wat van elders afkomstige Wervia- nen. Genoemde W.C. Henkes, commandeur der takelaars op de Rijkswerf, was zesenveertig jaar in dienst van de werf. Daarvóór dien de hij een veertien jaren op de vloot, zodat hij in 1885 zijn diaman ten jubileum in overheidsdienst vierde. (Helderse Courant 18 maart I959)- W.C. Wüst was in zijn jeugd matroos bij de Marine en leidde een goddeloos leven. Later werd hij smid op de Rijkswerf. Daar is hij tot bekering gekomen. "Op de werf werd hij te werk ge steld op de afdeling waar J.C. Scheffer hoofd was. Deze was een godzalig man. Wellicht is het door diens invloed geweest dat Wüst op zijn goddeloze weg werd staande gehouden." aldus ds F. Tollenaar (1940). Een andere belangrijke fi guur in de kringen der Afgeschei denen, die het later evenals Wüst tot predikant in de Chr. Geref. kerk zou brengen, is Jacob Juch. Juch, geboortig uit Enkhuizen, kwam met zijn ouders al op jeugdige leef tijd in Den Helder terecht. Hij was iemand met een uitnemende aan leg, want hij werd reeds op jeugdi ge leeftijd commandeur. Aanvanke lijk liep hij tegen de wat oudere broeder Wüst op, maar al snel werd hij ingeschakeld als catechiseer meester. Na zijn (avond)studie voor predikant werd hij in 1851 zelfs voorganger op Texel. Een andere broeder die zijn stem pel gedrukt heeft op het kerkelijk leven in de beginperiode, was J.A. Klaassen. Toe hij werd aangewezen voor Zondagsarbeid weigerde hij, ondanks de bedreiging dat bij wei gering ontslag zou volgen. "Hij bracht den nacht door op zijn knieën, maar toch ging hij op dien Zondag niet naar de werf. De Hee- re gaf hem rust in zijn ziel, dat hij in Gods weg was. Doch toen hij 's maandags op zijn werk kwam werd hem gezegd dat hij ontslagen was..." Klaassen was het daar niet mee eens en vroeg een onderhoud met de directeur van de werf aan. Het ontslag ging inderdaad niet door, sterker nog, een aantal weken later werd Klaassen bevorderd tot commandeur. Ook J.A. Klaassen is tenslotte (1878) naar Texel gegaan "om daar de gemeente te dienen als oefenaar". Daar is hij tien jaar ge bleven en in 1888 teruggekeerd naar Den Helder waar hij 18 no vember 1895 op 78-jarige leeftijd overleed. Bij de 50-jarige herden king der Afgescheidenen (1890) is een klein gedenkboekje uitgegeven waarin broeder Klaassen vertelt dat met name burgemeester J. in 't Veld zeer gekant was tegen de Af gescheidenen. "Alsof dezen hun burgerrechten verloren hadden werden zij vaak aan den moedwil des volks overge laten... werd het volk stouter en stouter en gebeurde het zelfs dat eenige mannen uit de heffe des volks... in optocht met een zwaren ladder gewapend een avondgods dienstoefening in de week kwamen verstoren. Daartoe gebruikten zij den ladder als stormram en onder hoera's der joelende menigte werd deze op de deur van het lokaal zo lang aangezet tot zij aan splinters vloog. Er ontstond door dit alles een ontzettend gekerm en gegil onder de vrouwen..." Jan T. Bremer. Literatuur: F. Tollenaar, Een eeuw kerkelijk leven (1940) P. Hovestad J.T. Bremer, Wie nooit vlak aan zee gewoond heeft... (1994) 95

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2001 | | pagina 11