestal Piraatjes,
maar ook wel andere, zoals North
State. De lege doosjes van de ver
schillende merken spaarde ik, zo
ook sigarenbandjes. Na de oorlog
heb ik ze weggegooid of weggege
ven; het was leuk geweest als ik ze
nu nog had gehad zodat ze konden
worden afgedrukt. Tussen Berg
man en London had je eind 1939
nog een pas nieuwe zaak, waar ik
een kleine vouwbladcatalogus ont
ving met Hornby (ook) treinen en
Dinky Toys, waaronder militair ma
terieel. Op de hoek aan de overkant
van London had je eerst de melk
handel Scheer, daarna Slot. Die
ging zijn klanten af met een bak
fiets, melkboer Bosch met paard en
wagen en dan niet gezeten op de
bok, maar op de afscheiding ervoor,
direct achter het paard. Wij hadden
in 1939 'Jong Holland' (dat was
meen ik de naam), vertegenwoor
digd door een vrij jonge en aardige
man die met een wagen liep en die
in verband met de algemene mobi
lisatie in augustus van dat jaar op
moest komen bij het korps mari
niers.
Aan de overkant van Slot had je het
hoekhuis van agent Van Laar met
wiens oudste zoon Jan ik bevriend
was. De meisjes Kriger behoorden
tot zijn kennissenkring en zo ook
enigszins tot de mijne. Zijn broer
Jo was bevriend met Wim(pie)
Spierenburg van de drogist (Wim
heeft naderhand de zaak van zijn
vader voortgezet). Behalve Jo had je
dan nog zijn zusje Grets en zijn
broertjes Klaas en Barendje. Voor
bij Van Laar had je een pianostem
mer (tevens pianozaak?) en een
kapper, waar ik met mijn vader
naar toeging. Aan de overkant had
je ergens slager Wit (met een zoon
van mijn leeftijd, die op de Her-
zogstraat-school zat) en vlakbij de
Kerkgracht twee deuren naast el
kaar met een naambordje Schut,
waarvan er een de baas was van een
houthandel. Tussen Wit en de
Schutten, of gerekend vanaf
Scheer nog vóór Wit had je Laan,
een groentewinkeltje. Laan herin
ner ik me als een vriendelijke man,
die Italiaans aandeed. Zwart haar,
bruine ogen? Hij was meen ik
rooms-katholiek, had een zoon en
een dochter van ongeveer mijn leef
tijd; die zag ik in het voorbijgaan in
de winkelruimte, maar op straat
heb ik ze nooit gezien, 's Zomers
liep Laan met een ijscowagentje
(een bakfiets met drie wielen). Hij
liep ook als drager mee bij begrafe
nissen. De stoet passeerde altijd
ons huis, eerst met paarden, later
met auto's, stapvoets rijdend. Later
verkocht Laan in zijn winkel ook
nog iets op brandstofgebied. Laan's
bedrijf had diverse ijscomannen.
Gepoogd is om 's winters in plaats
van ijs bekertjes warme chocola aan
de mens te brengen, maar dat liep
niet. Aan de 'Laankant' van de Van
Galenstraat had je ook nog een
112