5 loondienst. De akkerbouw en veeteelt stelden weinig voor: "ende es een snoot lant, dat dagelicx verstuyvet mit- ter duyne". Ze hebben wat bijver dienste, "mitten duyne poten en plan ten". Helmplanten en rietschuttin gen zetten. Nee, ze hebben 't niet best: daerof de 10 alleenlick wat hebben of te leven ende de rest is arm, die deze winter meest all water drinclcen sullen". 3 St. Pontiaansvloed (1553) en Allerheiligenvloed (1570) Bij de zware stormvloed van 12 ja nuari 1553 zijn de duinen ten westen van het dorp door "affspoelinge" over een breedte van 18 meter afge slagen. Sinds 1510 was daar 450 meter verloren gegaan. Werkelijk rampzalig was de Allerheiligenvloed van 1570: "In Huysduynen loopt het water voorin uyt die Noortzee ende achter weder uyt in die Zuyderzee. Ende daer zijn wechgespoelt wel hondert huysen ende verdroncken wel LX persoenen." (Missive van het Hof van Holland gezonden aan de hertog van Alva.) stormvloeden en dijkdoorbraken Nadat het eiland met name bij de St. Pontiaansvloed (12 januari 1553) ern stig te lijden had gehad, leed het ei land - min of meer aan zijn lot over gelaten in de eerste decennia van de Opstand (1568-1648) - vooral in de tweede helft van de 16e eeuw zware schade. Na de Allerheiligenvloed van 1570, waarbij alle dijken doorsloegen en alle polders waterschade opliepen, volgden de inlagen elkaar, zowel in het westen als het noorden, in snel tempo op: 1571,1584,1598,1604. De ligging van deze (inlaag) dijken is door dr. J. Westenberg nauwkeurig vastgelegd. 4 In 1592 noteerde men, dat sedert 1580 op het eiland Huisduinen 150 huizen landinwaarts waren gezet. De Huis- duiner kerk staat in 1599 gedeeltelijk met zand overstoven in de buitenste duinregel en gaat weldra verloren. In 1648 is meer landinwaarts een nieu we kerk gebouwd (voorzien van een orgel in 1673), maar het kerkhof ver huist naar het buurtschap Heiligham en is nog altijd in gebruik als de Al gemene Begraafplaats te Huisduinen. De bouw van een vuurboet bij Kijk duin als nachtelijk baken voor de scheepvaart kwam in 1598 tot stand. De vuurbaak werd in 1822 vervangen door een stenen vuurtoren (47 m) op een hoek van het fort Kijkduin. In 1878 werd de stalen vuurtoren De Lange Jaap (55 m) in gebruik geno men. Waardeloos eiland? Het eiland is van "null ende geender waerden", zei een rapporteur al in 1574. En hij voegde er aan toe "dat hij 't landt om nyet nyet wilde hebben, soo hij de dijcken ende duynen sou- de moeten onderhouden" Nog niet voor niks dus. En toch wilde men 't eiland behouden, want het Marsdiep als scheepvaartweg werd steeds be langrijker en de aan de oostzijde ont stane getijdegeul het Nieuwediep kreeg steeds meer betekenis als (vlucht)haven. Sterker nog, niet zod ra de oorlogskansen gekeerd waren ging men er toe over geld ter be schikking te stellen om het eiland door middel van een zanddijk met Callantsoog te verbinden (1610). "Groot tempeest en groote sterfte", 1604 "Siende dat de zee seer hooch te- gens den dijck en den duyn opliep, syn met alleman met schuppen ende graven daer aen gevallen om den dyck te houden daer over het water gestadichs weg. Doch niette- genstaende veel verscheyden arbeyt ende moeyten ende hoewel de clock geclept worde om hulp ende assis tentie is ten leste de kijfdijck tot twee verscheyden plaetsen innege- broocken, dat allen het land leggen de tussen de Kerkbuyrt ende Den Helder nu altemael (is) geinon- deert, met sant eensdeels overloop- en ende ganselyck vergaen." De schrijver van deze regels mr. Rutger Paludanus (1776) vermeldt tevens dat "de dycken van Huysduy nen binnen korte jaeren herwaerts tot vier mael toe ingeleyt (waren)." Sedert 1580 waren in twaalf jaar tijds 150 huizen op het eiland "verset ende landwaerts gestelt". Nog een geluk dat deze huizen van hout waren en dus betrekkelijk een voudig te verplaatsen. Na de storm ramp van 1604 is de rij houten huis jes ten westen van de (oude) meel- molen bekend als de Croft- of Oos terbuur! door het leggen van een in- laagdijk prijsgegeven. In 1605 verklaart de Huisduiner mo lenaar, de uit Vlaanderen afkomsti ge Jelis Platevoet dat de "groote en overvloedige peste (1604) op het ei land tussen de 700 en 800 mensen I heeft weggenomen. De bakovens stonden "deur 't sterven still" en de meeste boeren lieten hun graan lie ver in Callantsoog malen dan zich op de molen van Huisduinen te wa gen. Ook dat nog (Zie: "De groote sterfte", in: Volk aan het Marsdiep. j.T. Bremer/H. Schoorl, 1983) "De groote sterfte (1604)" In 1592 spreekt men van "Scamele varende luyden, piloten (loodsen) ende visschers hen generende ter zee" op het eiland Huisduinen. Toch, ter wijl er in 1514 nog geen vijfhonderd bewoners op het eiland waren zijn er ten tijde van "de grote sterfte", een pestepidemie in 1604, ruim twaalf honderd inwoners. Deze groei was grotendeels het gevolg van de ont wikkeling van de scheepvaart op het Marsdiep (beloodsing), de groei van de activiteiten rond de haven het Nieu wediep. In Huisduinen stonden er ca. 1600 130 huizen, in Den Helder 170. Ondanks het feit dat zestig pro cent van de bevolking stierf aan de pest, zijn er dertig jaar later volgens

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2001 | | pagina 5