tt ij... Ml reddingsboot kunnen bemannen". Een van de bekendste 19e eeuwse red ders werd Klaas Duit (1820-1891) de "zeeduivel" van Huisduinen. Het reddingsstation te Huisduinen is bij gebrek aan voldoende roeired- ders opgeheven in 1888. De red- dingvlet werd ondergebracht in een boothuis bij de "Windwijzer" (Oud Den Helder). Ruim twintig jaar eerder (1866) was er eveneens een reddingboot gesta tioneerd in de haven van Nieuwediep. 12 Inkwartiering in Franse tijd Grote moeite had de plaatselijke re gering met het onderbrengen van de Franse en Hollandse soldaten. Er waren niet voldoende kazernes en de aanvullende gelegenheid tot het onderbrengen van veel volk bij par ticulieren, de zgn. inkwartiering, was eveneens, zoals we reeds hoor den een zaak van voortdurende zorg. De kerk op Huisduinen werd in 1803 gerequireerd met stro en de kens, daar inkwartiering van alle mi litairen bij de burgers niet mogelijk was. Het militaire hospitaal lag eveneens op Huisduinen. Later toen de beide grote forten Erf prins en Kijkduin gereed gekomen waren werd de toestand beter maar tot dien moest ook nog gebruik gemaakt worden van kampementen op het land. Dat dit tot allerlei consequenties leidde blijkt o.a. uit een klacht van Arjen Brouwer, huijsman woonach tig op Heiligharn tevens doodgraver die verklaart dat een campement Franse en Hollandse militairen een grote verwoesting op het nabij gele gen kerkhof had veroorzaakt,daar gedurig stenen zerken en palen wer den gebroken en zelfs weggehaald, terwijl een groot aantal graven was aangedolven, waarbij hij had bevon den dat er lijken van menschen wa ren uitgehaald en een andere huijs man aldaar, Pieter Bontes verklaart dat zij de lijkkisten meenamen en gebruikten tot hutten in het kampe ment waar zij gelegerd waren. (A. Korff Beknopte geschiedenis van Huisduinen en Den Helder, 1958, blz. 198). treurig gedenkteken De Franse tijd (1795-1814) was een traumatische periode. Niet alleen de landing van Engelsen en Russen bij de Zanddijk (1799), maar met name de eindeloze inkwartieringen van sol daten brachten een enorme verar ming. "In 1829 meende de regeering dat het beter ware de plaats geheel te doen vervallen. De toenmalige Gouverneur van Noord-Hoplland, de heer Tets van Goudriaan, begaf zich daarom in persoon met den heer J. In 't Velt, burgemeester van den Helder naar Huisduinen om aan de ingezetenen voor te stellen zich met der woon in of bij den Helder te vestigen. Men verlangde er geen gevolg aan te ge ven, zoo dat Huisduinen bleef be staan als een treurig gedenkteken van de wisselvalligheid der fortuin. Zelfs sedert dien tijd is het verval nog steeds toegenomen." '3 Volgens Van der Aa (1844) telde Huis duinen omstreeks 1840 70 wonin gen "met 300 inwoners, die meest bestaan uit sloeplieden en landbou- werrs". M En nog was de achteruit gang niet tot stand gebracht. In 1859 telde Huisduinen 286 inwo ners (64 huizen), in 1869 233 (54 hui zen). Den Helder daarentegen on derging sedert de totstandkoming van het Groot Noord-Hollandskanaal (1824) een sterke groei van 3022 in 1818 tot 9088 in 1840. Daarna was door de liberalisatie van de handel (Thorbecke, 1851) het aantal inwoners van de gemeente Den Helder geste gen tot 22.030 inwoners (1878). Ver volgens daalde ook hier het inwonertal doordat als gevolg van de opening van t. n 1 ihiiiiijjiiilii X r"r' '4 L V.l io Opening badpavil joen, 8 juni 1890.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2001 | | pagina 10