Arsenaal, indrukken van de Rijkswerf Willemsoord uit de jaren 1936 -1937 (4) De expeditie en de Marinetransportdienst Bij de brug over de sluis tussen het Boerenverdriet en het werfbassin bevond zich de Expeditie van de werf, die praktisch onder "arsenaal" werkte en inventaris en verbruiks- goed voor de vloot en de marine-in richtingen buiten Den Helder, als mede de zendingen naar Soerabaja verzorgde. De dagelijkse leiding be rustte bij de commandeur Riekwel (een zo bijzondere naam, dat die gemakkelijk in het geheugen bleef), die met slechts één jonge klerk in een heel nauw en vol kantoortje van de expeditieloods wonderlijk effi ciënt werkte: hij wist alles, kon alles en zijn verwijt was als er iets mis ging: "had U het mij maar gezegd, overste". De Indische expeditie werd vroeger vanuit Amsterdam verzorgd via het Koloniaal Etablis sement. Nu verzamelde en verpakte men te Willemsoord. Dat laatste werd verzorgd door twee magazijn bedienden, die uit Amsterdam ge komen waren en die beweerden "communist" te zijn; wat hen niet belette ongelooflijke staaltjes van verpaklcunst te presteren: b.v. twee 2 meter lange dunwandige 20 a 30 cm dikke glazen pijpen bestemd voor leidse Flessen voor de radio dienst te Soerabaja wisten zij "breekvrij" te verpakken - en met succes. En dat terwijl in die dagen hun "kameraden" havenarbeiders te Amsterdam nogal eens een kist gemerkt "Gouvernements Good" (in rood) even "op zijn kant zetten" als uiting van hün anti-kolonialisti sche gevoelens. Te Amsterdam had de werf wat dekschuit-materieel en een motorboot, die de goederen bij de emplacementen van de Maat schappij Nederland plachten te brengen. Wat via Rotterdam ver scheept werd met de Rotterdamse Lloyd werd per marinetansport- dienst daarheen gebracht dan wel rechtstreeks van de leverancier. De chef-arsenaal was in het oog van de scheepvaartmaatschappijen een "verscheper"en werd met égards behandeld. Het meest, vrijwel alles, ging per Marine Transport Dienst, MTD, zulks ook omdat de expeditie per spoor duur en onhandig was (de werf heeft nooit een verbin dingsspoorlijntje gehad met de lijn Den Helder-Alkmaar). De MTD had geüniformeerd personeel (gele uitmonsterig) en voerde zelfs een officieel vastgestelde dienstwimpel op haar drie motorvaartuigen, waaruit de "vloot" bestond. Onge acht de z.g. kanaalboot (een lichter) en het reeds genoemde materieel te Amsterdam. In de periode waar over wij spreken, waren er slechts twee motorschepen in dienst, waar van één bewoond door het schip- persgezin, n.1. de MTD III, de grootste. Ik heb niet meer kunnen achterhalen hoe groot precies de scheepjes waren (het grootste mat ongeveer 100 ton, een ander onge veer 60). Het waren motorvaartui gen zoals er honderden rondvoe ren. Ze waren alle "tweedehands" en niet meer zo jong. De MTD III heeft zelfs (in 1938) een nieuwe motor gekregen, die zéér nodig was. Overigens verschilden ze niet veel van wat er verder vracht voer op de Nederlandse binnenwateren, maar waren wat geadapteerd voor vaart bij goed weer op de Zuid-Hol landse en Zeeuwse stromen voor reizen naar Hellevoetsluis en Vliss- ingen (waarbij meestal Rotterdam werd aangedaan). Dè 'raison d'être' De gebouwen van de torpedodienst aan het Boerenverdriet in 1975 102

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2003 | | pagina 10