Dijk
1
85
Wes-
Pag-
in: Hol-
d-
ter 3 - 4
,4 yj4 Pieter Schrieken,mijn grootvader, is op 20 januari 1927 op 51- jarige leef
tijd overleden. Opoe bleef achter met een slagerij en vijf kinderen. Mijn
vader Maarten, de oudste, was net 19 geworden en werd gelijk kostwin
ner. Hij kwam automatisch in de slagerij. Het was bepaald niet zijn
keus, want vader was een vrijbuiter, een buitenmens.
Hij was altijd op dijk1; volgens de verhalen was hij er niet vanaf te slaan.
Opoe moest om de haverklap één van de andere kinderen naar dijk stu
ren om hem te zoeken. Ze was dat eeuwige gezoek zo beu, dat zij een
keer de gulhengel2 van vader in stukken heeft gebroken. Dat heeft alle
maal niet mogen baten.
Het moet in het begin van de vijftiger jaren van de vorige eeuw zijn
geweest. We woonden al in de slagerij in de Willem Barentzstraat. Op
een zeker moment belde er een klant met de vraag 'waar het vlees
bleef'. Moeder stuurde mij naar dijk om te kijken of vader daar te vin
den was. Hij was er niet, maar de transportfiets met vlees stond er wel.
Ik met het vlees naar de klant en mijn moeder op onderzoek uit. Wat
bleek het geval, er was een kuster('Akjo')gestrand op de Razende Bol.
Vader zou vader niet zijn, als hij er niet als de kippen bij wilde zijn,
klant of geen klant. Hij kwam één of twee dagen later boven water; ze
hadden de lading (zemelen) gelost. Hij vertelde trots aan moeder dat
hij wel 200 gulden had verdiend, waarop moeder chagrijnig antwoordde
dat zijn afwezigheid in de zaak haar 250 gulden had gekost!
Op dijk heeft iedere plek een eigen
naam. Laten we aan de oostzijde
beginnen. Het complex waar nu
onder meer de marine- jachthaven
ligt was vroeger een fort, 'Fort Har-
sens' genaamd. De pier aan de
westzijde van de veerhaven heet
'het Wierhoofd'. De naam is afge
leid van een zeegrasdijk3 die daar
heeft gelegen. 'Het heitje aan de
Kruisweg'. Een 'heitje' is de naam
voor een plaats waar vletten op dijk
kunnen worden getrokken. De
Kruisweg was een straatje dat in de
nabijheid lag. 'Oostbatterij' ,naar
het gelijknamige fort op de hoek.
'De hoofdjes', vijf piertjes die in de
bocht bij de roomse kerk lagen. Die
'hoofdjes' werden vanaf Oud Den
Helder geteld. Het zwembad 'Mars
diep' bijvoorbeeld, lag tussen het
tweede en derde hoofd. De 'hoek
van de Langestraat', vernoemd naar
een van de straten in Oud Den Hel
der. De 'Windwijzer', ongeveer de
plaats waar het KNMI-waarne-
mingsstation heeft gestaan. 'Moos-
hoekie'; ik weet niet waar deze
naam vandaan komt. Het meest
noordwestelijke punt van de dijk
heet 'Kaaphoofd. Op die plek stond
een navigatie-hulpmiddel voor de
scheepvaart door het Molengat. Dat
bestond uit een driehoekig bord. In
de volksmond heet het een 'Kaap'.
Als de kapitein van een schip via
het Molengat richting Den Helder
wilde varen hield hij de 'Kaap' in
het verlengde van de molen die aan
de Molensloot heeft gestaan. Het
gat werd dan ook 'Kapermeulen'
genoemd, ('de kaap in de molen').
Richting Huisduinen zijn er drie
hoofden; van oost naar west heten
•Al
ze 'Molenstenenhoofd', 'Middel
hoofd' en 'Krommehoofd'. De
laatstgenoemde is mogelijk een res
tant van de Kijfdijk, die in de 17e
eeuw is weggeslagen. Bij 'Kijkduin'
begon in die dagen het strand. Er
lag weliswaar een klein strandje in
de hoek van het 'Krommehoofd',
maar het echte strand begon iets
verderop. In de twintiger jaren van
de vorige eeuw reikte het strand he
lemaal tot aan 'Kaaphoofd'. Op
strand werd de plaats aangeduid
met palen; dat zijn de kilometerpa-
len. Dus, paal 1 is een kilometer op
het strand enz. Er worden nog wel
andere plaatsaanduidingen ge
bruikt; denk maar aan het 'Heng-
stenpad', de 'Theetuin', de 'Border'
en de 'Kapies'. Ze refereren aan de
naam van een pad, een uitspan
ning, de familienaam van de bewo
ners van een boerderij in de buurt
van wat nu Julianadorp-aan-Zee
heet en de geleidelichten voor het
invaren van het Schulpengat. Dit
heet bij de gebruikers het 'Suien-
gat'. De gedetailleerde naamgeving
werd onder meer gebruikt om aan
te geven waar het juthout zich be
vond. Dan wisten wij waar we heen
moesten met de handkar om de
spullen op te halen. Vader had het
door hem gevonden spul met rode
aarde gemerkt. Wij laadden het ge
merkte hout in, tenzij een andere
jutter of de strandvonder, die van
rijkswege alle aangespoelde spullen
innam, je voor was geweest. De
Helder se jutters probeerden op alle
mogelijke manieren de strandvon
der te vlug af te zijn. Maar ze zagen
er vaak ook geen been in om van el
kaar te jutten. Daar is zelfs een
term voor:'zuiewindhout'. De jut
ters lieten zich leiden door de wind-
v *- if&sX'-"
-TS.'V 'V>_ "i
UiftlIHlti lllilT'Pf"