Drukkerij De Boer en mijn kronkelpad door de jaren 1925-1940
Ik ben geboren in Den Helder en
daar ben ik m'n hele leven dank
baar voor geweest. Er waren lieden,
niet in die stad geboren, die dat
niet begrijpen konden. Ze vonden
het maar arm, dat je daar maar één
kant op kon: Zuidwaarts. Anderen
meenden, dat de stad een kilometer
verder had moet liggen: in het
Marsdiep. Maar ik was blij en
gelukkig met Den Helder. Want kun
je je voor jongens een beter oord
voorstellen dan "Nieuwediep"? Er
waren de dijk, de haven, de duinen
en het strand, je kon vissen in de
marine buiten- en binnenhaven, als
mede in het Groot Noord-Hollands
Kanaal. En dan was er nog het
"Kuitje" achter de Koopvaarders
schutsluizen. Daar vonden we de
pieren voor onze vis-activiteiten.
Afwisseling te over dus. Er was
eigenlijk maar één nadeel. Als je er
aan toe was om je plaats in de
maatschappij in te nemen dan
bood Den Helder weinig mogelijk
heden. Er was de Rijkswerf. Daar
werkten heel veel inwoners, ik
meen aan het einde van de jaren
twintig zo'n 2200. Vaklieden zowel
als kantoorpersoneel. Maar het
gebrek aan industrie was een handi
cap. Wat moest je als je feitelijk
niets voor de 'werf' voelde? Ja,er
was nog de Twentsche Bank tegen
over de Postbrug aan de Kanaal-
weg. En even verderop de Rotter-
damsche Bank. Maar ach, zoveel
werkgelegenheid boden die nu ook
weer niet. Dan maar matroos wor
den bij de Marine? Ook niet voor
iedereen aantrekkelijk. Tot mijn
grote geluk was er nog Drukkerij De
Boer! Een groot bedrijf met tussen
de zestig en zeventig werknemers.
Koningstraat
met rechts
drukkerij
De Boer.
Toen ik in de laatste (3e) klas van de
Chr. Mulo aan de Kanaalweg zat
kwam er opeens een baantje vrij als
jongste bediende bij het kantoor
personeel. Mijn ouders vonden dat
een unieke kans voor mij. Daar zat
wel wat eigenbelang bij. Mijn vader
was een (overigens uitstekende)
schoenmaker. Een vakman die echt
schoenen kon maken en repareren.
Voor ongelukkige voeten (dat
kwam vroeger veel vaker voor dan
nu) wist hij goede schoenen te ont
werpen en te maken. Helaas echter
was dit vak tanende en het was een
armoedig bestaan. Het zou heel
welkom zijn, als ik wat ging verdie
nen. Het kwam er dan ook van, dat
ik voor twintig gulden in de maand
leerling-kantoorbediende werd. Ik
moest dus voortijdig van school af
en dat vond bovenmeester Piet
Storm niet leuk. Het was volgens
hem heel erg, dat ik daardoor het
diploma mis liep. Maar met zijn
goede hart beloofde hij mij, dat hij
met kosteloze privé-lessen in ieder
geval mijn talen verder zou ontwik
kelen. Over meester Storm later
meer.
Naar De Boer
Begin december 1927 betrad ik de
heilige grond van het drukkerij be
drijf. Ik besefte toen nauwelijks, dat
ik daarmede een bijzondere wereld
binnenging. Er bestaat een beroem
de Engelse tekst, die het karakter
van een drukkerij probeert weer te
geven. Het lijkt mij wel zinnig om
de vertaling daarvan te laten volgen:
"Dit is een drukkerij,
Kruispunt van de beschaving.
Toevluchtsoord voor alle kunsten
tegen de teistering van de tijd.
Wapenuitrusting van de onbe
vreesde waarheid tegen
Fluisterend gerucht. Niet aflaten
de bazuin van de handel.
Moge vanaf deze plaats woorden
over de gehele wereld
Hun weg vinden".
Misschien vindt u deze ontboeze
ming wat overdreven en onwerke
lijk, maar ik verzeker u, dat ik die
sfeer jarenlang ondergaan heb.
Mijn leven is er zeker rijker door
geworden.
39