n9 daar geen jd, i- zat. ).oo >ak- lor- coeken d om ij gen. :ht zat i nog traat- 'er Be- kebrede zat een winkel van Uipkes, waar Klaas Selie woonde. Iets ver der de Schagenstraat in woonde Kees Looy, een jongen die heel wei nig buiten mocht spelen, waarom weet ik niet. Dick: Ja, en op de hoek van de ie Govers- dwarstraat zat de kruidenierszaak van Rijkers, daar tegenover de melkwinkel van Bruul en de groen tewinkel van Bakker. Ik weet ook nog dat Thea Rijkers onder een melkauto was gekomen en dat ze heel slecht gelegen heeft. Harry: Dick, je gaat me even te hard, want je loopt zo het huis voorbij van de meiden van Meijerink. Je kon er zowat niet voorbij komen, want die speelden vaak doktertje en als ze je zagen, moest je eerst on derzocht worden of je niets man keerde. Ze vonden altijd wel een kwaal, maar gelukkig heb ik er niets aan overgehouden. Ik wil m'n vriendje Gerard Verweij nog even noemen; die ging emigreren naar Australië en dat maakte grote in druk op me. Dick: En Martha, Bets, Stans en Daan Dukers woonden naast Rijkers. Daarnaast Jantje Oost. Weet jij wie er nog meer woonden? Harry: Ja, naast Jantje Oost woonde Rob Luider, daarnaast Wetser, die op de werf werkte en ook motorrijles gaf. Daar tegenover zat de bakkerij van Koffeman en daarnaast woonde Rob Beek. Zullen we nu de ie Goversdwarsstraat ingaan. Dick: Op de hoek van de Basstraat en de Goversdwarsstraat zat het snoep winkeltje van Kikkert en daar weer tegenover kruidenier Slikker. De Basstraat was mijn straat, ben er vóór de oorlog geboren. Met mijn ouders kwam het gesprek nog wel eens op de bombardementen van 19 februari 1943, toen de bommen wel vreselijk dichtbij terecht kwa men. Door een van die inslagen ben ik tegen een muur aangesmakt en drie dagen later kwamen ze tot de ontdekking dat ik daarbij mijn arm gebroken had. Harry: Niet alleen in de Basstraat sloegen de bommen in, dat gebeurde ook in de Goversstraat, Sluisdijkstraat, Jansenstraat en Torenstraat. Op de hoek van de Sluisdijkstraat en de Basstraat was het helemaal raak. Vlak bij jullie op nummer 60 viel er ook één. Alle ruiten in de buurt waren kapot. Zeg Dick, hadden jul lie na de oorlog geen geit? Dick: Mijn ouders waren in november 1946 12'n jaar getrouwd en ze had den voor die tijd een jong geitje ge kocht met de bedoeling hem te la ten slachten als het feest was. Mijn vader werkte bij Grunwald, die een pakhuis had achter de fietsenstal ling bij het station en ook een gras veldje langs de Paralleweg. Ik moest de geit daar als jongetje van 6 jaar elke ochtend voordat ik naar school ging via Basstraat, ie Goversdwarsstraat en Parallelweg naar toe brengen en 's avonds weer ophalen, waarna mijn moeder me stond op te wachten met een stuk brood voor de geit. Dat beest had zo'n haast dat ik waarschijnlijk op de 100 of de 200 meter het wereld record geëvenaard moet hebben. Kapotte knieën waren mijn belo ning. Harry: Ik kan me herinneren dat op het moment, dat het feest daar was, de geit gestolen werd. Het werd een bruiloft zonder geitenvlees. Wat me ook te binnen schiet is, dat je moe der kraamverzorgster was. Het was een klein tenger vrouwtje en ik ver wonder me erover dat ze met harde wind nooit van haar fietsje gewaaid is. En zaterdags in de zinken teil in bad. Weet je ook nog, dat we slootje gin gen springen en wie mis sprong geen natte voeten had, maar een 'nat zeik'? Ook samen met je vriendjes op een rij voor de sloot en dan kijken wie het verst kon plas sen. De tijd van luilak vieren, waar de lege bussen lang vóór die tijd op gespaard werden voor de sleep. Dick: Dan werd de wekker om 04.00 uur gezet en dan maar slepen met de rij bussen aan een lijn door de straten. De drukbel van huizen werd met een speld vastgezet. De verkeerston die werd gebruikt door de politie om het verkeer van in hoofdzaak fietsers te regelen op het kruispunt Ruygweg-Parallelweg-Sluisdijk- straat hebben we toen in de Fa- brieksgracht geknikkerd. We haalden veel kwattekwaad uit, maar er werd niets vernield. Harry: Met Jan Grooff en Roel Luiten na de kerstdagen kerstbomen jassen en aansteken op het landje in de Klaas Duitstraat. Samen voetballen met een varkensblaas die we kre gen van slager Van Twisk. Daar hadden we zelf veldjes voor vlak ge maakt in de Goversstraat en Bas straat. Eerst uitpoten en als je dat gewonnen had, mocht jij het eerst kiezen. Was de varkensblaas lek, dan repareerde de vader van Roel hem. Ook landjepik en pinkelen de den we op die veldjes Kun jij je ook nog de man op de fiets herinneren met een ladder op zijn schouders, die de gaslantaarn- palen beklom om de klok op te win den en op tijd te zetten? Wij daar achteraan om dat weer te verande ren, zodat de hele buurt in het don ker zat. Dick: Zo ook de man op de fiets die met een pomp de gasputjes watervrij maakte. En wat dacht je als de"bol- dootwagen" maandags langs kwam om de tonnen te legen Ontzet tend, wat een stank! De "boldootwa- gen" was een driewielige kar met paard, waarachter de mussen zich tegoed deden aan de paardevijgen. Jullie hadden al een toilet, maar wij niet. Onze plee stond achter in een schuurtje en daar was het 's winters bar koud. Als toiletpapier werd de

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2002 | | pagina 19