Jacob Westenberg, historisch geograaf aan het Nieuwediep
Het is al weer een kwart eeuw
geleden dat dr. Jaap Westenberg
(1905-1977), de man die als eerste
de geografische ontwikkeling van
het (voormalige) eiland Huisdui
nen aan de hand van oude kaarten
reconstrueerde, overleed. Behalve
een in memoriam in het vakblad
voor biologen door Ab Dral en een
overzicht van zijn historisch
geografisch werk door Henk
Schoorl in het regionaal historisch
tijdschrift 'Holland' enkele jaren
later, is er in Den Helder zelf wei
nig aandacht aan zijn werk
besteed. De Helderse Historische
Vereniging werd pas in 1988 opge
richt. En hoewel diverse auteurs
van artikelen in het tijdschrift van
de vereniging dankbaar gebruik
gemaakt hebben van het pioniers
werk van dr. Westenberg, is nog
niet eerder een poging gedaan een
overzicht te geven van zijn histo-
risch-geografisch werk.
Levensloop
Jacob Westenberg werd op 28 fe
bruari 1905 geboren in Estland,
waar zijn vader werkzaam was voor
een Zaanse houtimporteur. Bij het
uitbreken van de Eerste Wereldoor
log (1914-1918) keerde het gezin
Westenberg naar Nederland terug.
Na zijn middelbare schoolopleiding
te Zaandam, studeerde Jacob Wes
tenberg biologie aan de Universiteit
van Amsterdam, waar hij in 1935
promoveerde tot doctor in de biolo
gie. Vervolgens vertrok hij naar Ne-
derlands-Indië waar hij als visserij-
bioloog werd aangesteld aan het In
stituut voor Zeevisserij in de hoofd
stad Batavia (Jakarta). Tijdens de
Tweede Wereldoorlog (1940-1945)
raakte hij in Japanse krijgsgevan
genschap. Na de oorlog was hij nog
enige jaren (1948-1950) werkzaam
als visserij-bioloog in de Molukken
(Makassar). Terug in Nederland
vond hij werk als bibliothecaris aan
het Zoölogisch Station te Nieuwe
diep. In deze periode verdiepte hij
zich meer en meer in de mogelijke
oorzaken, de samenhangen en de
gevolgen van de processen die tot
de veranderingen in het kustgebied
van (de Kop van) Noord-Holland
hebben geleid of, zoals hijzelf zei in
de 30e bundel van het Historisch
Genootschap 'Oud West-Friesland'
die geheel aan Huisduinen/Den
Helder gewijd was (1963): 'Spel van
land en water om Huisduinen en
Den Helder'.
Eiland Huisduinen
Al zeven jaar eerder, in 1956, had
Westenberg in het tijdschrift van
het Koninklijk Nederlandsch Aard
rijkskundig Genootschap een uit
voerig artikel van ruim twintig pagi
na's met tien foto's van oude kaar
ten en negen kaarttekeningen ge
publiceerd, getiteld 'Oude kaarten
en de geschiedenis van het voorma
lige eiland Huisduinen'. De auteur
was uitgegaan van een topografi
sche kaart, waarop de naoorlogse
stadsuitbreidingen van Den Helder
nog niet voorkwamen en waarop
oude verkavelingen en dijkrestan-
ten enige houvast boden bij de re
constructie op grond van vergelij
king met oude kaarten. Hij was niet
de eerste die probeerde aan de
hand van oude kaarten - in zijn ge
val een kaart van Adriaen Antho-
nisz. Uit 1571- het landverlies en de
vormveranderingen in de loop der
tijden te reconstrueren. Dat zegt hij
ook eerlijk in zijn inleiding, maar
hij vertelt er direct bij wat er aan
eerdere pogingen, zoals die van G.
de Vries (1863) en A.A. Beekman
(1903) naar zijn mening mankeer
de. Verder teruggaan dan tot om
streeks 1550 achtte hij op basis van
het bestaande kaartmateriaal 'niet
verantwoord'. Veel verder dan de
constatering van kustverlies aan de
west- en noordzijde en van land-
winst door inpoldering van aanwas
sen aan de oost- en zuidzijde van
het eiland en van een keurig over
zicht van de hem bekende oude
kaarten kwam de auteur toen nog
niet. Maar dat veranderde al snel
toen hij begonnen was aan de stu
die 'Oude kaarten en de geschiede
nis van de Kop van Noord-Holland'.
Kop van Noord-Holland
Deze studie, verschenen als verhan
deling der Koninklijke Nederlandse
Akademie van Wetenschappen
(Amsterdam, 1961), vormt niet al
leen een uitbreiding van de eerste
in ruimtelijk opzicht, maar vooral
ook naar inzicht. Want het zijn niet
alleen oude kaarten, maar vooral
ook archeologische gegevens, zowel
bodemvondsten als luchtfoto's die
nauwgezet bestudeerd werden. Al
lerlei bodemvondsten, van aarde-
werkresten tot benen schaatsen en
van oude dijkresten tot verdronken
kerkhoven, gaven inzicht in de i2e
en i3e eeuwse overstromingen van
het gebied tussen Huisduinen, Cal-
lantsoog, Wieringen en de West-
friese Zeedijk. Helaas had Westen
berg nog weinig kennis van geolo
gisch onderzoek waarbij grondbo
ringen inzicht kunnen verschaffen
82