Helderse herinneringen Alleen in m'in gedachten
kan ik wonen
Nooit vond ik ooit zo'n
Helders onderdak
(vrij naar Slauerhoff)
Op 15 januari 1931, een koude win
terdag, verhuisden we van Boeke-
lo(O) naar Den Helder. De grote
verhuiswagen (een tapissière) was
's morgens om vijf uur al vertrok
ken. Toen wij met de trein in Den
Helder aankwamen, was de ver
huiswagen er al op de Jouber-
straat 67.
Die huizen waren juist gereed en
van binnen nog kletsnat. Moeder
begon gelijk flink te stoken, zodat
na korte tijd het behang van de
muren rolde! Volgens mijn vader
waren het geen beste huizen.
Later vertelde hij dat ze de aanne
mer 'Baas Wanhoop' noemden.
Zo kwamen wij, met z'n vieren in
Den Helder, ik was toen 5 jaar en
m'n zus 3 jaar. Mijn vader was in
het 'zoutdorp' Boekelo douanier in
voerrechten en accijnzen; er was
toen nog belasting op het zout dus
controle. Moeder (Vlas) kwam van
Texel, vader uit N. Groningen.
Moeder werd ziek van heimwee
naar Texel en vader's overplaatsing
naar grenspost
Den Helder,
dankzij de huis
arts, was hét
medicijn voor
moeder: Texel
vlakbij!
Hoewel niet ka
tholiek, kwam
School in de van
Calenstraat.
ik op de katholieke fröbelschool aan
de Javastraat, wat mooi vlak bij huis
was. Ik heb nog een foto van de
kleuterklas met de kap zuster Guala
en leke-zuster Luycks.
Ook dichtbij was m'n volgende
school: school 8 aan de Herzog-
straat. Verschillende juffrouwen en
meesters herinner ik me nog goed.
In de ie klas juffrouw Schwantje,
een klein vinnig wijfje die je bij je
haren pakte en je met je hoofd op
de bank tikte. Aardige waren er
ook, b.v. de juffies Dito en de Wit.
In de 3e klas hadden we meester
'Pukkie' de Snayer. Een aardige
man met veel gevoel voor humor
en daarnaast een kleine sarcast.
Onvergetelijk was hij bij de zangles
als 'jager' in het schone lied 'Daar
ging een jager op de jacht al op de
Drentse hei'. Hij marcheerde dan
door de klas met de aanwijsstok
over de schouder. Daarbij de juiste
mimiek én geluiden makend. An
dere meesters waren Bosschaart,
Smit en Treffers (het schoolhoofd).
Smit, ook wel 'Puissie' genoemd
naar z'n gelaat met wijnvlekken en
pukkels, was ook een bijzonder
heer. Hij hanteerde veelvuldig een
oud scheermesje waarmee hij vlek
ken en verschrijvingen van de kin
deren trachtte te verwijderen. Lukte
dat niet, dan ging het blad er uit en
kon je het overmaken. Klasgeno
ten/vriendjes waren in die tijd Jean
Rooker (had wat met z'n pols), Dic-
ky Zeylemaker en Corrie ter Voort.
We visten stekelbaarsjes, het
mooist was een 'roodborstje', in de
poel van de Molentjes of bij de
'Rooie Brug'.
Eens ging ik als jongetje naar een
'Vertoning van Lichtbeelden' op
Christelijke grondslag, ergens in
een zaaltje in Ouwe Helder. De ge
projecteerde plaatjes waren rond en
gekleurd. Een mijnheer vertelde er
een verhaal bij. 't Was de droevige
geschiedenis van het vergaan van
een groot driemast zeilschip. Hui
zenhoge golven. Het maakte op mij
kennelijk veel indruk, want ik ver
telde er thuis over en kreeg toen
van mijn moeder een grote plaat in
'lijst' met een
prachtige
driemaster er
op. Jarenlang
hing hij boven
mijn bed.
Leuker was een
circus dat op
'De Ton' stond.
Dat was het
landje tegen
over de water
toren waar de
latere telefoon
centrale op
stond. We za
gen o.a. een
dame die met
48