79
3o kerk
erken
:ns tot
fsep-
ding or-
r de geë-
)or
ten on
tij alle
:te in
e, in zie-
elkaar,
0 keer!
de
>teld
I791
d hij lid
/node
1 van de
and' (tot
hij een
ie hij
nds.
:ider
het lut-
m' in
dactie-
iris,
iter het
elisch-
Vermeldenswaard is nog, dat hij een
aantal jaren pastor is geweest van de
lutherse kerk te Alkmaar. Dat viel sa
men met zijn optreden als compag
nies-administrateur te Haarlem.
Thans speelt het samengaan van de
drie protestantse kerken in Neder
land. Schendelaar is daar niet geluk
kig mee. Zijn kerk is veruit de klein
ste van de drie en hij vreest dan ook
dat de lutherse identiteit geheel verlo
ren zal gaan. De lutherse gemeente
in Den Helder bestaat nog slechts op
papier, het kerkgebouw is verkocht
en landelijk gezien dreigt het geheel
eigen geluid van de lutheranen te ver
dwijnen. Schendelaar troost zich
evenwel met gedachte dat het luthe
ranisme mondiaal gezien de grootste
protestantse stroming vormt, die in
federatief verband ongeveer 80 mil
joen mensen omvat!
Zijn betrokkenheid bij de lutherse
kerk heeft o.a. geleid tot het boek
'Luther, de Lutheranen en de
Zwaan'. Het gaat over oorsprong en
gebruik van de zwaan als symbool
van Luther en het lutheranisme in
Nederland. Een boek met de titel
'Lutheranisme in de stad aan het
Marsdiep. Geschiedenis van twee lut
herse gemeenten' is in manuscript
vrijwel klaar.
Daarnaast hield hij zich, niet alleen
uit liefhebberij, maar ook uit studie
zin, intensief bezig met zijn natuur
lijke omgeving. Hij was vooral geïn
teresseerd in de plantensociologie,
een tak van wetenschap die in de der
tiger jaren van de vorige eeuw was
opgekomen. Dat was gebeurd onder
invloed van mensen als de bioloog
prof. Victor Westhof, dè deskundige
op het terrein van de natuurbeschrij
ving. Westhof wordt door Schende
laar tot zijn persoonlijke vrienden ge
rekend. Wat had hij graag met deze
man willen ruilen om als hoogleraar
zijn brood te verdienen!
De plantensociologie gaat er vanuit
dat planten niet willekeurig door el
kaar groeien, maar leven in gemeen
schappen. Die opvatting schoot ook
wortel in de N.).N. Daar werd een
werkgroep opgericht. De jeugdige na-
tuurbeschrijvers trokken het veld in,
zetten een stuk natuurgebied af en
inventariseerden en noteerden alle
daar voorkomende planten met hun
aantallen. Hun bevindingen werden
bekendgemaakt in 'Kruipnieuws',
hun lijfblad. Het zal geen verbazing
wekken dat Schendelaar daar ooit, zij
het kortstondig, redacteur van is ge
weest!
Als geboren en getogen Nieuwedie-
per was Schendelaar zeer geboeid
door de duinflora. 'Als ik een wande
ling of excursie maakte, was ik altijd
gewapend met een notitieboekje', al
dus Schendelaar in een interview met
'Onze Krant Den Helder' ter gelegen
heid van de verschijning van zijn
boek 'Wilde planten van Den Helder
in 1900 en 1985'. 'In eerste instantie
sloeg ik al die aantekeningen, die ik
maakte, op in een paar klappers,
maar later ben ik voor elke gevonden
soort een afzonderlijk vel gaan aan
leggen, waarop ik de vindplaatsen
kon bijhouden. Dat vond ik heel 'lol
lig' werk, want je zag zo'n planten
soort toenemen, of langzaam ver
dwijnen. En dat laatste heb ik tot
mijn spijt nogal eens moeten consta
teren. Alleen al qua oppervlakte heb
ben de Helderse natuurgebieden
moeten inboeten, maar ook de land
bouwmethoden, zure regen, hoog
ozongehalte, luchtvervuiling en het