zuidoosten van Texel en op de rede van Den Helder langs de Zuijdwal, zo ongeveer ter hoogte van de hui dige marinehaven. De compagnie schepen ankerden daar tot 1782. Toen pas kreeg Den Helder, na herhaalde verzoeken aan de Admi- vaarders in de Helderse haven. Op een kaart uit 1788 liggen de VOC schepen afgemeerd aan beide zij den van de huidige Teso-veerha- ven. Het kwam natuurlijk allemaal veel te laat. De VOC was toen al bankroet, met als trieste bijkom- de vele dorpen langs de Noordzee waar vaak onvoorstelbare armoe heerste. Een aantal inwoners ver diende zelfs goed aan de compag nieschepen. Bijvoorbeeld de neringdoenden met hun handel, de bakkers en de molenaar en de her bergiers, die logies ver schaften aan hen die van en naar de schepen kwamen. Goed ver diend werd er ook door collecteurs en commie zen voor hun controle op de in- en uitvoer rechten. Ook de boeren stand heeft geprofiteerd van de ligging aan het Marsdiep, door de ver koop van vee en zuivel producten. Verder de loodsen die met hun schuiten met een wit vlaggetje in de mast voor de zeegaten op de binnenkomende sche pen lagen te wachten. De Oost- en West-Indi sche Compagnieën had den vaste loodsen aan gesteld. Het binnen brengen van de rijk beladen retourschepen uit de Oost en de West leverde een loodsgeld op dat het drievoudige was van het normale, maar daarvoor gingen dan ook twee ervaren loodsen aan boord. Er voeren schooierschui ten die met allerhande nering de schepen op de rede bezochten. Het vervoer van goederen na overslag uit te diep geladen zeeschepen over de Zuiderzee naar de koopste den werd verzorgd door kaag schippers. Zij hadden een zeer belangrijke functie en waren een onmisbare schakel in de aanvoer- route. De plaatselijke kaagschip pers verdienden een redelijke boterham. Verdiend werd er ook Bedrijvigheid langs de Helderse kast met bevoorrading voor de schepen in 1665. 1 de van de Herberg het 'Wapen van Haarlem' aan de kast van Den Helder in de t&e eeaw, was een herbergen die logies verschaften. raliteit, eindelijk toestemming om het Nieuwediep tot haven in te richten. De Zuiderzeesteden mor den; zij vreesden concurrentie, maar door ondieptes vóór hun havens waren deze slecht bereik baar geworden. Al gauw lagen er honderden grote en kleinere koop stigheid, dat Den Helder nooit de kans heeft gehad om uit te groeien tot een koopliedenstad. De verdiensten De VOC bood de bevolking aan het Marsdiep meer mogelijkheden dan 10

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2002 | | pagina 10