gen betrokken, stak Schendelaar zijn
licht niet onder de korenmaat en
schreef boeken en artikelen over
stadsvernieuwing en gemeente
administratie.
Vlak na de oorlog is hij ook nog een
jaar lang voorzitter geweest van de
Helderse Jeugdraad, het overkoepe
lend orgaan van alle lokale jeugdver
enigingen. In die functie heeft hij, in
het bijzijn van koningin Wilhelmina,
een toespraak mogen houden bij de
eerste herdenking op 27 februari
1946 van de Slag in de Javazee. Dat
gebeurde bij het gehavende monu
ment 'Voor hen die vielen', omringd
door de ruïnes van de bebouwing aan
de Hoofdgracht.
Schendelaar was niet iemand die stil
kon zitten, ook niet in zijn schaarse
vrije tijd. Als 18-jarige werd hij vaste
medewerker van de Helderse Cou
rant. Daarin schreef hij artikeltjes
over de natuur. De journalistiek lag
hem wel. Dat werd nog duidelijker na
zijn benoeming tot redacteur, later
eindredacteur, van 'Sola Fide', het or
gaan van de 'Nederlands Lutherse
Jeugdbond'. Schrijven was geen pro
bleem, maar bezorgde hem, perfec
tionist die hij was, wel handen vol
werk!
In de Lutherse kerk heeft hij lokaal
en landelijk talloze functies bekleed.
Eigenlijk teveel om op te noemen,
maar ik doe toch maar een poging!
Hij was jeugdouderling en lid van de
kerkenraad, organist en oprichter-di
rigent van de (jeugd)kantorij, oprich
ter-regisseur van een lekespelgroep,
voorzitter van zondagsschool en
jeugdkerk, leider van diverse ge
spreksgroepen, catecheet, begeleidde
begrafenissen, legde huisbezoeken
af, beheerde het kerkelijk kaartsys
teem en wat al niet meer! Tijdens de
oorlog beklom hij bovendien de kan
sel, aangezien de gemeente geen pre
dikant had en iemand van buiten niet
tot 'Sperrgebiet' Den Helder werd
toegelaten. Het was een noodsprong,
maar vormde wel de aanleiding tot
een driejarige studie aan het luthers
seminarie die hem het predikaat
'godsdienstonderwijzer' opleverde.
In die hoedanigheid mocht hij alle
kerkelijke handelingen verrichten,
uitgezonderd het bedienen der sacra
menten. Zijn eerste kerkdienst op
kerstdag 1943 kan hij zich nog goed
herinneren. Die dienst mocht van de
kerkenraad die naam niet dragen,
maar moest worden geafficheerd als
'wijdingsure van de jongelingsvereni
ging Een is uw Meester', die hij in
1942 had heropgericht. Tussen 25 de
cember 1943 en zijn afscheid op 1 ja
nuari 1992, verzorgde hij in Den
Helder naar schatting circa 380 kerk
diensten, ook wel in andere kerken
dan de lutherse!
Zijn actieradius reikte trouwens tot
ver buiten Den Helder. Vanaf sep
tember 1944 tot aan de bevrijding or
ganiseerde hij in Schagen en
Medemblik kerkdiensten voor de geë
vacueerde lutheranen. Daarvoor
moest hij vaak barre fietstochten on
dernemen. Na de oorlog zag hij alle
uithoeken van het land, preekte in
lutherse kerken en hervormde, in zie
ken- en bejaardenhuizen. Bij elkaar,
tot aan zijn afscheid, ruim 700 keer!
Na de hereniging in 1943 van de
Evangelisch Lutherse en Hersteld
Evangelisch Lutherse kerk, in 1791
ontstaan na een splitsing, werd hij lid
van de evangelisch-lutherse synode
(tot 1974) en hoofdbestuurslid van de
'Nederlands Lutherse Jeugdbond' (tot
1954). Voor deze bond stelde hij een
liedbundel samen en verzorgde hij
jeugdkampen en jeugdweekends.
Daarnaast was hij geestelijk leider
van 'zomer-gasten-weken' op het lut
hers buitencentrum 'Hoekelum' in
de buurt van Bennekom en redactie
lid, vervolgens redactie-secretaris,
van het 'Luthers Weekblad', later het
landelijk orgaan van de evangelisch-
lutherse kerk.
De oude (gesloop
te) Bethelkerk aan
de Spoorstraat.
78