Arsenaal, indrukken van de Rijkswerf Willemsoord
uit de jaren 1936-1937
deel
Met medewerking van de heer Drs. M.A. van Alphen van het Instituut
voor Maritieme Historie van de Koninklijke Marine te Den Haag mocht
de redactie van Levend Verleden beschikken over een kopie van het
manuscript van A.G. Vromans met een beschrijving over de Rijkswerf
Willemsoord in de periode 1936-1937, een zeldzame uitgave die slechts
bij een zeer klein publiek bekend is. In de komende uitgaven zal de
redactie een aantal hoofdstukken van het manuscript afdrukken. In dit
deel het eerste hoofdstuk getiteld: Inleiding.
'Arsenaal, indrukken van de Rijkswerf Willemsoord uit de jaren 1936-
1937, door A.G. Vromans kapitein ter zee b.d. (Amstelveen 1970)'.
Inleiding
Deze monografie handelt over de
Rijkswerf te Willemsoord, Den
Helder, uit de laatste jaren vóór de
Tweede wereldoorlog en is wellicht
mede belangwekkend, omdat naast
het weergeven van wat algemene
indrukken van dat etablissement in
het bijzonder aandacht is geschon
ken aan een gedeelte dat, wat de ge
bouwen betreft, in die oorlog ver
dween. Maar ook overigens: de
werf, die wij vóór die oorlog ken
den, en dat wil zeggen zoals die
was gedurende enige tientallen ja
ren daarvóór waarin er nauwelijks
grote veranderingen kwamen, be
stond niet meer toen Nederland be
vrijd werd. Vandaag is het geheel in
verschillende opzichten haast on
herkenbaar veranderd. Om mijn ei
gen indrukken en ervaringen nuttig
te maken beperkte ik mij vooral tot
de toenmalige afdeling 'Arsenaal'.
'Arsenaal' was de afdeling van de
Rijkswerf, die vroeger het 'Vak van
Uitrusting' heette, naast het 'Vak
van Scheepsbouw'. 'Hoofd van 't
vak', zoals men de kapitein-luite
nant ter zee (of soms kapitein ter
zee) aanduidde, die tevens afde
lingshoofd was, klonk veel beter en
gaf ook eigenlijk juister aan wat de
functie betekende. Want vóór de
stoomwerktuigen kwamen, en dus
de afdeling werktuigen nog onbe
kend was, werd alles wat niet
'scheepsbouw' was onder 'uitrus
ting' gerekend. De civiel-technische
onderdelen, zoals de zeilmakerij en
de sloepenmakerij, zelfs de takel
zolder, werden later onder de hoof
dingenieur van scheepsbouw ge
bracht, doch vielen nochtans nog
niet geheel buiten bemoeienis van
de chef-arsenaal, die ook betrokken
bleef bij de magazijndienst als bij
voorbeeld voor keuringen en aan
schaffingen. Ook al omdat er geen
geschreven instructie voor die chef
was, bleef heel vaak de aloude gang
van zaken in de praktijk in stand;
mede door het feit dat de comman
deurs en bazen soms van kind af
aan bij de werf waren. Het gaf wel
eens kleine competentie kwesties.
En zo geviel het bijvoorbeeld dat,
toen in 1936 aan 'baas' Leen van de
zeilmakerij (zeilzolder heette het in
de wandeling), die vijftig jaar werk
zaam was bij de Rijkswerf, de gou
den eremedaille verbonden aan de
orde van Oranje Nassau werd uitge
reikt, dit, bij ontstentenis van de di
recteur, door de chef-arsenaal ge
schiedde die kon spreken van de
tijd, nog niet zolang geleden, dat de
commandeur van de zeilmakers
zich kon zien als wat nu het hoofd
van de afdeling werktuigbouw was
en zijn zeilen de 'paardenkrachten'
leverden, die onze schepen tot in de
uithoeken van de wereld voortdre
ven.
Eerst een enkel woord over de werf
zelf, omdat 'Arsenaal' daar een in
tegrerend deel van was. De Rijks
werf Willemsoord was niet zo heel
oud. In 1811 begon de bouw aan het
Nieuwediep, dat in 1781 werd uitge
kozen als haven voor 'schepen van
oorlog', (en in 1812 de Havendijk
kreeg, die de werf aan de oostzijde
afsloot). In november 1814 gelastte
Koning Willem I het afbouwen en
op 20 september 1822 werd door
Waterstaat het 'etablissement' over
gedragen aan de marine. Het gehe
le complex, inclusief de gebouwen
aan het Nieuwediep (commande-
mentsgebouw, in de wandeling 'het
paleis', het KIM, het hospitaal, de
kazerne) besloeg tenslotte 36 hecta
ren.
Men leefde, toen de werf werd ont
worpen en de bouw begon, in de
na-Napoleontische tijd (Napoleon I
bezocht zelfs nog in 1811 Den Hel
der) waarin nog 'het wit van de
ogen' van de tegenstander behoor
de te worden gezien in het gevecht
met linie-schepen en dat der kleine
re eenheden niet veel verschilde
van 'man tegen man'. De tijd van
het voorlaadgeschut op rolpaard,
88