De Helderse wezenzorg in de negentiende eeuw
57
'Onderzoek in loco'
Inleiding
Onlangs vond ik een 25 jaar gele
den gemaakte aantekening, over
een boekje uit 1882 (57 I 56) in de
bibliotheek van het toenmalige
Alkmaarse gemeentearchief aan
de Oudegracht. De auteur was j.
Bruinwold Riedel en de titel 'Uit
besteding, Weeshuizen en Beste-
delingshuizen. Onderzoek in loco
Noord-Holland 1881/1882. Vol
gens mijn aantekening zou daarin
ook het Helderse Algemeen Wees
huis beschreven zijn.
Een telefoontje met het tegen
woordige Regionaal Archief Alk
maar, in Alkmaar Noord, vol
stond. Per ommegaande werd mij
een fotokopie van de betreffende
pagina's (5-17) toegezonden.
Prima service!
De laatste jaren werk ik aan een
boek over Den Helder in de 19e
eeuw, dat in 2002 of daaromtrent
zal verschijnen in de Helderse
Historische Reeks, onder de titel
'EB EN VLOED'. (Den)Helder in
de negentiende eeuw. Daarin
wordt uiteraard ook aandacht
geschonken aan de wezenzorg.
Aan dit werk ontleen ik hierna de
hoofdlijn. Voorts put ik uit de eer
der in Levend Verleden versche
nen delen uit mijn grootvaders
(Louis van Loo Sr.) mémoires en
gebruik ik een archiefvondst uit
1916 van Rens Schendelaar, redac
teur van dit blad.
Wezenzorg voor 1881 /82
Al vóór 1795 was er een wees-en ar
menhuis voor de dorpen Huisdui
nen en de Helder Buyrt aan het
Marsdiep. In 1803 werden zeventig
wezen verzorgd; ook waren er een
aantal "buitenshuis verzorgde ou
deren en armen buiten een kerkge
nootschap" en "de onnozelen in het
Alkmaarse verbeterhuis". Dus zij
die geen actief lid van een kerkge
nootschap waren, of geestelijk ge
handicapt. Het menu van de Hel
derse wezen in deze jaren bestond
uit: 's morgens een boterham, 's
avonds (karne)melk en tussen de
middag warm eten. Op zondag wit
te erwten met spek, maandag en za
terdag gort, dinsdag en vrijdag
aardappelen met spek, woensdag
grauwe erwten en donderdag erw
ten met vlees.
Het weeshuis werd in 1813 tijdens
een belegering ('Staat van Beleg') in
brand geschoten en verwoest. De
kinderen waren gelukkig tevoren
bij burgers ondergebracht.1
In ieder geval vanaf 1821 was er in
Helder weer een weeshuis, dat per
1 januari 1840 gereorganiseerd
werd. Alleen ouderloze kinderen
tot maximaal 20 jaar oud mochten
voortaan opgenomen worden. Zo
strikt werd dat echter niet geno
men, want er verbleven ook een
aantal geestelijk en/of lichamelijk
gehandicapten in het weeshuis. De
meeste pupillen werden evenwel
uitbesteed bij 'fatsoenlijke burgers'
in Helder, die daarvoor dertig gul
den per jaar kregen. In 1840 zaten
vier oude lieden, negen 'gebrekki-
gen' en vijf wezen in het tehuis.
Maar liefst 48 weeskinderen waren
toen uitbesteed.
Onhoudbare situatie
Na de 'zwarte jaren' 1845-1848 (on
der meer voedselschaarste vanwege
de aardappelziekte en strenge win
ters) was het aantal wezen toegeno
men tot honderd, waarvan er tach
tig in het tehuis leefden. Maar daar
lagen ze soms met drie of zelfs vier
"in een kribbe of bedstede dicht bij
elkander op de zolder". Een on
houdbare situatie en dus moest er
verbouwing of nieuwbouw volgen.
Het werd nieuwbouw: in 1852 ver
rees het nieuwe Algemeen Burger
weeshuis aan de Kerkgracht vlakbij
het Westplein (later Helden der
Zee-plein). Het zou nadien nog
lang als raad-/gemeentehuis die
nen. 2
RK-Louise-gesticht
Vanaf 1853 was er in ons land in
stijgende mate sprake van verzui
ling. Met name de lang in een twee
derangs positie verkeerd hebbende
katholieken manifesteerden zich
krachtig. Op allerlei gebied wilde
men tot eigen organisaties komen,
in het onderwijs, in de armenzorg
en in het verenigingsleven. Dat
mondde later uit in clubs als katho
lieke geitenfokverenigingen, bij wij
ze van voorbeeld.
In 1875 bood Clara Louisa Meijer,
weduwe Janzen (grote aannemer in
Helder), aan om voor haar rekening
een 'RK Weeshuis voor Jongens en
Meisjes' te doen bouwen. Zo ont
stond het Louisegesticht aan de
Jonkerstraat in de Nieuwstad. Vijf
jaar later had dat de weduwe Jan
zen al ƒ20.000 voor de bouw en
ƒ3500 aan overige zaken gekost.
Aanvankelijk waren er drie kinde
ren opgenomen geweest, maar nu
werden de katholieke wezen weer,
net als voorheen, uitbesteed bij fa
milie. Het Helderse Parochiaal
Armbestuur (waaronder het wees
huis viel) en de bisschop in Haar
lem hadden grote, zo niet onover
komelijke moeite met de bepaling