Denkend aan
Den Helder...
schrijft Marieke Verheul-van Veen
uit Nederhorst Den Berg, herinner
ik mij vooral de drie winkels uit
mijn jeugd, namelijk
- de verfwinkel van mijn oom en
tante Henk de Wit en Corrie de Wit-
Peperzeel, Binnenhaven 88/89;
- de boekwinkel van mijn opa en
oma De Wit-Spigt, Keizerstraat 13 en
- de bloemenwinkel van mijn ouders
Lydius van Veen en Bets van Veen-
de Wit.
In het schrift van mijn moeder, vol
met herinneringen aan haar leven
in Den Helder, lees ik het volgende:
Mijn overgrootouders De Wit-Oli-
vier woonden al op de Binnenhaven
en hadden daar een verfwinkel met
een kleine verffabriek. Die was vlak
bij de winkel, maar lag aan het wa
ter achter de Binnenhaven, aan de
Bassinggracht. De verf werd in de
fabriek in bussen gedaan, maar
thuis werden de etiketten geschre
ven en om de bussen geplakt.
Voor en achter de verfwinkel was
water, aan de voorkant was dat het
begin van het Noord-Hollands ka
naal. Er lagen altijd veel schepen en
hier was ook het begin van de
stoombootlijn Den Helder-Amster
dam. De Binnenhaven lag aan de
voorkant veel hoger dan aan de ach
terkant. In alle huizen zat dan ook
een trapje. Vanuit de winkel aan de
voorkant ging je zes treetjes af naar
de huiskamer en de keuken.
Naast mijn overgrootouders woon
den hun zoon Andries en zijn
vrouw Pietje met dochter Annie.
Oom Andries werkte in de verffa
briek van zijn vader, heeft die later
overgenomen en ging toen ook wo
nen op Binnenhaven 88.
Zelf weet ik niets van de fabriek, ik
denk niet dat ik daar ooit geweest
ben; wel was ik in de verfwinkel al
tijd diep onder de indruk van alle
blikken en blikjes verf die op de
planken in al hun kleuren een in
drukwekkend beeld gaven.
Mijn overgrootvader heeft nog mee
gemaakt dat zijn kleinzoon, mijn
oom Henk, de verffabriek overnam
en ook achter de verfwinkel ging
wonen, waarschijnlijk in 1936, het
jaar van zijn trouwen. Mijn oom
overleed in 1970 en de verfwin
kel werd een normaal woonhuis en
de fabriek ging dicht.
De verf van De Wit was van goede
kwaliteit, vooral het Amsterdams
grachtengroen. "Met de Wit's verf
geen bederf', zo werd er geadver
teerd. Maar ook in die tijd werd
langzamerhand bekend dat het
loodwit in die verf zeer giftig was.
En nu naar Keizerstraat 13, het
huis waar mijn moeder geboren is.
Haar ouders waren daar na hun hu
welijk op 4 oktober 1904 een winkel
begonnen. Je had toen nog geen
vestigingsvergunning nodig. Ze
konden zomaar beginnen. Mijn
opa, Hendrik de Wit, werkte de eer
ste jaren ook in de verffabriek van
zijn vader. In de winkel in de Kei
zerstraat werden eerst verf, kwas
ten, tandenborstels, sponsen en ze
men verkocht, maar langzamer
hand kwamen er andere artikelen
bij, vooral op het gebied van schil
dersbenodigdheden, zoals linnen,
allerlei soorten olie- en waterverf,
vernis en beits. Er kwamen ook
schrijfbenodigdheden en boeken
bij, zodat mijn opa tenslotte één van
de vijf erkende boekhandelaren van
Den Helder was.
De voorraad in de kleine winkel was
onvoorstelbaar groot, maar door het
goede geheugen van mijn oma was
alles alüjd weer terug te vinden.
De winkel stond dus in de Keizer
straat, in het centrum van Den Hel
der, maar veel drukte was er in die
tijd niet. Mijn moeder speelde vaak
op de 'grote straat' en moest af en
toe naar de kant voor een paard en
wagen.
In de winkel waren rondom kasten
met glazen deurtjes voor flesjes,
potjes, tubes verf, postpapier en der
gelijke. Achter de toonbank stonden
de boeken. Onder de bedstee in de
huiskamer achter de winkel ston
den allemaal flessen inkt. In een
zeer strenge winter is tot grote
schrik eens een fles gesprongen.
Boven de slaapkamer was een vlie
ring, waar ook steeds meer artikelen
voor de winkel terecht kwamen.
110