de lengterichting aan een dubbele
sajetten draad geregen. Die werd
tot een lus geknoopt en vervolgens
in een aantal kleinere lussen ver
deeld en samengebonden. Zo'n
kluwen zeepier heet een 'poer'. De
gulhengel werd tevoorschijn ge
haald en we togen naar dijk. Dit
maal met hoogwater, want er moest
tussen de klappers10 op de barm
worden gevist. Naast vele strand-
krabben, puitalen en knorhanen11
ving hij ook paling. De dobber ver
dween met een ruk onder water.
Dan had je tuk. Het beest moest
zich eerst stevig vastbijten. Voor
zichtig werd de draad strak getrok
ken en vader probeerde met een
flinke zwaai de paling zo hoog mo
gelijk op het schuine gedeelte van
dijk te gooien. De paling begon on
middellijk, gebruik makend van de
helling, richting zee te kruipen. Ik
moest, uitgerust met een stuk jute
zak, proberen het beest te grijpen
voor hij het water bereikte. Moet u
eens proberen, een spekgladde pa
ling op een helling te pakken krij
gen en dat onder luidkeels com
mentaar van je vader!
Ben Schrieken
Noten
1 In de volksmond spreekt men niet
van de dijk maar we gaan naar dijk.
2 Gul is het Helderse woord voor ka
beljauw. Een gulhengel is een heel
gevaarte vaak opgebouwd uit diver
se stukken bamboe, soms werd
zelfs een bezemsteel gebruik, 6 a 8
meter lang.
3 Zeegras (Zostera Maritima) werd
vroeger gebruikt voor de aanleg van
zeedijken. Op Wieringen kunt u
zien hoe die eruit zien.
4 De voet van de dijk die bij laagwater
droog valt.
5 Engelse kurken werden gebruikt als
drijflichaam in de staandwandvisse-
rij. Zij waren io cm in doorsnee
met een gat in het centmm. Ze
spoelden vaak aan op dijk.
6 Een lang net (6o tot ioo meter) en
2 a 3 meter hoog. Één kant werd op
het strand vastgehouden. Het werd
met een vlet uitgeroeid en vervol
gens in een halve cirkel weer naar
het strand gebracht en aan beide
kanten gelijktijdig binnengehaald.
In het midden bevond zich een zak,
waarin de vangst zich verzamelde.
Met deze techniek werd vóór het af
sluiten van de Zuiderzee ook op ha
ring gevist.
7 Jonge haring.
8 Wilgentak waarmee zinkstukken,
die ter versteviging van de dijk wor
den gebmikt zijn opgebouwd.
g Zeeduizendpoot.
io Bruinwieren (Fucus spec.) De plan
ten zijn uitgemst met drijfblaasjes.
Wij trapten die kapot, wat een knal
letje veroorzaakte vandaar de bena
ming 'klappers'.
n Knorhaan zeedonderpad (Myoxo-
cephalus scorpius).
87
uJI
V 'u' f,-