Het Nieuwediep
en het Vierkantje
aan het begin van
de vorige eeuw.
te op aan een buskruit-transport;
hoe kón het anders. En veel overre
dingskracht van de deskundige
"burgers" was nodig; tenslotte wer
den zij heel ongeduldig en gingen
harde taal gebruiken, zoals zij mij
later vertelden, toen de directeur
het scheepje wilde weigeren. Men
kan zich het toneeltje wel voorstel
len: de verraste directeur in nacht
kleding de wat verfomfaaide groep
van de Hembrug, die tenslotte de
halve nacht rondgereden had en
met een allervreemdste boodschap
kwam. Zij zijn wat verongelijkt
weggereden en hebben zich ge
troost met een reuzenpannekoek
met het nodige bier in hotel Belle-
vue bij het Station waar dat gerecht
weliswaar 'spécialité de la maison'
was, maar men niet bepaald ge
woon was dit zo tegen zessen des
morgens te serveren. Wat was nu
eigelijk het geval? De Rijkswerf was
als een echte "doe-het-zelver" be
gonnen ankers voor zeemij nen te
gieten en daar werd schroot voor
gebruikt, dat onder andere door de
Artillerie Inrichting aan de Hem
brug werd geleverd en als retour
vracht door de eigen marinetrans
portdienst werd aangevoerd. Prach
tig! Maar dit maal was een lading
schroot aan boord gebracht, die
deels bestond uit draaispaken, die
(zoals normaal) met heel wat booro-
lie en zo besmet waren en omdat ze
bovendien in de regen hadden gele
gen neiging hadden tot broeien
wanneer de hoop te hoog werd. Bo
venop (en dat was een foutje; men
had andersom moeten laden) was
een partij schroot gekomen, die
was verkregen door de lichamen
van granaatkartetsen stuk te slaan.
Aan de scherven zaten nog resten
van zwavel, die gediend had om de
loden kartetskogeltjes vast te zet
ten. Inderdaad was de schipper in
kennis gesteld van de kans op broei
en was hem geraden de luiken
goed dicht te houden om een uit
slaand brandje te voorkomen; over
de zwavel had men niets gezegd.
De ladingbrief had natuurlijk ook
niet over kruit of iets anders gevaar
lijks gesproken en zoiets was dan
ook niet aan boord. Was dat wel zo?
De chef-arsenaal vernemende van
brand in de lading heeft toch nog
een ogenblik gedacht aan een er
gens in een hoek van het ruim ver
geten kist munitie of rookvrij bus
kruit, maar verwierp de gedachte.
Er was teveel controle, dan dat zo
iets zou kunnen gebeuren en de er
varen schipper, die zijn gezin aan
boord had, zou wel wijzer zijn geen
gevaarlijke fouten te maken. Hoe
het zij, tot Alkmaar ging alles goed.
Men kwam daar tegen de avond
aan en maakte vast aan de kade zo
als dat gebruikelijk was, midden in
de stad. De schipper zat aan zijn
avondeten, toen van de wal af werd
geroepen: "schipper, je staat in
brand!" Werkelijk, er kwam van on
der de luiken een grijswitte rook
wolk en het stonk naar zwavel. Met
een was het helemaal mis! Zwavel,
buskruit, ontploffen! De omstan
ders alarmeerden de politie, die de
burgemeester en tenslotte, na heel
wat tijd, de brandweer. In een paar
minuten stond de kade vol, totdat
de man verscheen, die zich het
kruitschip van Leiden blijkbaar het
best herinnerde, omdat hij thuis in
de "mooie kamer" de bekende plaat
aan de wand had, waarop het sprin
gen, maar dan ook wel zeer realis
tisch, was afgebeeld: tegen een pik
zwarte achtergrond van de nacht
zag men een soort van Krakatau-
uitbarsting; steekvlammen hoog
boven de in elkaar stortende hui
zen; afgerukte armen en benen en
complete menselijke figuren en
zelfs dieren, zag men omhoog ge-
104