geveild, kan men zich overtuigen
van het doeltreffende dezer staat
kunde, al vindt men ze niet edel.
Want, mocht iemand vragen of de
landbouwer zelf eene met deze uit
komst evenredige belooning geniet,
dan moet ik hierop een ontken
nend antwoord geven. De Regee
ring verplicht hem op zyn grond
aantekweken wat haar behaagt, ze
straft hem wanneer hy het aldus
voortgebrachte verkoopt aan wien
het ook zy buiten haar, en zyzelf be
paalt den prys dien ze hem daar
voor uitbetaalt. De kosten op den
overvoer naar Europa, door bemid
deling van een bevoorrecht han
delslichaam (=de NHM), zyn hoog.
De aan de Hoofden toegelegde aan
moedigingsgelden, bezwaren daar
enboven den inkoopsprys, en...
daar toch ten-slotte de geheele zaak
winst afwerpen moet, kan deze
winst niet anders worden gevonden
dan door juist zóóveel aan den Ja
vaan uittebetalen, dat hy niet sterve
van honger, hetgeen de voortbren
gende kracht der natie verminde
ren zou'.3
De NHM veilde de geconsigneerde
gouvernementsproducten, naar
voorbeeld van de VOC, elk halfjaar
en vanaf 1864 maandelijks in Am
sterdam, Rotterdam en Middel
burg. Kapitaalkrachtige kooplui -
de 'makelaars in koffï' van Multa-
tulli! - kochten de voorraden op om
ze verder in binnen- en buitenland
aan de man te brengen.4
Overigens was het zo, dat lang niet
alle ingescheepte koffie op de plaats
van bestemming arriveerde. In het
weekblad Schuttevaer heeft een arti
kel gestaan van D. Keizer, getiteld
'Wie koffie vaart, wie koffie drinkt':
het is een boeiend verslag van de
smokkel van koffie op het Noord
hollands kanaal.5
De haven van Amsterdam leed al
eeuwenlang onder het proces van
verzanding van de vaargeulen door
de Zuiderzee. Het graven van het
Noordhollands kanaal (1819-1825)
bracht hierin - zij het kortstondig -
verbetering. Initiatiefnemer Willem
I heeft eerst een kanaal voor kleine
re schepen voor ogen gehad. Am
sterdam verzette zich daar echter
tegen, uit vrees voor concurrentie
van Den Helder. Het was bang, dat
grotere schepen die haven zouden
gaan gebruiken om te laden en te
lossen en dat een deel van de han
del zich dientegevolge naar die stad
zou verplaatsen. Het bleek zelfs be
reid om 1.000.000 bij te dragen
in de aanlegkosten van het kanaal,
mits de capaciteit werd vergroot en
aan het Nieuwe Diep geen goede
ren zouden worden ingeklaard.
Amsterdam kreeg haar zin. Den
Helder bleef ressorteren onder het
'onvrij territoir'; dat hield in dat er
niet mocht worden gelost of gela
den, noch werven - anders dan
noodwerven - of fabrieken moch
ten worden gesticht. De maatregel
hield zelfs in, dat goederen die voor
Den Helder bestemd waren, eerst
naar Amsterdam moesten worden
vervoerd om daarna langs dezelfde
route terug te keren! Deze discri
minatie van Den Helder werd pas
in 1851 opgeheven. Voor Amster
dam bleek de verbetering overigens
Het Noordhollands kanaal bij de uitmonding in het IJ.
in