slingerd. Dat stond nu opnieuw te wachten. Hij raadde de mensen aan het vege lijf te bergen. Een moedige politieman, die over de plank durfde, werd door de schip per bezworen aan de hand van zijn papieren, dat hij geen buskruit vervoerde. Het hielp niets. De bur gemeester, vermoedelijk, belde de Hembrug op, waar men de brand weer waarschuwde en zo kwam het dat in de voornacht het hoofd met de majoor van Bruchem gezonden werd om te Alkmaar van advies te dienen en de gemoederen te kal meren. Aan Den Helder heeft toen niemand gedacht. De wit-gele stankwolken werden dichter en uit leg dat het alleen een geval van broei betrof in natte vette draaispa- nen en wat verhitte zwavelresten in schroot baatte niets. Niemand merkte op dat het schip geen "bus- kruit-vlag" voerde en de autoritei ten hadden kunnen weten dat, in dien de MTD III werkelijk kruit vervoerde, volgens wettelijk voor schrift, de burgemeester van elke gemeente, dus óók die van Alk maar, vergunning tot passeren had moeten gegeven hebben en boven dien zou het Corps Geleiders van Ontplofbare Stoffen van het Depar tement van Waterstaat in de vorm van een "geleider" aanwezig zijn geweest. Om kort te gaan: het scheepje moest wèg. Nadat de Hembrug-deskundigen hadden weten te voorkomen dat de Alk- maarse brandweer het vol water ge pompt zou hebben, vertrok het weer en wel gesleept, want men vreesde een ontploffing wanneer de motor werd aangezet! Het ging naar het Alkmaardermeer en daar wachtte de schipper de dag af. Het meeste vocht was nu wel uit het ruim, de smook verminderde en hij vervolgde zijn reis. Merkwaar dig dat hij verderop langs het Noord-Hollands Kanaal geen enke le moeilijkheid ondervond, b.v. bij de vlotbruggen. Had men in Alk maar tenslotte de dwaasheid van angst begrepen? De Hembrug zou Den Helder inlichten en dat bracht de majoor van Bruchem op de Hoofdgracht bij de chef-arsenaal. De directeur vond de chef-arsenaal bezig de lossing voor te bereiden bij de losplaats nabij de Westpoort naast het voormalige korenmaga zijn. Hij toonde zich hoogst ont stemd en wilde alsnog het scheepje weigeren: zelfs wilde hij de admi raal vragen het op de rede in de grond te schieten en wat nog ver der in zijn boosheid voor onrede lijks bij hem opkwam, toen, als ver wacht, de MTD III de neus met de vrolijk wapperende MTD-wimpel, gehuld in een vage damp, wat wij nu "smog" noemen, in de West gracht zichtbaar werd. De werf- sjouwers stonden klaar, de uitge legde brandslangen waren niet no dig en zo omtrent 10 uur des mor gens was het "kruitschip van Alk maar" geschiedenis. De vrouw van de schipper, die toch wel een beetje bang was gemaakt en in Alkmaar bij kennissen de nacht had doorge bracht, was er alweer en zorgde voor koffie voor ieder. De chef-arse- naal ging naar huis om een ander pak, vanwege de zwavellucht, en werd ontvangen met de opmer king: "Hè, ben jij bij het vuurwerk geweest?". Sinds die tijd heeft de directeur nóg minder opgehad met de marine-transportdienst dan ooit tevoren; en dat was al weinig. Uit: "Arsenaal, indrukken van de Rijswerf Willemsoord uit de jaren 1936-1937" door A.G. Vromans, kapitein ter zee b.d. (Amstelveen 1970). Mat dank aan de heer M.A. van Al phen. N.B. Het manuscript is aanwezig op het Instituut voor Maritieme Historie van de Koninklijke Marine te Den Haag. Het bevindt zich in de Collectie Vromans'. Met het oog de leesbaarheid zijn in de tekst enkele (kleine) wijzigingen aange bracht. De geplaatste foto's maken geen deel uit van het oorsprokelijke manuscript. 105

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2003 | | pagina 13