Jeugdherinneringen
Dick woonde
in de Joubert-
en Kruger-
straat en mijn
ouders in die
tijd in de De
Wetstraat.
Allebei zijn we
op lagere
school 8 in de
Van Galen-
Naast het 'mokbootje' lag de Texel
se boot (de 'Dageraad'?). Het was
maar een kleine boot. Het dekper
soneel bestond uit stevige kerels,
maar dat was ook wel nodig. Op de
boot konden dwarsscheeps, dacht
ik, drie of vier auto's. Om in de
lengterichting plaats te maken,
werden de auto's door het perso
neel opgetild en al verend verscho
ven. Vandaag de dag is haast niet
te geloven hoe in ongeveer zeven
tig jaar met de groei van de wel-
Hertzogstraat, rechtsachter de school.
straat geweest.
Dick is van
1926 en ik van
1924, maar ik
kan mij Dick
niet herinne
ren. Wel frag
menten uit zijn aardige stukje. En
dan komen de herinneringen.
Ik denk dat veel Helderse jongens
hun avonturen hebben beleefd tus
sen het 'Kuitje' en het 'Schapendij-
kie'. Zoals Dick de geur van het
'bietenkoken' nog in zijn neus
heeft, zo hoor ik 's morgens vroeg
nog de botters met hun 'getjoeke
schol, leng, kabeljauw, poon eet.
was.
Mijn vader en ik zijn meerdere
keren met het 'mokbootje' naar het
vliegveld (of vliegplas) de Mok
geweest. En ik heb zelfs een keer
in zo'n watervliegtuig gezeten. Ik
vond het maar een klein tweeper
soons en vrij simpel toestel.
vaart ook het recreatie-vervoer naar
Texel is toegenomen: van een klein
bootje naar etage-schepen met een
enorme steiger!
Het plantsoen in de driehoek tus
sen Van Galenstraat, Herzogstraat
en school 8 was in de hoeken met
heesters beplant. We speelden daar
'schuilhokkie', wat niet mocht,
Onder de kop 'Helderse herinne
ringen' schreef Dick Zeedijk een
artikel in het decembernummer
van 2001. Hij eindigde met een
vraagteken over de locatie van de
voetbaltribune met de 'schuif-ven-
tilatieluiken', waar hij als 8-jarige
jongen vaak speelde.
Volgens mij lagen in die tijd de
voetbalvelden tussen de Linie en
wat nu de Sportlaan, Hugo de
Grootstraat etc. is. Helder lag het
dichtst bij de Middenweg en HRC
bij Tuindorp. Mogelijk kan Dick nu
zelf invullen
waar hij speel
de.
tjoek' het Marsdiep opvaren. De
één cilinder 'Kromhout'-motoren
bekeek je met diep ontzag. Bij het
voorgloeien en starten dacht je
altijd: die springt uit elkaar. Maar
ze bleken zeer sterk en betrouw
baar te zijn. De botters kwamen 's
morgens om circa elf uur weer aan
de kant en de gevangen vis werd
op het havenhoofd in de open
lucht op tafels uitgesorteerd voor
het uitventen in Den Helder. Daar
leerde je wat je verder je hele leven
bij bleef, namelijk, wat verse schar,
93