van korte duur. Aangezien bij de aanleg gebruik was gemaakt van bestaande waterlopen en de diep gang geen schepen boven iooo BRT toestond, moest de lading al in Den Helder geheel of voor een deel worden overgeladen in lichters. Het probleem van Amsterdam werd pas definitief opgelost door de opening van het Noordzeekanaal - tussen 1865 en 1876 gegraven - dat 'Hol land op zijn smalst' doorstak.6 De overslag in Den Helder was niet alleen kostenverhogend, maar werkte ook diefstal in de hand. De NHM was daarvan de dupe. Het ar chief van die Maatschappij bevat veel gegevens over de diefstal van koffie. De burgemeester van Den Helder schreef de bloei van zijn ge meente zelfs 'in al te groote mate (toe) aan kwade practijken en ont vreemdingen uit binnenkomende ladingen'. De bemanning aan boord van de schepen bezweek al voor de verleiding. Vaak nam ze zelf koffie mee, wat natuurlijk niet mocht. De officieren sloegen die op in de 'kerk', een gemeenschaps ruimte achterdeks; het gewone scheepsvolk mocht dat niet en ver borg de koffie in de eigen kooi. Wie niets had meegebracht, stal het on derweg wel uit het ruim. De kustbe woners kenden die praktijken. Als aan de kim een schip van de NHM opdook, staken ze met vletten en jollen in zee en pikten voor Huis duinen de overboord gezette balen koffie op. Toen de Maatschappij dat in de gaten kreeg, installeerde ze in het duin bij Huisduinen een uit kijkpost en doorzocht binnenko mende vletten en jollen. Eenmaal afgemeerd, werd een schip door be ambten van de NHM gevisiteerd en werd de passagierende bemanning gefouilleerd. Het lossen werd zo veel mogelijk gerekt. Met het oog op het toezicht mocht dat slechts bij daglicht gebeuren. De kapitein werd beboet, als het tijdrekken echt de spuigaten uitliep. De toegestane lostijd was zestig dagen, wat voor een schip onder de 1000 BRT al erg lang was. Intussen hield de beman ning zich onledig met het ont vreemden van kleine hoeveelheden koffie. Wat uit beschadigde balen was gelopen, mocht ze sowieso be houden, maar dat zogenaamde 'veegsel' werd rijkelijk aangevuld met koffie uit balen, die werden opengesneden! De kroeg- en slaap- huisbazen in Den Helder die optra den als heler, voeren er wel bij. De hoeveelheid 'veegsel' verminderde echter drastisch, toen de NHM de kapiteins een aantrekkelijke premie ging betalen voor de balen koffie die ze heel afleverden, vervolgens op die premie kortte voor elke be schadigde, of opengesneden baal en die geheel annuleerde als er vijf tig balen of meer beschadigd wa ren. De ergste misstand deed zich echter voor bij het vervoer met de lichters. Deze rond- of platbodems - bestaande uit een voor- en achter onder, een ruim en een roef - kon den tachtig tot honderd ton laden. De bemanning bestond uit een schipper met twee knechten. De Maatschappij maakte alleen ge bruik van lichters die verzegeld konden worden en waarvan de be manning goed aangeschreven stond. Later bleek, dat op die lich ters juist de grootste oplichters za ten. De bemanningen kwamen vooral van Texel en Wieringen. Het verhaal ging, dat die van Wieringen altijd gratis koffie dronken! Verklik kers uit de eigen gemeenschap brachten tenslotte aan het licht, hoe geraffineerd die bemanningen te werk gingen, bijvoorbeeld via een verborgen luik, soms weggewerkt achter de vuurplaat in de roef, waardoor ze in het verzegelde ruim konden komen en koffiebalen kon den stelen om die elders aan boord te verbergen of ergens langs het ka naal af te zetten. De NHM ging nu over tot verscherpte controle, eerst op het noordelijk deel van het ka naal. Daardoor nam de diefstal flink af en kwam in ieder geval een einde aan het gratis koffie drinken op Wieringen. De diefstallen ver plaatsten zich evenwel zuidwaarts, zodat vanaf 1843 het gehele - tach tig kilometer lange - kanaal in de gaten moest worden gehouden. De Maatschappij zette een surveillan- ceploeg in, maakte gebruik van ver klikkers en posteerde overal langs het traject spionnen. Daardoor ver minderde wel het aantal diefstallen, maar rezen ook de kosten de pan uit. Toen de NHM de teugels wat liet vieren, ging het meteen weer mis. Pas in 1878 werd een punt achter de diefstalbestrijding gezet, overigens niet omdat het kwaad toen was uitgeroeid, maar omdat intussen het Noordzeekanaal in ge bruik was genomen en het Noord hollands kanaal met zijn lichters overbodig was geworden.7 Will C. Thijssen Noten: 1 J. en A. Romein, 'Willem de eerste, Koning-Koopman 1772-1843', in: Er flaters van onze beschaving deel III (Amsterdam 1939), 273-274. 2 L.G.J. Verberne, Geschiedenis van Ne derland in de jaren 1813-1850 (Utrecht/Antwerpen 1958), 162-167; J.A. van Houtte, Economische en socia le geschiedenis van de Lage Landen (Zeist 1964), 286-288; M.G. Buist, 'Geld, bankwezen en handel in de Noordelijke Nederlan den 1795-1844' in: D.P. Blok e.a. (red.) Algemene Geschiedenis der Neder landen 10 (Bussum 1981), 317-321. 3 Multatulli, Max Havelaar of de koffivei- lingen der Nederlandsche Handemaat schappij (Nijmegen z.j.), 71-72. 4 Verberne, 167-168. 5 D. Keizer, 'Wie koffie vaart, wie koffie drinkt' in: Schuttevaer (Den Haag 24- 11-2001), 15. 6 Van Houtte, 288-289; Verberne, 180; G.H. van Heusden, 'Van Nieuwediep tot Groot Den Helder' (Purmerend 1977), 69-71,101. 7 Het bovenstaande is geheel ontleend aan D. Keizer, 'Wie koffie vaart, wie koffie drinkt' in: Schuttevaer (Den Haag, 24-11-2001), 15. 112

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2002 | | pagina 12