hoek van de Krugerstraat en de Hoogerwerfstraat was de groente winkel van de Gebr. Bos. Twee aar dige mannen met een mooie West- friese tongval. Ze kookten vaak bie ten ik ruik ze nog. Twee huizen van ons af woonde P.K. Groot, een ventende groenteboer. Een man met een mooie martiale snor, die op verjaardagen bij ons altijd prach tige verhalen over het oude Den Helder kon vertellen. Zijn trots was zijn zoon, een officier administratie bij de K.M. Zijn vrouw leek (vond ik) erg op koningin Wilhelmina en was ook wel een beetje zo.... Naast het huis van P.K. Groot was de stal van zijn 'Kef en daarnaast de slagerij van Ingelse, waar ik van mijn moeder vaak een rol vet van negen-en-dertig moest halen of een ons procureurspek. De enige doch ter van P.K. 'Wietje'trouwde nooit. Ze ging meestal uit met haar vader, graag naar TAVENU (Toe gang Alleen Voor Een Nette Urker, zeiden wij). Kruidenierswaren haalden wij vaak bij mevr. De Boer, op de hoek van de Hoogerwerfstraat en de Piet Heinstraat. Haar zoon leerde voor tenorzanger en dat kon je wel eens horen als je daar in de winkel was. Na de oorlog heb ik hem nog wel eens voor de radio gehoord met het "Chiantilied". (Geert de Boer). Wat verderop in de Krugerstraat mochten wij graag kijken bij smid Willems als die aan het lassen was aan wagens op straat. Dat deed meestal zijn knecht Geestman, een kleine smid met donkerblauwe stofbril en altijd, meenden wij, boos kijkend. Naar het lassen kij ken mocht niet, en terecht. Begre pen we niet, was juist leuk! Hoek Van Galenstraat-Krugerstraat zat bakker Krigee. De dochters van de bakker werden vaak geplaagd met de slogan van hun vader 'Er is krentenbrood en krentenbrood van Krigee "met stenen", riepen wij dan. Op de andere hoek woonde politie agent Van Laar, een beslist aardige man die door de jeugd "Koning Boko" werd genoemd. Hij fietste rond met de sabel aan de midden stang van zijn fiets. Aan de Middenweg had je de gara ge van Manshanden. We stonden wel eens te kijken als voor een trou werij of begrafenis de mooie zwarte wagens klaar stonden om uit te rij den. De chauffeur van de eerste wa gen in donker uniform (de jonge Manshanden?) die met een strak gezicht voor zich uitkeek. "De beste chauffeur ter wereld" meenden wij. Hij leek op een voorloper van de chauffeur van de 'Thunderbirds'! Dé heilige plaats voor een Helderse jongen is en blijft De Dijk. Wat een verschil met nu! Wij konden nog vuurtje stoken tussen de stenen. Een halve mossel aan een lijntje en dan krabbentukken. Dan de scha ren er af en in het vuur... de 'ge stoofde' inhoud smaakte voortreffe lijk. Als je een zeilkar had gemaakt, kon je daar met een stijve N.W.bries of nog liever storm mooi mee naar Huisduinen jagen. Terug was wat anders! Langs de dijk stonden twee 'zwem- hokken', de één was 'Frische Mor gen', de andere van de 'Bruinvis sen'. Via een loopplank met als leu ning een touw, gingen de zwem mers te water en zwommen naar een wat verderop liggend vlot. Spe ciale interesse hadden wij jongens voor de (dikke) dames die daar in slow motion te water gingen. Dan, slenterend langs de dijk naar de haven. In het Marsdiep zag je toen nog vaak een schooltje bruin vissen even blazend boven water komen. Een watervliegtuig van De Mok in de lucht, een O-boot op weg naar de haven en de meeuwen in de lucht: een plaatje! Zo al lopend onderaan de stenen en af en toe een 'pleiersteen' over het water laten ketsen, kwam je aan de haven. Even op het vlotje bij het MOK-bootje. Onder de steiger, iets onder de grens van water en stenen kon je soms heel mooie zee-anemo nen zien. Op de kade zaten bijna al tijd vissers met een zeepier aan het lijntje schollen te tukken. Dan naar de andere kant van de ha ven langs de schuiten en de onder zeeërs naar 'Het Kuitje'. De smalle gang over de sluisdeur van de Koopvaardij sluis vond ik altijd vre selijk eng. Je keek dan in de donke re diepe sluiskolk, maar je kwam dan op een prachtig stukje Nieuwe- diep en een heerlijk speelterrein. In de verte op het Balgzand staken nog een paar masten boven het zand. Misschien overblijfselen van een oud kaperschip die door de Ma rine in de grond was geboord? Wie zal het zeggen. Op een verjaardag kreeg ik via Ka- relt je Majolé een nieuwe fiets. Het was een GOMO (Gordijn Mod der, Alkmaar). Hij kostte 30, Van alles maakte ik er op, ook een schijnwerper die je voor een krats bij George Günther kon kopen. Dan 's avonds met wat vrienden over de dijk jagen, schijnwerper in schakelen en de vrijende paartjes in het felle licht zetten. 5°

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2001 | | pagina 6