I9°3 op gas 1 9:7 i wor- on r pe- n turf 65 ^ieck op :r 7906. Kanaal- ■rwijl de '.chts de ■stplein. vrese- nari- hele- Op deren rzon- il niet, je lijk ci- en was, n die i te be- Lui- rine. we kend geworden historica en letter kundige dr. A. Romein-Verschoor, die met de tweelingbroertjes Han en Anton Pieck "op het fröbel- schooltje achter de kerk" zat, noemt de Kroningsfeesten van 1898 en vervolgens n juni 1900. Dat was de dag waarop haar vader, eveneens "machinist" bij de marine thuisvoer met de Emma, zo'n zwart 19e eeuws fregat met witte geschut poorten. Ze vertelt over de forten met-de-grachten, waar 's zomers margrieten groeiden en 's winters werd geschaatst. Anton Pieck maakte overigens op elfjarige leef tijd een fraaie tekening van schaats ende mensen op de wit besneeuw de Kerkgracht, kortom, er was im mers van alles te beleven. Zelf vertelt hij over "De Tuintjes": "De Tuintjes dat was in Huisdui nen een oud huis, een oude gelag kamer en daarachter was een tuin met een oude eik en een mooie ge tekende pot ertegenaan, een heel gammel draaimolentje. Wanneer er sprake was van "we gaan naar de Tuintjes", dat was het summum van alles. Het was allemaal even gammel en allemaal even oud, maar toch, het hele geval had een enorme sfeer en zo waren "De Tuintjes" voor mij altijd een ontzet tend belangrijk ding. Ik weet ook écht dat met het hele ontwerpen van "De Efteling" juist dit geval, die Tuintjes, dat was eigenlijk altijd iets dat door mijn hoofd speelde. Het was voor mij een motief: nou, het zou toch wel erg leuk zijn een re- creatie-oordje te maken voor kinde ren, waar ze ook nog romantiek be leven en waar we later met warmte aan kunnen terugdenken..." En natuurlijk de Helderse kermis. "Ik stond daar te kijken - ik was ge loof ik een jaar of vijf of zo - met open mond. Al die pracht om je heen, dat was allemaal geweldig Maar ja, ik heb toen helemaal niet gedacht dat zoveel jaar later diezelf de (stoom)carrousel nog eens op de Efteling terecht zou komen Maar Anton hoefde niet eens naar de kermis om zich te vermaken. Wanneer hij de foto van het huis aan de Kanaalweg 45 - afgebroken in de Tweede Wereldoorlog op last van de bezetter - onder ogen krijgt, zegt hij: "Ook aan dat huis heb ik nog de prettigste herinneringen. Dat raam boven achter, dat was de werkkamer van Han en mij en wij keken van daaruit over de dijk heen op TexelHet tuintje was een heel lange tuin, de keuken zie je ook en daarnaast zie je, zoals men dat vroeger noemde, de plee Door de tuin liepen we zo op, dan naar de dijk en over de dijk dan had je de stenen en daar had je ook weer een wereld van romantiek: allemaal hele grote stenen, daarin zaten alle maal watertjes met krabbetjes en zeewier het was ook echt een ei gen wereldje. "Ik weet ook nog," aldus Anton Pieck vele decennia later, "achterin de tuin was een putje, een soort ri- ooltje. En toen was er een ontzet tende sensatie in Den Helder want er was eens ingebroken. De hele Helder stond ondersteboven, het was nog niet zo usance (gebruik) als tegenwoordig. Dus mijn vader die ging ook in de achtertuin en die zet het putje open, want als de in breker dan over de muur klom, dan sprong hij in het putje. Maar de in breker kwam niet en mijn vader die lag de volgende ochtend zelf in dat putje tekenen Anton begon te tekenen nog vóór hij op school was en dit tekenen zou zijn wereld worden. Anne Hal- lema vertelt in zijn boek "Anton Pieck, beschrijving van zijn schilde rijen en prenten" (1930), de anek dote dat, toen Anton drie jaar was, zijn moeder hem eens huilend voor het raam zag staan. Vragend wat er aan de hand was, snikte hij: "Ik kan de regen niet tekenen." Samen met zijn broer Henri, eveneens een begenadigd tekenaar, kreeg hij zijn eerste tekenlessen van de decoratieschilder en teke naar J.B. Mulders, die in het adres boek van 1906 als kunstschilder aan de Kanaalweg no. 4B vermeld wordt. Dat de aanleg groot en de lessen succesvol waren blijkt onder meer uit een op n april 1906, dus kort voor zijn elfde verjaardag, ge maakt stilleven (waterverf) waar voor hij een prijs won (vijf tuben waterverf en een fixeerspuitje). Het betrof een huisvlijttentoonstelling op initiatief van de Volksbond. Blij kens een bericht in 't Vliegend Blaadje werd de prijs uitgereikt door ds C.J.A. Bosch, die in zijn toespraak o.m. zei: "Verveling en niet-weten-wat-te-doen drijft den mensch het huis uit en naar de kroeg." Er werden overigens zo'n zeventig deelnemers bekroond waaronder ook Antons tweeling broer Henri (pasteltekening). Ande re "bekroningen" betroffen o.a. een kunstig gesneden scheepje, dam bord, kerkstoof en vernuftig ge haakte kleedjes. Naar het schijnt waren de broers tot hun puberteit onafscheidelijk. Daarna gingen ze steeds meer uiteen: Henri speelser, gedurfder, Anton introvert, om zichtig, maar hardnekkig. De ar tiest en de tekenaar? moeilijke jeugd "Het ouderlijk huis kon hun geen gevoel van geborgenheid geven. Ze zagen de zorgen der ouders, het chronisch gebrek aan geld en aan een genegenheid die over die zor gen kon heen reiken. Ze moeten daar beiden onder geleden heb ben." Aldus Hans Vogelesang in "Anton Pieck, zijn leven en werk" (1981). Waarschijnlijk uit respect voor de dan al hoogbejaarde Anton vertelt deze biograaf niet dat de oor zaak van dat chronisch gebrek aan geld, de drankzucht van zijn vader was. Ingrid van de Wijer noteert nog weer jaren later uit de mond van Anton Pieck zelf over "het ban ge gevoel dat er zo vaak was ge weest dat zijn vader dronken zou thuiskomen en zijn vriendjes het zouden zien. En over de thuis-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2001 | | pagina 21