De watersnood van 1953
'Zoals het er gisteravond al naar
begon uit te zien, zijn de weers
vooruitzichten voor het weekeinde
zeer ongunstig. Bij Schotland is
een actieve depressie tot ontwikke
ling gekomen die met veel wind en
regen over de Noordzee naar het
oosten trekt. Vooral de kustprovin
cies zullen daar een vlaag van mee
krijgen', aldus het weerbericht van
zaterdag 31 januari 1953.
Op een winderige zaterdagmiddag
volgde een avond waarop men in
Den Helder tegen elkaar zou zeg
gen: 'Het stormt'. Die nacht zou
het slecht weer worden, met een
zware noordwester en het was volle
maan, dus springvloed. Maar dat
het de geschiedenis in zou gaan als
'De Watersnood van '53', neen, dat
had niemand verwacht. 'Zaterdag
avond om kwart voor acht stonden
wij bij het kerkje in Huisduinen,
toen het gebulder van de storm
werd overstemd door glasgerinkel',
aldus de Helderse Courant. 'Drie
grote ruiten van het Badpaviljoen
vlogen aan scherven. Wij zagen
hoe hoge stortzeeën over de Dijk
vlogen en de dakpannen van het
Badhotel natmaakten. Maar dat
zou nog slechts het begin zijn.
Twee huizenblokken aan de Hor
tensiastraat en de Goudenregen
straat waren door stormschade on
bewoonbaar geworden. En machte
loos moest men toezien bij de ver
ontrustende afslag van het duin.
Het is sinds mensenheugenis niet
voorgekomen dat in één nacht over
De kruim van het Wierhoofd nabij de
TESO-haven werd door de zware storm
met orkaankracht zwaar beschadigd.
zulk een lengte de hele buitenste
duinregel wegsloeg. Maar het is
ook een zeldzaamheid, dat een or
kaan met zo'n hoge waterstand ge
paard ging. De schepen in de ha
ven, waarvan de steigers diep ge
zonken schenen, boden een fantas
tische aanblik. Met man en macht
moest worden gewerkt om hier een
enorme schade te voorkomen. Ter
hoogte van de Atjehloods dreigde
de kruiser Hr. Ms. Tromp op drift
te slaan en het achterschip ramde
de steven van het opnemingsvaar
tuig Luymes', aldus genoemde
krant.
In de provincie Noord-Holland was
de buitenste duinenrij op drie plaat
sen bezweken. Even ten noorden
van de Groote Keeten was dit het
geval nog vóórdat de springvloed de
hoogste stand bereikte. De duinen
rij die daar zeer smal is brak over
een lengte van tweehonderd meter
open en met woest geweld stroom
de het water naar binnen. Het
drong door tot de Zanddijk en
Rijkswaterstaat begon onmiddellijk
de zwakke plekken in die dijk te
verstevigen. De Helderse zeedijk
had het eveneens zwaar te verdu
ren. In dit bolwerk werden twaalf
gaten geslagen, maar er bestond
geen direct gevaar voor het achter
land. Het wachtlokaal van de TESO
aan de Buitenhaven kwam geheel
onder water te staan en dreigde in
te storten. De schepen in de mari
nehaven kwamen zonder stroom te
liggen doordat de op de wal staande
motoren werden overstroomd. En
bij de aanlegwerken van de Nieuwe
Haven brak één van de pas aange
legde dijken door, wat alleen gevol
gen had voor de uitvoering van het
werk. Ten zuiden van vliegveld De
Kooy sloeg het zeewater over de
Balgdijk en beschadigde de achter
zijde van de dijk. Voor de Anna
Paulownapolder, die door de water
snood van 1916 geheel blank was
komen te staan, bestond geen
vrees.
Het was uiteindelijk aan het draai-
7i