Boekbespreking 83 A.Th. van Deursen, MAURITS van NASSAU - DE WIN NAAR DIE FAALDE Uitg. Bert Bakker, Amsterdam, 331 bladz., f 39,50 (geïll.) Mouring, die de vrije Schepen Van de Seven-landsche buert Veertigh jaren, onbegrepen, Onbekropen heeft gestuert, Mouring, diese door de baren Van soo menigh tegen-tij Vóór den wind heeft leeren varen All en was 't maer wind op zy Mouring was te koy ekropen En den endeloose slaep Had sijn wacker oogh beslopen En hem, Leeuw, gemaeckt tot schaep Aldus Constantijn Huygens (1596- 1687), de secretaris van achtereen volgens Frederik HendrikWillem II en Willem III, in zijn gedicht 'Scheepspraet' bij 't overlijden van Prins Maurits (1567-1625). Veertig jaar lang had deze zoon van Willem van Oranje (1533-1584) de Zeven Vrije Provinciën onbegrepen en onbekro pen, dat is onberispelijk en zonder dat hij zich ooit had laten misleiden, als een goede schipper door storm en tegenwind geloodst. Maar nu was 't gedaan, de wakkere leeuw was als een stom schaap geworden. Een an der moest zijn werk overnemen, zijn halfbroer Frederik Hendrik. Want, aldus het geschiedenisboekje waaruit ik een halve eeuw geleden de kinderen van de chr. opleidings school Koningin Juliana aan de Java- straat moest onderwijzen, Maurits 'Maurits reputatie als minnaar was omgekeerd evenredig aan zijn veld- heers roem'. Dit mag ons dan wel niet zo vermel denswaard lijken, maar het geeft wel aan dat Maurits levenswandel niet bepaald in overeenstemming was met hetgeen van een goed gerefor meerde i7e eeuwer verwacht werd. En dat lijkt in schrille tegen stelling met zijn opstelling in de gods diensttwisten tijdens het Twaalfjarig Bestand (1609-1621) toen Maurits zich aan de zijde der ge reformeerde contrare monstran ten opstelde tegen de re monstran ten, het geen zijn tegenspeler Johan van Oldenbar- nevelt let terlijk de kop kost te. Vandaar de onder titel van het boek: de win naar die (uiteindelijk) faalde. Want een zó ver dienstelijk staatsman als Van Olden- barnevelt, met wie hij zoveel jaren deren verwekt bij vijf verschillende vrouwen'. Hij voegt er nog aan toe: stierf kinderloos. Dat was in zoverre waar dat hij geen wettige kinderen naliet, want hij was nooit getrouwd. Maar kinderen had hij wel, drie zo nen Willem (1601), Lodewijk (1602) en Maurits (1604) bij de veertien jaar jongere (katholieke) Margaretha van Mechelen, een 'opvallende schoon heid'. Daarnaast heeft hij, aldus Van Deursen, 'nog vijf kin-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2001 | | pagina 23