afb. 7: Lamp synagoge Den Helder (1928) in Joods Historisch Museum te Amsterdam. van de synagoge bewaard is geble ven. De lamp hangt al sinds de ope ning van het Joods Historisch Mu seum in 1987 in het vroegere Am sterdamse synagogencomplex aan het Jonas Daniël Meijerplein. Hoe hij daar terecht is gekomen is on duidelijk en tot voor kort be schouwde men hem afkomstig uit de 'Obrecht-sjoel' van ElteDe lamp is weliswaar door Elte ontwor pen maar blijkt in Den Helder te hebben gehangen (afb. 7). Hij is na melijk een geschenk geweest bij de inwijding van de synagoge?. Gulle gever was de Amsterdamse arts Ja- cob Arons (1882-1943) die de lamp schonk ter nagedachtenis van zijn ouders Jacobus Hartog Arons (1830-1890) en Sara Bril (1836- 1914). De vader was op 2 juli 1830 in Den Helder geboren als zoon van Hartog Arons en Betje Jacobs Kannewasscher. Hij vertrok naar Amsterdam om daar als diamant slijper te gaan werken8. De stijl van de lamp is dezelfde als die in Eltes synagogen in Den Haag (Nieuwe Molstraat, gebouwd 1924- 1925, afgebroken 1981) en in Am sterdam (1927). Ze werden vervaar digd door het non-ferrometaalbe- werkingsbedrijf Wiener Co op Oostenburg in Amsterdam9. De bijzondere synagogelamp zal een belangrijk onderdeel zijn geweest van het ongetwijfeld fraaie art-déco- interieur van de synagoge. Einde De joodse bevolking van Den Hel der moest in 1942 naar Amsterdam verhuizen. Daarmee eindigden de sjoeldiensten aan de Kanaalweg. In 1944 werd het direct aan het Mars diep gelegen deel van Den Helder, waaronder de synagoge, in op dracht van de bezetter afgebroken ten behoeve van de 'Atlantikwall'10. Architect Elte was sinds september 1942 als gevangene in Westerbork, waar hij een functie kreeg bij de bouwtechnische dienst van het kamp. Op 25 februari 1944 werd hij met 800 anderen gedeporteerd naar Theresienstadt. Daar stierf hij op 1 april 1944 aan longontsteking. Het archief van zijn bureau is waar schijnlijk in de bezettingsjaren ver loren gegaan. Diverse gebouwen van hem zijn gesloopt. Echter, en kele belangrijke beeldbepalende panden staan er nog; we noemen slechts de Obrecht-synagoge, zijn eigen woonhuis Stadionweg 44, di verse villa's in Zuid, de winkel Spy- er aan het Koningsplein te Amster dam en de synagoge aan de Spring weg in Utrecht. P.D. Meijer en A. Ringer Noten: 1. L. Grunwald, 'Helder's Joodsche Ge meente in vroeger tijden', Heldersche Courant 21-8-1928. 2. In het metaheirhuis vond vroeger de tehare (rituele reiniging) plaats. Te genwoordig wordt deze ruimte ge bruikt om bij een begrafenis de treur- rede uit te spreken. 3. Zijn oeuvre is onlangs uitvoerig be schreven: L. van Grieken, P.D. Meijer, A. Ringer, Harry Elte Phzn. (1880-1944). Architect van de joodse ge meenschap tijdens het interbellum, Rot terdam 2001, in de reeks Bibliogra fieën en oeuvrelijsten van Nederland se architecten en stedebouwkundigen (BONAS i.s.m. NAi, Rotterdam). ISBN 90 6643 113. Verkrijgbaar bij Stichting BONAS, Museumpark 25, 3015 CB Rotterdam, tel. 010-4401221. 4. J.D. Kila, De Kille aan het Marsdiep. Anderhalve eeuw Joodse gemeenschap in Den Helder, Den Helder 1999, p. 32- 33- 5. Orde voor de inwijding van de nieuwe Synagoge der Nederlandsch Israëlieti- sche Gemeente te Den Helder en van een nieuwe wetsrol, geschonken door den Heer en Mevr. D.S. de Jong-Blok op 8 Elloel 7688 24 Augustus 1928 des na middags te 1? uur, 1928. Programma van de feestelijkheden ter ge legenheid van de inwijding der Nieuwe Synagoge te Den Helder op 9 en 10 El loel 5688 25 en 26 Augustus 1928, 1928. L. Grunwald, 'Plechtige Inwijding der Nieuwe Synagoge te Den Helder', Nieuw Israelietisch Weekblad 31-8- 1928, p. 9-10. M.A. Grunwald, 'De Inwijding van de Nieuwe Synagoge te Den Helder', Centraal Blad voor Israëlieten in Neder land 31-8-1928, p. 6-10. 6. M. Stroo, Leo Pinkhof - Joods kunste naar in Den Helder, Schagen 1990, p. r7-i9- 7. 'De ingebruikname der nieuwe syna goge', Heldersche Courant 25-8-1928. 8. De diamantindustrie had sinds de eerste stoomslijperij in 1840 een for se groei doorgemaakt; de vraag naar diamantslijpers, die relatief goed ver dienden, nam toe. Jacobus Arons zou ook de bloeitijd van de diamanthan del en -industrie meemaken; deze zogenaamde 'Kaapse Tijd' van 1871- 1875 kenmerkte zich door hoge lonen en enorme winsten. 9. H. Berg e.a. (red.), Venter, fabriqueur, fabrikant, Amsterdam 1994. Wiener Co, opgericht in 1899, bestaat nog maar richt zich al jaren uitsluitend op machinebouw. 10) H. Talsma, Den Helder '40-'45. Deel 1 De Afbraak, Den Helder 1983, p. 62. 117

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2002 | | pagina 17