64 i neringen: "In de Koning-straat heb ben we niet langer dan een jaar doorgebracht daar we in Mei van het jaar 1896 naar de Kanaalweg zijn verhuisd. Ik verkeerde tot nu toe in blakende welstand, doch (daar) werd ik geteisterd door vrese lijke krampen in mijn buikje, iets dat door Henri als rechtgeaard tweelingbroeder, trouw nagevolgd werd. Deze ziekte nam zeer in he vigheid toe, zoodat er na een paar weken al bijzonder weinig van ons over was. Mijn moeder was rade loos, het had dan ook weinig ge scheeld of we hadden het tijdige met het eeuwige verwisseld. Maar na verloop van eenige tijd werden we weer wat sterker en herstelden spoedig weer geheel." Den Helder omstreeks 1900 Den Helder was beslist geen klei ne plaats voor die tijd. In 1900 wa ren er 25.159 inwoners, in 1905 26.181. "Niettegenstaande een grooter natuurlijke aanwas is door meer vertrek dan vestiging de toe name der bevolking niet sterk." Al dus het gemeenteverslag. De "na tuurlijke aanwas" was groot met name door het hoge geboortencij- fer: 31,4 geboorten per duizend in woners per jaar (vergelijk Alkmaar: 25,2). Maar liefst 27,7 van alle vrouwelijke inwoners is getrouwd, terwijl het landelijk gemiddelde even beneden de 23 ligt. Behalve een wisselend aantal militairen, meestal 2500 a 3000 man, telt de stad een kleine zesduizend be roepsbeoefenaren. De meesten (40%) werken in de nijverheid: op de rijkswerf (850), in de bouw (500) en een duizendtal in de overi ge nijverheid, waarvan de meesten in de branche kleding en reiniging (318) en voeding en genotmiddelen (300). Zo'n tien procent van de mannen werkt in de visserij, maar ook de handel in vis, het transport, de verwerking (visrokerijen, zoute- rijen, zuurinleggerijen) geven veel werk. Ook de (detail)handel en ver keer en transport geven veel werk. Ruim de helft van de arbeiders verdient nog geen tien gulden in de week. Zo'n 1500 man, meest onge huwd, verdient zelfs geen vijf gul den per week, de andere helft heeft een jaarinkomen tussen 300,- a 500,-. De gemiddelde woningbezet ting in Den Helder is vrij gunstig: 4,46 personen (landelijk 4,81), ting sterk verbeterd. Tussen 1903 en 1907 stijgt ook het aantal op gas aangesloten woonhuizen van 917 naar 2839! De meeste huizen wor den tijdens de jeugd van Anton Pieck echter nog verlicht door pe troleumlampen en kaarsen. Voor de verwarming gebruikte men turf en steenkool.... meer dan de helft van de woningen heeft nog géén drie vertrekken: 1764 hebben slechts twee vertrek ken, 326 woningen heeft slechts één vertrek. Deze éénkamerwonin gen waren meest niet groter dan 30 m3, dat is bij een hoogte van 2 me ter dus slechts zo'n drie bij vijf me ter. Hoewel Den Helder al sinds 1856 over een duinwaterleidingbedrijf beschikt, dat in 1901 in handen van de gemeente komt, hebben op dat moment slechts 725 woningen een waterkraan. De woninghuur ligt meest tussen de één en drie gulden per week. Alleen de kleinste behui zingen worden voor twee of drie kwartjes verhuurd. De meeste stra ten, stegen en sloppen zijn nog on verhard, maar de Koningstraat en de Kanaalweg zijn al wel bestraat. Ook is daar straatverlichting. Hoe wel er al sinds 1857 een gasfabriek is, wordt pas na overname door de gemeente (1902) de straatverlich Tekening gemaakt door Anton Pieck op ii-jarige leeftijd te Den Helder 1906. Links het ouderlijk huis aan de Kanaal weg met vader Pieck ervoor, terwijl de broertjes voor het raam zitten. Rechts de Kerkgracht gezien vanaf het Westplein. jeugd in Nieuwediep "Schoffies waren wij, in een vrese lijk, ja nuchter, leeggewaaid mari neplaatsje, waar er natuurlijk hele maal niets voor kinderen was. Op het ogenblik worden voor kinderen honderdduizend attracties verzon nen, maar dat was er helemaal niet, je moest zelf maar zien dat je je amuseerde." Een voor mij wat onbegrijpelijk ci taat uit het boek "Anton Pieck en zijn werkkamer" (blz. 39). Er was, denk ik, in het Nieuwediep van die dagen van alles voor kinderen te be leven. De zee, het strand, de dui nen, de dijk, de haven, de marine. Annie Verschoor, de later zo be-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2001 | | pagina 20