Molest van Afgescheidenen
94
Het initiatief tot vergaderen van
Afgescheidenen is waarschijnlijk
uitgegaan van j. Bruin, winkelier
aan de Kanaalweg, naast de stal
van de weduwe Lobé, waar later
de (eerste) Bethelkerk gebouwd is.
Het verhaal wil dat de vrouw van
Bruin fel gekant was tegen het
vrome gedoe van haar man en
desgevraagd aan op relletjes
beluste lieden gaarne vertelde
waar en wanneer de 'fijnen' verga
derden. Een zoon van Bruin vertel
de vele jaren later aan ds Tollenaar
dat zijn vader door de rechtbank
meermalen veroordeeld werd tot
boeten, omdat hij vergaderd had
met meer dan 19 personen.
Toen hij eens naar de rechtbank in
Alkmaar moest, reisden enkele
'polderwerkers uit het Strooyen
Dorp', de latere Visbuurtmet hem
mee met de bedoeling hem onder
weg in het Noord-Hollandskanaal
te werpen. Die toeleg echter mis
lukte. Hoe het soms kon toegaan
beschrijft de toenmalige 'oefenaar',
later de eerste predikant der Afge
scheidenen, W.C. Wüst:
"Op 31 mei 1840 werd de oefenaar
W.C. Wüst met J.C. Scheffer bij
W.C. Henkes aan huis verzocht.
Onder het gesprek over Gods
Woord werd W.C. Henkes des
avonds omstreeks 81/2 ure op den
grond geworpen en krachtdadig
veranderd en bekeerd. Door het he
vig roepen en kermen tot God om
genade, kwam er een hevige aan
loop van volk welke in vijandschap
losbarstte, het huis aan alle kanten
bestormde en de deuren open- en
aan stukken trapte. Ze wilden W.C.
Wüst en J.C. Scheffer onder aller
hande vloeken en scheldwoorden
de deur uitsleepen, doch dit ge
beurde niet. Onder het lofzingen
tot God kwam ook P. Jongkees, F.
Rijlaarsdam,Berg en F. Vos en
bleven tot 121/2 ure psalmzingen.
De bode kwam uit last van den Bur
gemeester en vroeg of het gezel
schap uit elkander wilde gaan, het
geen geweigerd werd, maar dat het
beter was dat de Burgemeester de
rustverstoorders beteugelde..."
De volgende dag moesten de broe
ders bij de burgemeester J. in 't
Veld komen: "De burgemeester, vij
andig zijnde, wilde het beletten dat
de kinderen Gods voortaan bij el
kander zouden komen. Hij dreigde
hen zo zij boven het getal 19 bij el
kaar kwamen hen met macht en ge
weld uit elkander te zullen drijven,
waarop Scheffer antwoordde dat
men God meer moest gehoorza
men dan de mensch..."
interrupties tijdens de preek
Broeder W.C. Henkes keerde overi
gens enkele jaren later toch weer te
rug tot de Hervormde kerk, waar
hij vervolgens meermalen in woord
en geschrift zijn beklag deed.
Scriba ds F. Haverschmidt schrijft
namens de hervormde kerkeraad
ondermeer in 1862:
"De kerkeraad kan zich niet veree
nigen met Uwe mening dat de pre
diking van de leeraars der gemeen
te in strijd zou zijn met den geest
van de leer der kerk. Het zal verder
den kerkeraad aangenaam zijn,
wanneer de door U bij het bezoe
ken der kerken geen tekenen van
afkeuring over de prediking wor
den gegeven, aangezien hierdoor
ligt (wellicht) stoornis kan worden
verwekt, terwijl het U zeiven daar
door waarschijnlijk moeilijker is
om die prediking goed te ver
staan..."
gaten in het hoofd
Tijdens een bijeenkomst van Afge
scheidenen op 3 juni 1840 werd het
huis van samenkomst "van voren
en van achteren omsingeld en van
alle kanten met steenen bestormd,
zóó, dat er geen glaasje heel bleef...
De steenen kwamen met zulk een
geraas dat men (het) dienstig achtte
om te scheiden..."
Toen men vervolgens het huis wil
de verlaten moest men zich een
weg zien te banen 'door honderden
van menschen'. De meesten wisten
te ontkomen, 'maar S.Kooyman is,
op levensgevaar, met gaten in het
hoofd, thuisgekomen.'
En klagelijk vervolgt de notulist:
"Voorts is er die gansche maand,
zoowel over straat als in en aan
onze huizen en in onze bijeenkom
sten vervolging, laster en mishan
delingen dag en nacht gedaan..."
Dat het nog beroerder kon blijkt uit
het verhaal van W.C. Wüst die toen
hij een keer in Krabbendam preek
te in elkaar geslagen is:
"Eenige mannen na eerst flink je
never te hebben gedronken... drin
gen de vergadering in, grijpen hem
met kracht, sleuren hem naar bui
ten, waar hij onder vreeselijke
vuistslagen het bewustzijn verliest.
Men sleept hem tot op het jaagpad
aan het Noord-Hollandskanaal en
na hem eenige trappen met de hak
ken der laarzen op het aangezicht
gegeeven te hebben laat men hem
voor dood aan den weg liggen..."
Zondagsarbeid
Tot de voormannen van de groep
Afgescheidenen behoorden nogal