jesspeelkamer met speelplaats,
bleek en tuintje alsmede de wasse
rij. Voorts zijn er de keuken en
goed ingerichte toiletten.
In de benauwde naaikamer waren
18 meisjes druk bezig; in de breika-
mer krijgen de schoolgaande meis
jes in de namiddag onderricht. Op
de plaats is de wasgelegenheid waar
de jongens zich 's morgens en voor
het middageten reinigen. Ieder
heeft een eigen handdoek, maar de
kammen zijn gemeenschappelijk.
Het urinoir in de hoek "is vuil en
zeer kwalijk riekend". Bruinwold
Riedel zag veel liever een wasgele
genheid vlakbij de slaapzalen.
De eetzaal, met een broodkamer er
naast, is ruim en fris. Er zijn geel
geverfde banken en gedekte tafels,
"de spijzen worden door de meisjes
uit schalen in de tinnen borden"
van de kinderen geschept. Aan tafel
mag niet gesproken worden en bij
iedere maaltijd spreekt een van de
kinderen een gebed uit. 's Avonds
wordt bovendien uit de kinderkrant
voorgelezen.
De keuken is ruim en fris, maar er
is geen kelder - de provisiekamer is
op zolder, "waar het voor het bewa
ren van menig artikel in den zomer
veel te warm
is". Op de eer
ste verdieping
zijn de aparte
jongens- en
meisjesafdelin
gen, met slaap-
en ziekenzalen.
Tussen de twee
afdelingen be
vinden zich de
badkamer en
het kledingma
gazijn. "De
kinderen sla
pen, ieder af
zonderlijk, in
houten kribben
met een
stroozak en
matrassen van
paardenhaar
voorzien. De
kussens zijn met zeewier gevuld.
Het gaslicht brandt den geheelen
nacht". 'Het onmisbaar meubel'
(po) is onder iedere krib aanwezig.
De jongetjes onder 7 jaar slapen op
de meisjeszaal. Voorts zijn er
"prachtige zolders, witgeschuurd".
Doelmatige kleding
De weesmeisjes dragen op zondag
jurken van zwarte stof met rode
bies om de mouw, door de week
bonte jurken, ook met bies. De jon
gens hebben op de dag des heeren
lakense kleren en op werkdagen 'pi-
low' (de werkjongens). "Het Hel-
dersche wapen, rood met geel, op
den mouwomslag aangebracht, tee
kent de knapen als weesjongens".
De doelmatige kleren zagen er net
onderhouden uit, elke twee jaar
krijgen de jongens een nieuw pak.
De meisjeskleding wordt op de
naaikamer van het weeshuis ge
maakt, de stoffen worden "bij de
meest soliede leveranciers ge
kocht", niet aanbesteed. De hoed
jes, met zwart opgemaakt en de wit
te mutsen, die de meisjes dragen,
zijn keurig netjes.
Het eten
Die wordt omschreven als "mis
schien voldoende, maar niet meer
dan dat". De spijslijst: op zondag
aardappelen, groente en gebakken
spek; maandag gort met stroop,
melk en klontje boter; dinsdag erw
tensoep met brood en spek; woens
dag grauwe erwten met vet; donder
dag rijstesoep met vlees; vrijdag
bruine bonen met vet of boter; za
terdag rijst met melk en klontje bo
ter. Aan vet, spek en vlees is dat
62,9 gram per dag voor elk kind.
"overvloedig is deze hoeveelheid
niet, vooral niet als men bedenkt
hoe klierachtig vele kinderen zijn".
Het ontbijt bestaat uit brood van
goede kwaliteit plus koffie, de
kleintjes krijgen gort. Om vijf uur
's middags wordt een "tusschen-
stukje" gegeven en het avondeten
bestaat uit brood voor de grotere
kinderen en gort met zoete melk
voor de kleineren. Klierachtige kin
deren krijgen levertraan. "De ge
zondheidstoestand der kinderen is
over het algemeen uitmuntend".
Het Weeshuis te Den Helder.
59