der (aan de Loodsgracht), in het openbaar te verkoopen: Een achtkante windkoornmolen, voorzien van twee stel steenen, om tarwe en een stel steenen om rogge te kunnen malen, en erf, benevens een daaraangrenzend stukje wei land, staande en gelegen te Huis duinen, gemeente Helder, enz. Op verzoek van mejufrouw Anna van der Ham doende molenaarsbe drijf wonende Huisduinen, wedu we van de heer Andries Hartsinck, in tegenwoordigheid van de heer Johannes Jacobus Haarselhorst no taris wonende te Obdam, toezien- der voogd van de drie minderjarige kinderen. Verkoop van de achtkan te windkorenmolen genaamd De Hoop, met erve benevens een daar aan grenzend stukje weiland staan de en gelegen te Huisduinen, be- lend met de Huisduinerweg ten zuiden, de Molensloot ten oosten, en Pieter Kindt ten noorden en ten westen, weilanden rondom de mo len en een tweetal huizen met een stal behoorden ook tot het eigen dom. Sinds 29-09-1847 in bezit Hart- sicnk, leeg opgeleverd op 1 juni 1861. Inclusief molenkar met tuigen, het paard, een slijpsteen, een balans met schalen en vijf en zeventig ponden ijzeren gewicht, een dom me kracht, een graaf of spade en enige bilhamers, alles thans bij de molen in gebruik. Notaris Pieter Arnold Beets, stand plaats Nieuwediep, noteerde als ko pers van de molen: "De koornmo- len De Hoop de welke bij opbod en afslag heeft mogen gelden f 3.260,- geboden door de heren Johannes Stephanus Janzen en Johannes Ei- lard Janzen, van beroep aanne mers, wonende in de Helder". De Helderse gebroeders Janzen (vernoeming Janzenstraat) waren geen onbekenden. Deze aanne mers, zeg maar gerust de bouwers van de Visbuurt, waren al in het be zit van de trasmolen aan de Molen gracht en een houtzaagmolen aan de Fabrieksgracht (Vinkenterrein). Zij hadden vermoedelijk baat bij het uitkopen van deze concurrent. Niet lang daarna zou de molen af gebroken en afgevoerd worden. Dirk Dekker beschrijft dat in zijn boek 'Ontwikkelingsgeschiedenis en beschrijving der gemeente Hel der', (uitgave 1875), 'We schrijven 1874 bij de tocht naar Huisduinen. Op de plaats waar we weleer de mo len zagen, vervolgen wij onze weg langs een smal voetpad van klin kers. De molen is niet meer. Hij is enige jaren geleden afgebroken en naar elders overgebracht. De eige naar kon er geene zaken meer ma ken'. Ondanks het verdwijnen van de molen bestaan er nog naamgevin- gen uit de periode van de meelmo- Naar Wieringen De Huisduiner meelmolen zou uit eindelijk verhuizen naar Wierin gen, naar Zandburen, een buurtje ten oosten van Hippolytushoef om precies te zijn. Dat schreef mevrouw Jo Daan in haar dissertatie 'Wieringerland en leven in de taal' op 6 juni 1950 aan de Universiteit van Amsterdam: "De molen ten oosten van Hippoly tushoef werd hier gebouwd in 1862, daarvoor had hij in Huisdui nen gestaan, naar een jaartal in het rad blijkt, sedert 1672". De bekende Wieringer amateur- De Huisduiner meelmolen verhuisde uit eindelijk naar Wieringen, naar Zandber gen, een buurtje ten oosten van Hippoly tushoef. len. Zo is er nog de Molensloot in het Huisduinerpoldertje, rechts van de Huisduinerweg bij het begin van de Badhuisstraat. De schuin lopen de pier ter hoogte van restaurant Nogal Wiedus wordt ook wel het Molensteenhoofd genoemd. De be kendste vernoeming is het Molen gat, het zeegat tussen de Razende bol en de kust van Texel, vermoede lijk diende de molen in het zeiltijd- perlc bij het invaren als een baken. historicus Joh. Oedzes schreef daar over: "De molen stond ten oosten van Hippolytushoef. Het was een graanmolen, gebouwd in het jaar 1862. Het was een grondzeiler, dit werd zo door de molenaars ge noemd, omdat vanaf de grond de zeilen om de wieken (of roeden) ge daan konden worden. Deze molen heeft voorheen in Huisduinen ge staan, het grote rad vermeldde nog het jaar 1672. Jammer dat deze mo len in 1944 door onweer is afge- 30

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2001 | | pagina 30