van de MTD was echter het bus-
kruit-vervoer, dat door geen parti
culiere firma geëntameerd kon
worden. De MTD vervoerde ook
andere bijzondere lading; zeer kost
bare soms, zoals periscopen voor
onderzeeboten, zoeklichten en
vuurleidingapparatuur, die alleen al
duur zouden zijn gekomen aan ver
zekeringskosten bij particulier ver
voer. Maar ook volumineuze zaken
als stoelen en bedden (bultzakken)
waren beter per MTD te transporte
ren. Ook kaas hoorde tot de specia
le vracht. Lijndiensten hebben er
bezwaar tegen, wegens de lucht die
alle andere lading besmet en ook
wijzelf konden dan met die boot ze
kere tijd geen meel vervoeren. Ook
werden wel verhuisboedels ver
voerd, doch alleen wanneer de fir
ma Koningsbrugge, die de dienst
op Amsterdam verzorgde, reeds
vracht genoeg had. In de zomer
maanden werd dit rederijtje gehol
pen door, tijdens grote drukte, een
deel van de aangeboden lading be
rekend naar particulier-tarief
met de MTD mee te geven. De
MTD had de naam onzuinig te wer
ken, onrendabel te zijn, weshalve
er veel werk gemaakt werd van effi
ciënt gebruik. Er werd zelfs een for
mule bedacht ter controle van de
"beladen-kilometer" en een grafiek
wees uit - tot groot verdriet van de
schippers - wanneer er onvoordelig
was gevaren. Maar het kon soms
niet anders. Zo zag de directeur
eens een MTD motorboot op het
water liggend van de werf vertrek
ken; hij deed de boot stoppen en
kon alleen maar constateren dat het
ruim uitpuilde van kooigoed, ka
pokmatrassen, bestemd voor de
voorraad van de opleiding tot ma
troos te Vlissingen. Ik schreef al dat
de schipper van de MTD III zijn ge
zin aan boord had. Een der gevol
gen hiervan was, dat het werk scha
de leed wanneer de knappe oudste
dochter (een "aankomend meisje"
heette dat toen nog) boodschappen
ging doen wanneer de boot op de
werf lag. Toen het jongste kind
werd geboren, was de MTD1" te
Goejanverwellesluis bij Gouda en
bij de aangifte bij de Burgerlijke
Stand daar is de naam van de brave
schipper Roodschild verbasterd tot
een zeer onwelriekende. Het heeft
moeite gekost het kind daarvan te
redden; het heette dat wijzigen niet
meer kon, "verduistering van staat"
zou zijn. Met hulp van Justitie is
het nog terecht gekomen. Een tra
gisch geval was het verdrinken van
de dekknecht van die motorboot,
die op een onverklaarbare wijze
naast de boot, liggend op de werf
aan de kade bij "expeditie" in de
modder stikte. Om deze paragraaf
af te sluiten het meer opwekkende
relaas van:
Het Kruitschip van Alkmaar
Op 12 januari van het jaar 1807
sprong het Kruitschip van Leiden.
De herinnering daaraan leefde
voort onder volgende generaties,
die zich niet realiseerden, dat de
ramp zijn oorzaak vond in de ont
branding van zwart salpeterkruit,
dat in de twintigste eeuw slechts
nog in minimale hoeveelheden per
scheepslading, in de "ernstvuur-
werkerij" werd gebruikt. Ook aan
de ongelukken, in het bijzonder bij
de Franse marine, waarbij pantser
schepen verloren gingen (1907 het
slagschip "Jéna" en 1911 de "Li-
berté"), die te wijten waren aan het
destijds toegepaste cordiet, had
men, zij het vage, herinneringen.
Dat het nitroglycerine-nitrocellulo-
se buskruit van de soorten, die in
1936 bij de Koninklijke Marine in
voorraad waren in brand zou gaan,
was op zich zelf haast ondenk
baar. Het publiek èn de burgerauto
riteiten waren echter zover nog
niet. En zo kon het, dat het begrip
"schip met buiskruit" ook in mo
derne tijd aanstonds associaties op
riep met gevaar; deed denken aan
een mogelijke ramp. Zo was er
maar weinig nodig om een op zich
zelf onschuldig voorval met een
scheepje, waarvan bekend was dat
het ook wel eens voorbij voer met
de witte vlag met in zwart "Bus
kruit" op de voorsteven, een kleine
paniek te doen veroorzaken.
Op een fraaie najaarsnacht in 1956,
zo tegen het aanbreken van de dag
werd de chef-arsenaal in zijn huis
aan de Hoofdgracht gewekt door
het geluid van steentjes die tegen
het slaapkamerraam geworpen wer
den door de majoor der artillerie
Duchasne van Bruchem. Deze was
met het hoofd van de brandweer
van de Artillerie Inrichting aan de
Hembrug uit een vuurrode auto ge
stapt en had vergeefs getracht de
elektrische voordeurschel te gebrui
ken, die voor de zoveelste maal bij
dit niet zo bar best onderhouden
huis defect was. De Duitse dienst
bode, die het eerst wakker werd,
stak denkend aan een "vrindje" van
de vloot, dat terugkerende naar zijn
schip eens een grapje wilde uitha
len, het hoofd dieper onder de de
kens en sliep verder. Waarom dan
niet per telefoon gewaarschuwd? In
die dagen was het nog een uitzon
dering dat officieren een telefoon
aansluiting hadden.Wij zouden er
vandaag soms weer liever vanaf wil
len. De majoor kwam met zijn ge
zelschap van Alkmaar en kondigde
aan dat de MTD III met smeulende
lading op weg was naar Den Helder
en dat die aanstonds gelost moest
worden; er was bepaald géén gevaar
bij. De chef-arsenaal heeft geen
ogenblik aan buskruit behoeven te
denken, wetend dat de lading uit
schroot zou bestaan. Hij spoedde
zich naar de werf om daar alles in
gereedheid te brengen en liet de
brug bij het Ankerpark waarschu
wen, de afsluitboom van het bassin
bij de Ankerpark-brug openen en
de sluis van het Boerenverdriet
klaar maken. De werfbrandweer
werd gealarmeerd. Op zijn voorstel
ging de Hembrugdelegatie naar het
"Paleis", waar men de directeur
Visman uit zijn bed haalde en hem
uitleg deed. Wat een goede zet was;
bij hém kwam namelijk de gedach-