Het kinderwees huis bij de kluft rechts op de voor grond achter het Huisduinerkerkje. Het gebouwtje is afgebroken wegens uitbrei ding van het Beatrixhotel. (Tekening Kees Doolaard, 1980) De jongens gaan naar het jongens huis in Hoenderloo. Het meisjes huis is smakeloos ingericht. Het personeel is beneden de maat. Er zijn 20 kinderen. Tussen 1900 en 1930 zijn er 253 jongens en meisjes geweest, waarvan 70 is geslaagd. 1935 - Alle goedkeuringen van het Ministerie van Justitie (voor opna me van voogdijkinderen) zijn inge trokken. 1938 - Er zijn er nog maar n meis jes. Het kleuterhuis staat leeg. De kinderen zijn niet al te best gevoed. Niessink en zijn vrouw zijn nog al tijd directeur". De herinneringen In het boek: De dagen van Olim, door Jan T. Bremer, lezen we in een citaat van het artikel 'Weeshuis Huisduinen' op blad 140 e.v. de herinneringen van de moeder van Jan T. Bremer, waarin onder ande re: "We werden gebracht door een meneer van de kinderzorg. We wis ten nergens van. Vele jaren hebben de heer en mevrouw Niessink aan deze weesinrichting hun beste krachten gegeven, staat er in het boekje 'Kent u ze nog de Jutters'. Nou dat zal wel, maar ik denk daar toch anders over. En ik niet alleen. Er waren ook goeie mensen hoor, juffrouw Berkeljon bijvoorbeeld. Op school was 't ook fijn, bij mees ter Gravenmaker en meester Brands. Het ergste vond ik, als ik er goed over nadenk, dat er nooit ie mand voor je opkwam". Mevrouw H. Harder - Brands, dochter van meester Brands, weet het zich nog goed te herinneren en zij vertelt: "Mijn vader was hoofd van de school op Huisduinen en alle kinderen van het weeshuis wa ren bij hem op de dorpsschool. De kinderen gingen gewoon met el kaar om. Je merkte er niets van dat zij het minder hadden dan ons, ten minste op school niet, je had ge woon contact met ze, en je speelde met elkaar. Ik wist natuurlijk wel dat de kinderen het met eten en drinken niet al te best hadden. De kinderen kwamen al zo te kort, die moet je toch eens wat toestoppen. Ze kwamen er al onder ellendige omstandigheden in, en nou ja le vensblijheid was er niet bij hoor". J. (Jan) Leen geboren en getogen op Huisduinen vertelt dat er verschil was, de weeskinderen maakten wel deel uit van de bevolking van Huisdui nen, maar ze droegen aparte kle ding: "Die kleding was wat we te genwoordig corduroy noemen, Manchester was dat, een jasje en een broek van Manchester, en voor zover ik dat weet werd zo'n partij goedkoop aangeschaft en moesten die meisjes dat naaien. De meisjes liepen in lange rokken met een schort voor. De kinderen gingen ook naar de dorpsschool, de kerk en naar de zondagsschool. Er waren ook kinderen bij uit gebroken ge zinnen, half wezen. De kinderen van Huisduinen speelden gewoon met ze. Nee er was geen segregatie, zeker niet, er werd wel gezegd 'weesjongens, weesmeisjes', dat was het verschil. Ik ben nooit in een van de weeshuizen geweest, daar kwam je niet, dat mocht niet. Het waren echt wel aardige gebou wen. Er was een jongens- een meis jes- en een kinderweeshuis, allen van steen. Het jongensweeshuis stond op de plek waar nou die nieu we woningen van het Anton Pieck- hof zijn gebouwd. Het meisjes weeshuis dat staat er nog, links van de school. Dan had je een kinder- 40

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2001 | | pagina 40